DE KEIZER VAN SILICON VALLEY
De meer dan anderhalf miljard gebruikers kunnen niet meer zonder Facebook. Topman Mark Zuckerberg ziet de omzet en de winst van zijn bedrijf exploderen en kan tevreden zijn met de resultaten van zijn agressieve overnamehonger.
Mark Zuckerberg mag met de jongste kwartaalresultaten van Facebook een ereronde lopen door Silicon Valley. De andere techgiganten kunnen enkel tandenknarsend applaudisseren. Apple heeft voor het eerst sinds 2003 een omzetdaling moeten incasseren, door een tegenvallende iPhone-verkoop. Google en Twitter presteerden ook onder de verwachtingen. Facebook overtrof ze. De omzet steeg met de helft, de winst verdrievoudigde zelfs. Facebook groeit nu dubbel zo hard als Google, al is die grote concurrent nog veelvouden groter. De statistiek die Zuckerberg nog het meest deugd zal doen: meer dan 1,65 miljard mensen spenderen gemiddeld 50 minuten per dag aan de sociaalnetwerksite en verwante diensten.
Facebook dankt zijn dominantie aan een zeer agressieve overnamepolitiek. Diensten die misschien gebruikers zouden weglokken, zijn overgenomen. Sinds 2012 heeft Facebook meer dan 25 miljard dollar besteed aan overnames, onder meer van de fotodeelsite Instagram, de berichtendienst WhatsApp en de specialist in virtuele realiteit Oculus. Facebook is zo veeleer een holdingmaatschappij geworden voor populaire sociale platformen. Maar zelfs die omschrijving onderschat Zuckerbergs ambitie. Hij zet zwaar in op de toekomst van de communicatie, vooral dan op berichtendiensten, kunstmatige intelligentie en virtuele realiteit.
De komende jaren kunnen concurrenten Facebook weinig in de weg leggen. Nochtans zag het er in de beginjaren naar uit dat Facebook zou imploderen na een sterke start. Het directiecomité was een duiventil en er waren zware twijfels of sociale media te commercialiseren waren. In 2006 verkocht Zuckerberg zijn bedrijf ei zo na aan Yahoo voor 1 miljard dollar, maar hij trok zich terug toen dat op de prijs trachtte te beknibbelen. Andere bedrijven, zoals Viacom en Microsoft, waren ook gegadigden.
De commerciële ambities en het professionalisme veranderden merkbaar in 2008, toen Zuckerberg Sheryl Sandberg in dienst nam als operationeel directeur. Die had in een vroeg stadium al voor Google gewerkt en daar een belangrijke rol gespeeld bij de ontwikkeling van de advertentiebusiness rond de zoekresultaten. Bij Facebook heeft ze minstens even waardevolle gegevens om mee te werken. Gebruikers geven zo veel privé-informatie vrij aan Facebook dat adverteerders er zeer gericht kunnen adverteren. Behalve om biografische informatie en hun interesses, gaat het onder meer ook om de foto’s die de gebruikers delen. Daarnaast kan het sociale netwerk ook nagaan waar de gebruikers elders online gaan. Alles met een like-symbool stuurt informatie terug, ook de sites die mensen toelaten in te loggen met hun Facebook-profiel.
Mobiele tsunami
Tegen 2012 moest Facebook het roer weer omgooien, net toen het een stevige advertentiebusiness had uitgebouwd voor voornamelijk desktopcomputers. Gebruikers begonnen meer tijd door te brengen op smartphones en tablets. Dat veroorzaakte een crisis in het bedrijf, net op het moment van de beursintroductie. “We hadden een probleem, we hadden exact nul inkomsten uit ‘mobiel'”, zegt Sandberg. Diensten als Twitter, die van in het begin ontwikkeld waren voor smartphones, leken de mobiele advertentiemarkt te veroveren.
