“De hr van de Vlaamse overheid is middeleeuws”
Wim Vanseveren is bijna een jaar opgestapt bij de publieke omroep. Deze civil servant werkt nu van thuis voor Uitzichten, zijn eigen bedrijf dat onder meer strategisch advies geeft aan Alfacam. Op zoek naar iets wat hij even graag of liever doet.
Wim Vanseveren (52) is net verhuisd. Naar een nieuw huis in zijn geboortestad Tielt. In de eerste jaarhelft had hij voldoende tijd om zelf een hoop klussen op te knappen. De werken aan de bijhorende zwemvijver liggen stil. Het reservoir dat het zwemwater moet reinigen, valt groter uit dan verwacht en er is een bouwvergunning nodig. De vroegere directeur van het Tieltse cultureel centrum, die later bij Toerisme Vlaanderen en bij de VRT rechtstreeks samenwerkte met de bevoegde ministers, moet toch de nodige contacten hebben om de aanvraag te versnellen? “Zo wil ik het niet regelen”, antwoordt Vanseveren.
Wim Vanseveren is net verhuisd. Van een overheidskantoor naar een thuiskantoor. Na ruim een jaar zei hij op het einde van 2007 vaarwel tegen zijn baan als algemeen directeur televisie van de VRT. ‘Om persoonlijke redenen’, stond in het officiële bericht. Dirk Tieleman liet kort erna in De Standaard noteren dat Vanseveren is gaan lopen omdat de strategen het voor het zeggen hebben. Omdat je van bovenaf krijgt opgelegd in welke strakke formats programma’s moeten worden gemaakt. Anderen wagen voorzichtig van een botsing met de gedelegeerd bestuurder van de VRT, Dirk Wauters. “Ik laat me niet verleiden tot uitspraken daarover”, glimlacht Vanseveren op deze regenachtige zomerdag in Tielt. Aan de muur hangt een schilderij van Christine Comyn. Hij kreeg het cadeau bij de Persprijs van de Tieltse Perskring in 2006. Laat ons dan maar over wat andere thema’s praten. Over de bvba Uitzichten die hij dit jaar oprichtte en van waaruit hij onder meer werkt als strategisch adviseur bij het audiovisuele bedrijf Alfacam Group, over de relatie met zijn kinderen – waarvan er twee bij de VRT werken, over de uitdagingen die hij ziet voor huidige overheidsmanagers. Maar we beginnen bij het begin: de jongensdroom.
TRENDS. Was u ook zo’n kereltje dat brandweerman of astronaut wilde worden?
WIM VANSEVEREN (VOORUITZICHTEN). “Ik had veeleer de ambitie om les te geven, vandaar mijn diploma Germaanse filologie. Dat heb ik ook twee keer drie maanden gedaan – genoeg om te merken dat het een onderschat beroep is – en in de herfst van mijn loopbaan wil ik nog altijd alles wat ik ervaren en opgestoken heb, doorgeven aan jongere mensen. Mijn eigen humanioratijd was de meest onaangename van mijn leven omdat ik er erg onvrij was. Als ik die tijd voor anderen kon verzachten, wilde ik dat zeker proberen.
“Als puber had ik ook de ambitie om te presenteren en te interviewen, maar als producer merkte ik al snel dat anderen daar beter in waren. Ik concentreerde me toen op programma’s mogelijk maken, voor anderen.”
Toch liet u uw twee dromen links liggen om directeur te worden van Cultureel Centrum Gildhof (CCG) in Tielt.
VANSEVEREN. “Er heerste veel werkloosheid in het begin van de jaren tachtig, de periode waarin ik werk moest zoeken. Toen ik via een BTK-project als bijzonder tijdelijk kader in het nieuwe CCG aan het hoofd kon komen van een ploeg van vijf mensen, ging ik daarop in. Ik heb er boeiende tijden meegemaakt, want we hebben met het Gildhof echt gepionierd. Na zeven jaar kreeg ik het gevoel dat ik moest kiezen. De rest van mijn leven werken op automatische piloot of iets anders zoeken. Er waren op dat moment ook financiële problemen bij de stad. En er waren schepenen die het niet op cultuur hadden begrepen of die vonden dat ik een te progressief imago had. Alleen zag ik niet veel banen die ik even graag of liever zou doen. Tot die mediadroom weer opdook. Achteraf bekeken was dat een grote luxe.”
Was het toevallig dat u bij de publieke omroep aan de slag ging of had u een uitgekiend plan?
VANSEVEREN. “Mijn vader heeft zijn hele leven bij De Post gewerkt, bij de overheid dus. Ook daardoor vond, en vind, ik werken voor de overheid belangrijk. Ik heb er ook altijd dezelfde ethiek als mijn vader op na gehouden. Hij heeft zich ook altijd bewust buiten de politiek gehouden. Niet omdat hij tegen de politiek was, maar omdat hij vond dat je politiek niet mocht aanwenden voor je carrière. Terwijl De Post toch vergeven was van de politisering. Net als de publieke omroep, toen ik er 25 jaar geleden aan de deur klopte. Ik had er, samen met 1400 anderen, deelgenomen aan een examen voor een baan als producer woord. Ik heb me er altijd comfortabel bij gevoeld dat ik geen kleur koos, maar op dat moment betekende dat wel dat niemand bij de BRTN me in huis wilde halen. Tot mijn verbijstering, want ik was bij de elf geslaagden. Ik vond dat ik recht had op die baan. Dat recht wilde ik me niet laten afnemen, maar ik wilde er geen partijkaart voor kopen. Hoe langer dat spel duurde, hoe kwader ik werd en hoe zekerder ik werd van mijn beslissing. Zes dagen voor de vervaldag van het examenresultaat raakte ik dan toch binnen als producer jeugd. Ik had het geluk dat Nonkel Bob met pensioen ging en niemand producer van kinderprogramma’s wilde worden. Ik sprong een gat in de lucht, want ik deed niets liever.”
U was producer van Dag Sinterklaas, Kulderzipken en Buiten de zone, programma’s die ondertussen bijna de cultstatus hebben verworven. Kon u daardoor gemakkelijker opklimmen?
VANSEVEREN. “Dat zal wel hebben meegespeeld. Mijn verdienste bij bijvoorbeeld Buiten de zone was dat ik de directie kon overtuigen om er groen licht voor te geven. De rest hebben Bart De Pauw, Pietje Horsten en anderen gedaan. Ook als ik hogere functies bekleedde, was ik maar een van de spelers. Ik heb gewoon een paar keer op het juiste moment op een juiste plaats gestaan en op de bal geschopt waarmee iemand een doelpunt kon maken. Dat wil niet zeggen dat het doelpunt niet was gevallen als ik daar niet had gestaan. Het was wel leuk om er te staan en die voorzet te geven.”
Bespeuren we daar enige valse bescheidenheid?
VANSEVEREN. “Ik noem het geen puur geluk dat ik op die plaats op het veld stond, ik heb daar hard voor gewerkt. Maar wie ‘ik’ zegt in een groepssport als televisie, liegt.”
Was het dan ook geen toeval dat u netmanager werd van het toenmalige TV1?
VANSEVEREN. “Mijn voorganger, Erik Strieleman, had een relatie met een omroepster (Sophie Dewaele, nvdr), wat niet verenigbaar was met zijn functie. Piet Van Roe, die toen directeur televisie was, zocht daarom snel iemand. Hij heeft mij gevraagd. Ondertussen heeft het net al vijf managers gehad, wat betekent dat ze elk gemiddeld anderhalf jaar aanblijven. Ik ben trots dat ik met vier jaar en een half nog het wereldrecord netmanagerschap bij de VRT heb. Dat geeft toch te denken over het ritme waarin we leven.”
Of over het ritme waarin de VRT verzeild is geraakt.
VANSEVREN. “Ja, maar zo gaat dat nu eenmaal bij bedrijven die hoge eisen stellen en snel evolueren. Daarom was het ook goed dat iemand mijn plaats innam. Ik had het gehad en voor je het weet, creëer je jouw eigen blinde vlekken. Dus ik moest weer op zoek naar iets dat ik even graag of liever deed dan televisie.”
Dat werd het leiden van Toerisme Vlaanderen, een opdracht die u bijna twee jaar geleden opgaf om terug te keren naar de VRT. Was Toerisme Vlaanderen de verkeerde keuze?
VANSEVEREN. “Ik beklaag het me in elk geval niet. Het enige wat me daar tegenviel, is het gebrek aan vrijheid in human resources bij de Vlaamse overheid. Bij de VRT was dat niet zo en ik dacht dat wat daar gold, voor de hele Vlaamse overheid gold. Is me dat lelijk tegengevallen. “Tot op vandaag is bijvoorbeeld een diploma doorslaggevend bij benoemingen bij de Vlaamse overheid. Wie geen universitair diploma heeft, maar pittig en creatief is en daardoor universitair geschoolde collega’s snel inhaalt, wil ik daarvoor kunnen belonen. Dat is niet alleen in het belang van de organisatie, het is elementaire rechtvaardigheid. Ik vind het middeleeuws dat het niet kan bij de Vlaamse overheid. Daar moet dringend iets aan gedaan worden. “In het kader van Beter Bestuurlijk Beleid zouden overheidsmanagers meer vrijheid krijgen om te managen. Dat is het volgens mij niet geworden. Ik voelde me bij Toerisme Vlaanderen zeer onvrij. Je kunt een overheidsmanager vergelijken met iemand die in de woestijn wordt achtergelaten met twee loden bollen aan zijn voeten en een kooi om hem heen, maar hij mag wel gaan waar hij wil.”
Waarom besliste u dan niet eerder om niet meer voor de Vlaamse overheid te werken?
VANSEVEREN. “Je moet ook proberen om het systeem van binnenuit te veranderen. Ik was vereerd met die opdracht. Toen ik bij Toerisme Vlaanderen begon, kampte de dienst met een aantal problemen. Een rapport van het Rekenhof sprak over een groot aantal onregelmatigheden bij het personeelsbeleid. Mijn plan was om minstens nog twee jaar bij Toerisme Vlaanderen te blijven. Om de organisatie te wapenen voor de toekomst, maar vooral om er de personeelstoestand te verbeteren. Door een historische fout was er, om het vriendelijk te zeggen, een scheefgegroeide situatie waarbij nogal wat personeelsleden contractueel verbonden waren terwijl ze eigenlijk het ambtenarenstatuut moesten hebben. Daardoor moesten mensen die er al tien jaar werkten, vaststellen dat ze voor bepaalde vacatures pas over zes jaar in aanmerking zouden komen.
“Het was dus een moeilijke keuze om er weg te gaan. Toen de vorige gedelegeerd bestuurder van de VRT, Piet Van Roe, me vroeg terug te keren als directeur televisie, wist ik dat de VRT het niet breed zou hebben. Ik zou ook collegiaal moeten meewerken aan een reorganisatie waardoor mijn eigen toekomst binnen de publieke omroep onduidelijk werd. Als het eenvoudig was geweest, hadden ze mij niet gevraagd. Dan zouden de kandidaten wel zijn toegestroomd. Maar ik zag het wel als een perspectief om aan te werken. Het was jammer dat men me op dat moment vroeg, maar ik heb achteraf geen spijt, al heb ik uiteindelijk maar iets meer dan een jaar bij de VRT gewerkt.”
Twee van uw drie kinderen werkten toen – en nu nog steeds trouwens – ook bij de VRT. Bemoeilijkte het de gezinssituatie dat u de VRT mee herstructureerde?
VANSEVEREN. “Via selectieproeven is mijn dochter inderdaad redactrice bij Ketnet en is mijn zoon redacteur bij Sporza. Zowel zij als ik zijn wel erg blij dat ze zijn aangeworven in een periode waarin ik niet voor de VRT werkte. Mijn kinderen en ik kunnen gelukkig over zoveel andere dingen praten waardoor we thuis weinig over de situatie bij de publieke omroep spraken. Hun collega’s gingen er ook heel sportief mee om. Gelukkig, want voor je het weet, zit je tussen hamer en aanbeeld.”
Als Piet Van Roe nog eens terugkeert naar de VRT en u meevraagt, wat antwoordt u dan?
VANSEVEREN. “Ik antwoord niet op hypothetische vragen (lacht).”
Maar voelt u zich nog verwant met het instituut? Kwetste het u toen verscheidene kranten ‘VRT wordt vleugellam’ titelden?
VANSEVEREN. “Ik voel me nog steeds persoonlijk verbonden met de drie plaatsen waar ik een ruim deel van mijn leven heb gewerkt, zoals nu ook met Alfacam. Als daar iets over verschijnt, ten goede of ten kwade, doet me dat iets. Toen ik een aantal maanden geleden las dat de nieuwe strategie van Toerisme Vlaanderen werkt, dan ben ik blij dat ik daarvoor mee het initiatief kon nemen. Het multimediale model van de VRT, waaraan ik heb meegewerkt, is volgens mij ook nog altijd het toekomstmodel, al moet het als innovatief concept uiteraard op tijd geëvalueerd worden.”
