De kater na het manna

In Latijns-Amerika is het nieuwe normaal neergestreken. De regio heeft grote moeite om zich na het manna van de grote grondstoffenboom toe te leggen op de zware taak de productiviteit te verhogen. Het gevolg is dat de economie in de regio een eind onder 3 procent groeit in 2015, na een al even teleurstellende 1,5 procent of zo in 2014.

Brazilië staat voor een budgettaire correctie die al ver over haar tijd is. Maar president Dilma Rousseff, die nipt voor een tweede ambtstermijn verkozen werd en nu een verzwakte regering leidt, krijgt het moeilijk de groei en het vertrouwen van de investeerders opnieuw aan te wakkeren. Rousseffs bijna-doodervaring tijdens de presidentsverkiezingen in oktober 2014 wijst erop dat de tragere groei en de frustratie van de uitgebreide middenklasse het politieke tij doen keren. Na een dozijn jaren van linkse overheersing beweegt Zuid-Amerika weer naar het centrum, maar niet overal. Kijk naar Uruguay.

De tendens zet wel door in Argentinië en misschien ook in Venezuela, dat in 2015 in het middelpunt van de politieke belangstelling staat. Bij presidentsverkiezingen in Argentinië in oktober wordt een gematigder en pragmatischer regering verkozen, waardoor een einde komt aan een dozijn jaren van populistisch-nationalistisch bewind, laatst nog onder Cristina Fernández de Kirchner. De verkiezingen groeien uit tot een driekamp tussen twee peronisten, Sergio Massa en Daniel Scioli, en Mauricio Macri, de conservatieve burgemeester van Buenos Aires. Kirchner schuift haar eigen kandidaat vooruit (misschien wel Florencio Randazzo, de minister van Binnenlandse Zaken), maar gooit het uiteindelijk op een akkoordje met een van de koplopers. De winnaar moet hoe dan ook het langlopende dispuut met een handvol New Yorkse hefboomfondsen over de Argentijnse schuld oplossen en een aanvang maken met de intrekking van subsidies en importcontroles.

In Venezuela wakkeren wetgevende verkiezingen in september de confrontatie weer aan tussen de regering, tegenwoordig een door Cuba gesteund, grotendeels militair regime, en de oppositie, die verdeeld is tussen de gematigde voormalige presidentskandidaat Henrique Capriles en de radicalen die het straatprotest van begin 2014 uitlokten. De onpopulaire regering van Nicolás Maduro kan eventueel cash binnenhalen met de verkoop van Citgo, haar grote raffinage- en distributiebedrijf in de Verenigde Staten, om de irritatie van de bevolking over stagflatie en tekorten te sussen. Als de oppositie erin slaagt een eenheidsfront te vormen, kan het regime voor een tweespalt komen te staan: de controle over het parlement verliezen of zijn toevlucht nemen tot electorale manipulatie.

Mexico

In Mexico behoudt de regerende Partido Revolucionario Institucional van president Enrique Peña Nieto bij de tussentijdse verkiezingen in juli de controle over het Congres, onder meer dankzij een lichte toename van de openbare investeringen en de economische groei, en de aanzet tot privé-investeringen in de energiesector. Dat pept de populariteit van Peña vooralsnog niet echt op. Hij dankt zijn overwinning aan de zwakte van de oppositiepartijen aan zowel de linker- als de rechterzijde.

Centraal-Amerika maakte in het voorbije jaar een lichte verschuiving naar links mee en die zou kunnen doorzetten in Guatemala, waar in september verkiezingen plaatsvinden na het vierjarige bewind van ex-generaal Otto Pérez Molina.

De belangrijkste politieke ontwikkeling in 2015 is een vredesakkoord tussen de Colombiaanse regering en de guerrilla’s van het FARC. Daarmee komt in het derde volkrijkste land in de regio een einde aan een halve eeuw van gewapend conflict. Later volgt nog een soortgelijk akkoord met de kleinere guerrillabeweging ELN (maar mogelijk niet voor 2016). Om de overwinning te behalen in een referendum dat waarschijnlijk in de tweede helft van het jaar gehouden wordt, moet de regering de FARC-leiders ervan overtuigen een of andere vorm van straf voor hun misdaden te aanvaarden; in ruil kan ze een conferentie de kans bieden te discussiëren over politieke hervormingen.

Alle ogen gericht op Castro

Cuba domineert de zevende Summit of the America’s, die in april plaatsvindt in Panama. Latijns-Amerika stond erop dat de Cubaanse president Raúl Castro uitgenodigd wordt op een bijeenkomst waarvan Cuba voorheen uitgesloten was omdat het geen democratie is. Dat plaatst De Amerikaanse president Barack Obama voor een dilemma. Nu er in eigen land voor hem geen verkiezingen meer voor de deur staan, kan het zijn dat hij de vergadering bijwoont en praat met Castro. Waarschijnlijker is echter dat hij vicepresident Joe Biden afvaardigt. De verkiezing van Venezuela voor een van de twee tijdelijke zetels voor Latijns-Amerika in de VN-Veiligheidsraad in 2015-2016 kan intussen voor spanningen zorgen.

Soortgelijke discussies over de beste manier om met de lastige groep van autocratische linkse regimes in Latijns-Amerika om te gaan, overheersen de strijd om de opvolging van José Miguel Isulza, die in mei aftreedt als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten. Daarin wordt de minister van Buitenlandse Zaken Luis Almagro uitgespeeld tegen de voormalige Guatamalteekse vicepresident Eduardo Stein. Het wordt moelijker de politieke relevantie van de OAS te herstellen in een regio waar de interne verdeling op korte termijn nog verscherpt wordt door het keren van het politieke tij.

De auteur iscolumnist vanThe Economist.

MICHAEL REID

Zuid-Amerika schuift opnieuw naar het centrum.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content