Twitter verkwanselde echter zijn voorsprong, terwijl Facebook vol gas gaf in de ontwikkeling van geschikte advertentieformats voor mobiele sites. Dat werd een enorm succes. Vorig jaar lagen de advertentie-inkomsten van Facebook acht keer hoger dan die van Twitter. Facebook bereikt ook nieuwe gebruikers in opkomende markten zoals Indonesië, waar de meeste mensen enkel een smartphone hebben. Ongeveer een derde van Facebooks actieve gebruikers bevindt zich in Azië (behalve in China, waar de dienst geblokkeerd is). Een ander derde bevindt zich in Amerika en Europa, en de rest elders in de wereld. In de top 10 van populairste apps in India staan er drie die Facebook controleert.
Want de sociaalnetwerksite is al lang niet meer de enige app van het concern die mensen installeren. Ook Instagram bijvoorbeeld is zeer populair. Facebook kocht de fotodeeldienst in 2012 voor 1 miljard dollar. Dat leek toen een enorm bedrag voor een bedrijf zonder inkomsten en amper dertien medewerkers (onder wie één Belgische designer). Intussen is gebleken dat het een koopje was. Facebook begon pas vorig jaar advertenties te verkopen op Instagram, maar dit jaar zouden die al meer dan 2 miljard dollar kunnen opbrengen, schat Mark Mahaney van de bank RBC Capital.
Het prijskaartje voor Instagram was overigens nog bescheiden vergeleken met de 22 miljard dollar die Facebook in 2014 neertelde voor WhatsApp, een berichtendienst die geen winst maakte en 450 miljoen gebruikers had, velen onder hen in opkomende markten. Diensten als WhatsApp, die mensen rechtstreeks met elkaar laten communiceren, vormen een bedreiging omdat mensen daardoor minder tijd online spenderen en minder gegevens achterlaten. “Er bestonden drie existentiële dreigingen voor Facebook: WhatsApp, Instagram en Snapchat”, zegt Jeremy Philips van de durfkapitalist Spark Capital. “Zuckerberg kocht twee ervan voor iets meer dan 10 procent van de marktkapitalisatie van Facebook.”
Gezegd wordt dat Facebook in 2013 ook Snapchat probeerde te kopen voor 3 miljard dollar. Snapchat is nog in privéhanden en zou 16 miljard dollar waard zijn. Het is dan ook de grootste rechtstreekse bedreiging voor Facebook als het over het tijdsgebruik van jongeren gaat. Berichtendiensten zijn voor Zuckerberg zo cruciaal dat hij op twee paarden tegelijk wedt. Naast WhatsApp, nu goed voor bijna een miljard gebruikers, heeft hij ook de eigen interne berichtendienst van de netwerksite verzelfstandigd in een aparte app, Facebook Messenger. Die heeft nu 900 miljoen gebruikers.
Facebook is van plan zich nog dieper in het dagelijkse leven van zijn anderhalf miljard gebruikers te verankeren. Dan wordt het voor hen nog moeilijker hun profiel af te sluiten of over te stappen naar concurrenten. Facebook wil bijvoorbeeld Messenger en WhatsApp uitbouwen tot diensten waarmee mensen zaken kunnen kopen en kunnen communiceren met bedrijven. Het is wel laat met die strategie. Op WeChat bijvoorbeeld, een Chinese berichtenapp met 700 miljoen gebruikers, kunnen gebruikers de meest uiteenlopende zaken doen. Van geld overmaken tot maaltijden aan huis laten leveren. Zuckerberg vindt het cruciaal dat zijn berichtendiensten ook uitgroeien tot een even onmisbaar en dominant platform.
Internet voor iedereen
Facebooks meest stoutmoedige en controversiële plan is zijn voornemen een rol te spelen in een project dat de armen van deze wereld moet verbinden met het internet en, uiteraard, zijn sociaal netwerk. Het werkt al samen met telecomoperatoren in opkomende markten om een lichtere versie van Facebook aan te bieden die toegankelijk is zonder datakosten. Nu ziet Zuckerberg het allemaal nog grootser en wil hij het internet naar beneden stralen vanuit de lucht. De heftige rivaliteit om de tijd die mensen online spenderen, de dollars van de adverteerders en het beste ingenieurstalent is nu ook een luchtgevecht geworden. Alphabet, de holding boven Google, sleutelt eveneens aan een plan om het internet naar de mensen in arme landen te brengen. Het maakt daarbij gebruik van heteluchtballons en drones.
Zuckerberg ziet de ontwikkelingslanden zonder deftige netwerkinfrastructuur als een belangrijke groeimarkt. Een andere onontgonnen regio is China. Maar die enorme markt blijft op slot, omdat de regering weigert westerse internetbedrijven binnen te laten. Niettemin is Zuckerberg klaar voor een expansie. Hij heeft de taal geleerd en zit in een adviesraad van de Tsinghua University in Peking. Zijn vrolijke profielfoto op Facebook werd in China genomen en onlangs postte hij een foto van een jogging over het Tienanmenplein in de smog.
Waakhonden worden wakker
Naarmate Facebook zich uitbreidt, wordt het echter geconfronteerd met twee kwesties die met dominant succes gepaard gaan: antitrust- en privacygeschillen. Microsoft en Google hebben aangetoond dat succes de aandacht van de toezichthouders trekt. Nu al houden waakhonden over heel de wereld, en vooral in Europa, Facebook in het oog. Ze zouden weleens tussenbeide kunnen komen als de onderneming opkomende rivalen blijft opkopen.
Ook privacy komt nadrukkelijk op de voorgrond. Als Facebook doorgaat met messaging en andere diensten, dan zal het nog meer gegevens verzamelen over de activiteiten van de gebruikers. De Europese Unie, die strenger op de privacy toekijkt dan de Amerikaanse overheid, gaat nu al na hoe Facebook die informatie gebruikt en opslaat. In maart startte de Duitse mededingingsautoriteit een onderzoek naar de dominante positie van Facebook en zijn notoir ingewikkelde algemene voorwaarden, die de meeste gebruikers met een snel ‘voor akkoord’ wegklikken.
Facebook heeft de gewoonte zijn privacybeleid en de informatie die het openlijk deelt, overhaast te wijzigen. In 2007 openbaarde het de activiteit van mensen (bijvoorbeeld de aankopen die ze op andere sites gedaan hadden) op externe websites zonder hun toestemming. Dat veroorzaakte opschudding. Dergelijke incidenten hebben Facebooks reputatie op het gebied van de bescherming van de gebruikers geschonden.
Het merk Facebook staat volgens de denktank Reputation Institute lager aangeschreven dan dat van andere technologiebedrijven, grotendeels omdat het een gebrek aan betrouwbaarheid uitstraalt. Chris Cox, de chief product officer van Facebook, zegt dat de belangrijkste misvatting over het bedrijf is dat het de gegevens van de mensen verkoopt. In werkelijkheid koppelt het advertenties aan gebruikers, maar houdt het de informatie voor zichzelf. Toch blijven de gebruikers zich zorgen maken dat de belangen van Facebook niet met de hunne samenvallen. Sympathiek overkomen is voor een onderneming niet altijd noodzakelijk om te gedijen. Vraag het aan om het even welke oliemaatschappij. Dit is niet de eerste grote test voor de jeugdige Zuckerberg, maar het kan wel de beslissende hindernis zijn op weg naar Facebooks volwassenheid.
THE ECONOMIST, BEWERKING STIJN FOCKEDEY
Diensten als WhatsApp, die mensen rechtstreeks met elkaar laten communiceren, vormen een bedreiging omdat mensen daardoor minder tijd online spenderen en minder gegevens achterlaten.
Facebook dankt zijn dominantie aan een zeer agressieve overnamepolitiek.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier