De kaas blijft vers
De afbouw van de Europese subsidies voor zuivelproducten, de moordende concurrentie van grote concerns, de concentratiebeweging in de sector… Het familiale St. Paul uit Lokeren, producent van smeltkaas, overleefde het allemaal. De strategie ? Intensieve productinnovatie.
Van goedkope bulkartikelen voor ontwikkelingslanden naar een hoogwaardig innovatief product voor de Europese Unie. Dat parcours doorliepen Margo en Dieter Kuijl, zaakvoerders van de nv St. Paul, de voorbije twaalf jaar. Het bedrijf produceert smeltkaas als halffabrikaat voor de voedingsindustrie.
“Wij zijn een trendsetter op de Europese markt,” weet een trotse Dieter Kuijl, terwijl dampende smeltkaas naast hem in een reuzenkuip druipt. “Elke week ontwikkelen wij vijf nieuwe producten. Jaarlijks besteden we alleen al aan de ontwikkelingskosten van kaas 20 miljoen frank. Een nieuw product wordt bij ons in maximaal zes weken ontwikkeld ; elders duurt dat minimum een jaar.” Het bedrijf telt vandaag 24 werknemers, maar slechts 6 personen werken in de productieafdeling. Want naast productinnovatie, sleutelt St. Paul eveneens aan nieuwe machines. In 1995 werd een volledig geautomatiseerde lijn geïnstalleerd, die fungeerde als Europese pilootlijn.
PIZZA.
Sinds 1993 richt het bedrijf zich op de productie van smeltkaas met hoge toegevoegde waarde voor de Europese markt. “De meeste consumenten kennen smeltkaas als een product dat zich uitstekend leent voor de boterham. Maar wij zijn ons vooral gaan bezighouden met het wijzigen van natuurkaas voor verwerking in de voedingsmiddelenindustrie.” De smeltkaas wordt gebruikt in onder meer pizza’s, soepen, sauzen, snacks, hamburgers, bakkerijproducten… Vijfhonderd diverse producten biedt St. Paul, ook een smeltkaas op plantaardige basis voor pizza’s. De Benelux was in 1996 goed voor 70 % van de 362 miljoen frank omzet, de andere landen van de Europese Unie maken het resterende derde. België levert een vijfde van de omzet, Nederland het leeuwendeel, door de vele snackfabrikanten.
Concentratietendensen binnen de Europese zuivelindustrie zijn, vooral sinds 1992, schering en inslag. St. Paul blijft echter 100 % familiaal. “Er zijn voortdurend vragen voor overnames,” lacht Margo Kuijl. “Maar wij zijn daar nog niet klaar voor.” Het zaakvoerdersduo, broer en zus, kan overigens bogen op een lange traditie.
Zeven generaties geleden start Willem Kuijl nabij het Hollandse Gouda een kaashandel. De volgende generaties schuiven steeds dichter naar de Belgische grens. Margo en Dieter worden in Hulst geboren. “Zeeuws-Vlaanderen is erg Belgisch georiënteerd. Wij moesten via Antwerpen naar het noorden van Nederland. We beslisten te investeren in Lokeren, want in Zeeuws-Vlaanderen is de infrastructuur minder goed uitgebouwd.”
GATT.
In 1985 wordt gestart, met een lening van een half miljoen en een eigen kapitaal van 100.000 frank. De eerste twee jaar probeerden Margo en Dieter het met smeltkaas voor de consument. Opboksen tegen de grote merken, met grootschalige marketing en reclame, bleek onmogelijk. In 1987 werd het roer omgegooid. Bulkproducten, blokken kaas van 250 gram tot twee kilo, én blikjes voor voedselhulp werden in grote volumes en laag geprijsd op de markt gebracht. Die markt was de wijde wereld, met het Midden-Oosten als belangrijkste klant. Ook Rusland en de Verenigde Staten smaakten de smeltkaas uit Lokeren. De volledige productie wordt geëxporteerd, integraal buiten Europa.
Maar dan komen in 1991 de Gatt-akkoorden. De riante Europese subsidies worden afgebouwd. St. Paul kreeg tot 50 % subsidies voor de producten. Vandaag blijft daar maximaal 5 % van over. “We maakten kaas voor lagere sociale klassen. Daar is de prijs doorslaggevend. Als smeltkaas duurder wordt dan vis, dan zal de minder koopkrachtige consument vis eten,” noteert Margo Kuijl. In 1994 wordt de laatste kilo laaggeprijsde kaas geëxporteerd. De omzet toont een knik van 320 miljoen in 1993 naar 261 miljoen in 1994. Maar sindsdien, met deoriëntatie naar een hoog kwalitatief halffabrikaat, stijgt de omzet, en vooral de toegevoegde waarde. De omzet vorig jaar bedroeg 362 miljoen. De toegevoegde waarde klom van 88 miljoen in 1993 naar 146 miljoen in 1996. “In het jaar 2000 willen we de omzet verdubbelen. Het geld voor de groei is er, de productiecapaciteit ook. Vandaag produceren we 5000 ton kaas per jaar en we kunnen op jaarbasis 10.000 ton halen.” De Europese Unie is vandaag de groeimarkt. Vier gloednieuwe verkopers zwengelen deze markt aan.
WOR
DIETER KUIJL (ST. PAUL) Van goedkope blokken kaas voor ontwikkelingslanden naar een hoogwaardige smeltkaas voor de Europese voedingsindustrie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier