De jeugd van tegenwoordig
KORT GESTELD : Jongeren kiezen voor radicaal linkse en extreem rechtse partijen, maar hun stemgedrag is meer emotioneel dan ideologisch. We moeten dit ernstig nemen, of de angstige generatie wordt de architect van ons verval.
Wat hebben jongeren in Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten gemeen? Bij recente verkiezingen kozen ze overwegend voor antikapitalistische, radicaal linkse politici, zoals Jean-Luc Mélenchon, Jeremy Corbyn en Bernie Sanders. Er zijn verschillen en nuances, maar de trend is reëel: volgens de jeugd van tegenwoordig is de terugkeer van een dieprood socialistisch verleden de toekomst.
De boutade wil dat je geen hart hebt als je geen socialist bent op je twintigste, en geen verstand als je dat nog bent op je veertigste. Misschien moeten we die jeugdige ruk naar links dus als een puberale bevlieging zien. Dezelfde antikapitalistische jongeren zijn buiten het stemhokje alvast zeer kapitalistische consumenten, bijvoorbeeld van de technologie die de grootste kapitalistische innovatie van onze tijd is. In Groot-Brittannië zijn jonge Corbynistas ook vaak voorstanders van de Europese Unie, toch allesbehalve een neocommunistisch project.
Moderne kiezers, vertellen de analisten, zijn wispelturige politieke consumenten zonder honkvaste ideologie. Maar ik wil de stem van de jongeren niet bagatelliseren. We zijn allemaal het product van onze vormende jaren. Ik behoor tot de generatie die de afgang van de staatseconomie, het reveil van de jaren tachtig en de implosie van het communisme heeft meegemaakt. De jongeren die vandaag naar het antikapitalisme lonken, waren toen nog niet geboren.
Voor de jongste kiezers zijn 9/11, het terrorisme, de beurscrash, de bankencrisis, oorlogen en vluchtelingen de bepalende wereldfeiten van hun bestaan. Ze zijn opgegroeid in een maalstroom van rampen, doordesemd van onheilsretoriek over eindige groei, de klimaatopwarming, de vergrijzing, de robotisering en ongelijkheid. Hun extreem linkse stem is niet die van idealisme en hoop, maar van pessimisme en angst. Daarom ook polariseren jongere kiezers tussen radicaal links en reactionair rechts: Donald Trump en Marine Le Pen kapitaliseren evenzeer op gevoelens van angst, onrecht en frustratie.
We moeten die verschuiving ernstig nemen. Emoties spelen in een democratie een belangrijke rol. Zonder vertrouwen functioneert een vrije samenleving niet. Zonder optimisme draait de economie vierkant. We hebben geen groot ideologisch discours nodig wanneer het stemgedrag geen ideologie maar emotie reflecteert. We hebben actie nodig die bewijst dat ‘het systeem’ niet het probleem, maar wel de oplossing is.
Met ‘het systeem’ bedoel ik de combinatie van democratie, welvaartsstaat en markteconomie, in een context van europeanisering en internationalisering. Democratie levert te weinig en te weinig doordacht beleid af. De welvaartsstaat laat kansengroepen achter zich en belast jongeren met onbetaalde facturen. De markteconomie vergt de legitimiteit van zuivere en eerlijke markten. De Europese Unie en de globalisering moeten het evenwicht tussen openheid en grenzen vinden.
Het is een diepgaande agenda die een stapsgewijze volharding inhoudt. Omarm haar vooral als een voluntaristische collectieve missie. Zonder wervende missie kan tijdelijk pessimisme eindigen in een blijvende neurose. De jongere generatie wordt dan de auteur van haar eigen angstverhaal en de architect van ons verval. De jeugd is de toekomst. Als de jongeren niet meer in de toekomst geloven, zullen ze haar ook niet bouwen.
@devosmarc is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent
MARC DE VOS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier