De kater na de braspartij

Het lot van de Amerikaanse economie zal worden bepaald door hypotheken, buitenlanders en de Fed. Een ferme kater lijkt onvermijdelijk.

Een record aantal wanbetalingen op hypotheekleningen en gedwongen verkopen zullen het meest zichtbare symbool worden van de uitdijende woningcrisis. Die inzinking zal de hele economie naar beneden trekken. Hoe ver dan wel, zal afhangen van de Amerikaanse centrale bankiers en het weerstandsvermogen van de rest van de wereldeconomie.

De woningmarkt zal nog verder wegzakken in 2008. Het tempo waarin nieuwe huizen worden gebouwd ligt nu 40 % lager dan op het piekmoment in januari 2006. Die instorting heeft in het voorbije jaar bijna een procentpunt afgeknaagd van de economische groei.

Ondanks inkrimpingen in de bouwsector is de voorraad van onverkochte huizen pijlsnel de hoogte ingegaan en is de vraag verder afgegleden. In augustus 2007 was de aanvoer van onverkochte nieuwe huizen groot genoeg om acht maanden verkoop te dekken. Op de veel grotere markt van de bestaande woningen bedroeg de achterstand het equivalent van tien maanden aanbod. Lang voor de kredietmarkt in de zomer van 2007 begon vast te lopen, trok die overvloed de prijzen al naar beneden.

In het komende jaar zal het alleen maar erger worden. Zowat twee miljoen Amerikanen zullen geconfronteerd worden met een scherpe stijging van hun leningafbetalingen als hun hypotheken met veranderlijke rente herschikt worden. Heel wat van die ontleners hebben weinig of geen liquiditeiten in huis. Een groot deel onder hen zal dan ook tot executie gedwongen worden en dat zal alleen maar de voorraad huizen die te koop staan vergroten. Belangrijker is echter dat strengere kredietvoorwaarden de vraag naar huizen verder zal doen afnemen.

Iedereen armer

Het komt erop neer dat de woningprijzen zullen afglijden. In de grootste luchtbelgebieden, zoals Californië en Florida, zouden de prijzen in de komende paar jaar best wel eens kunnen halveren. Nationaal bekeken, zal de afgang geleidelijker gebeuren (in tegenstelling tot aandelen hebben de prijzen van de huizen niet de neiging om plots in te storten omdat de meeste huiseigenaars trachten de crisis uit te zitten). Maar toch, het nationaal gemiddelde van de woningprijzen zal tegen het einde van 2008 minstens 10 % beneden de piekwaarde liggen.

Dat is slecht nieuws voor de aannemers. Maar belangrijker is het gevolg van zo’n prijsdaling op de consumentenbestedingen (de woningbouw vertegenwoordigt ongeveer 5 % van het Amerikaanse bruto binnenlands product, de consumptiebestedingen bijna 70 %). Er zijn heel wat redenen om zich zorgen te maken. Amerika heeft al regionale woninghausses en -baisses gekend, maar heeft geen recente ervaring met een nationale inzinking. Met een bedrag van 20 biljoen dollar zijn de geldmiddelen in huisvesting goed voor een derde van de bezittingen van de huisgezinnen. In de voorbije jaren is het consumentenkrediet de pan uitgerezen omdat de Amerikanen actief vermogen uit hun huizen pompten. De jongste onderzoekingen lijken aan te geven dat huizenbezit een grotere invloed kan hebben op de bestedingspatronen dan andere financiële bezittingen, deels omdat het mensen in staat stelt om het in onderpand te geven voor een lening.

Krapper krediet en dalende huizenprijzen zullen een giftige combinatie blijken te zijn. De zwakste kredietnemers zullen gewoon niet kunnen lenen en besteden zoals vroeger. Zelfs zij die niet te maken krijgen met de kredietcrisis, zullen zich armer voelen en minder uitgeven. Het spookbeeld van lagere consumptiebestedingen en krapper krediet zal wegen op de bereidheid van de bedrijven om jobs te creëren en te investeren. Met andere woorden, er zijn meer dan genoeg ingrediënten voor een recessie.

Monetaire en buitenlandse steun

Toch is het niet zeker dat er een recessie komt en wel om twee redenen. De belangrijkste reddingsboei is het monetair beleid. De Amerikaanse centrale bankiers verlaagden de kortetermijninteresten in september 2007 met een vrij agressief half procentpunt naar 4,75 % om ‘te anticiperen op’ de weerslag van de financiële woelingen op de economie.

Er zullen nog renteverlagingen volgen. En in de loop van 2008 zal de federal funds rate beneden de 4 % zakken. Maar omdat de onderliggende inflatievoet 2 % bedraagt, wat nog onder de bovengrens ligt van de comfortzone van de centrale bank, zullen de kortetermijninteresten niet meer zo drastisch naar beneden gehaald worden als tussen 2001 en 2003 toen de federal funds rate naar 1 % zakte.

Lagere interestvoeten zullen de economie echter niet zo volledig afschermen als na de instorting van de beurzen. Toen zwengelden de lage interesten het bestedingsniveau aan, deels door de rijzende huizenprijzen trouwens. Omdat de economische zwakte in 2008 zal voortkomen van het uiteenspatten van de huisvestingsbubbel, zullen lagere interesten minder impact sorteren.

Gelukkig zal het monetair beleid niet de enige ondersteuning voor de economie vormen. In 2008 moeten de Verenigde Staten baat kunnen halen bij hun economische kracht buitenshuis. De export – waarvan het aandeel in de totale productie twee keer zo groot is als dat van de woningbouw – groeide tijdens de zomer van 2007 met twee cijfers. Nu de dollar goedkoper geworden is, zal die hausse ook in 2008 aanhouden op voor- waarde dat de bedrijven en consumenten in de rest van de wereld hun portemonnee openen.

Alles bij elkaar zal, met wat geluk, de Amerikaanse economie 2008 overleven zonder recessie. Eén moeilijk jaar zal echter niet volstaan. De kater na de Amerikaanse residentiële braspartij zal nog tot een stuk in 2009 voortduren.

DE AUTEUR IS REDACTRICE AMERIKAANSE ECONOMIE VAN THE ECONOMIST

y Door Zanny Minton Beddoes

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content