Toen u terugkeerde naar de VRT zei u dat u dezelfde baan bij een commerciële zender niet zou hebben aanvaard. U werkt vandaag wel voor Alfacam, een commercieel bedrijf dat binnenkort de nieuwe zender Exqi lanceert.
VANSEVEREN. “Daar heeft de zeer dynamische, creatieve en enthousiasmerende CEO van Alfacam, Gabriel Fehervari, veel mee te maken. Zulke bedrijfsleiders heb ik nog maar zelden gekend. Fe, zoals iedereen hem noemt, wil geen televisie brengen die haaks staat op wat ik zou doen. Alfacam heeft al een cultuurkanaal dat veel te bieden heeft, al is het nog voor verbetering vatbaar. Dat zegt al veel over de visie van het bedrijf, want met cultuur word je niet slapend rijk. Het is wel de bedoeling om die zender te rentabiliseren. Naast de uitbouw van Exqi zal ik me daar als strategisch adviseur mee bezighouden.”
Tijdens uw zoektocht naar opdrachtgevers begin dit jaar bent u enkele keren teleurgesteld. Werd u met uw neus op de harde feiten van de privé gedrukt?
VANSEVEREN. “Eén enkele keer werd ik – achteraf bekeken – aan het lijntje gehouden, maar ik heb daar geen kater of frustraties aan overgehouden. Het was juist boeiend om vanuit zeer diverse hoeken benaderd te worden. In die periode heb ik een vijftiental aanbiedingen gekregen, met een vijftal mensen heb ik gesproken en op de zesde – die van Alfacam – ben ik ingegaan. Het klopt dat het onaangenaam is als je lang gesprekken voert over een opdracht waarvan je denkt dat je je er echt voor kunt opwarmen en waarvan blijkt dat ze toch niet kan doorgaan. Maar ik ga ervan uit dat alles zin heeft, ook de tegenslagen. Je moet die zin wel zelf geven en dan de bladzij omslaan.
“Voorts is het niet vanzelfsprekend dat iemand die zijn hele leven een overtuigd civil servant was op zijn 52ste plots overstapt naar het privébedrijfsleven en zijn eigen bedrijf opricht. Ik heb wel gaandeweg ervaren dat het een goede formule was voor mij omdat ik eigenlijk niet graag monomaan werk. Ik ben ondertussen niet langer op zoek naar nieuwe klanten – ik ben al overbezet – maar ik heb niet meteen neen gezegd tegen nieuwe opdrachten. Onder andere een jong creatief bedrijf heeft me gevraagd om bestuurder te worden en ik ben ook al enkele maanden lid van de visitatiecommissie van de Nederlandse publieke omroep.”
Een bladzij omslaan bij tegenslagen. Wat zijn uw andere karakterkenmerken?
VANSEVEREN. “Dat kunt u beter aan anderen vragen (lacht).”
Dat was niet nodig. Televisiekok Herwig Van Hove noemde u in Humo ‘een nutiliteit’. Waarop televisiemaker Bart De Pauw u in een lezersbrief verdedigde en als ‘een schonere en meer oprechte mens dan Van Hove’ omschreef.
VANSEVEREN. “Op de laatste receptie waar ik vorig jaar was, kwam Van Hove schoorvoetend op mij af. Ik zal niet zeggen dat het incident is uitgepraat en bijgelegd, maar we hebben wel samen een glas gedronken. Die uitspraken hebben me ook niet echt gekwetst. Ik weet hoe Herwig in elkaar zit en ik wist dat hij niet tevreden was dat ik ooit zijn programma 1000 seconden heb afgeschaft. Ik vond het geweldig dat mensen als Bart, en trouwens ook Jan Van Rompaey, het zo voor me opnamen. Mocht Bàrt me hebben beledigd, dan was ik wèl van de kaart geweest.”
Het kan niet anders of u hebt naast BV’s ook enkele politici in uw netwerk. Knaagt het niet om zelf in de politiek te stappen, om de anomalieën bij de Vlaamse overheid op die manier aan te pakken?
VANSEVEREN. “Het knaagt niet, al heb ik de politiek altijd met belangstelling gevolgd. Én met waardering. Ik waardeer bijna alle politici waar ik dicht bij heb gestaan. Ondanks mijn striemende kritiek op de manier waarop de overheid omgaat met haar personeel, hoewel de overheid te weinig vatbaar is voor moderne managementsystemen en ondanks het gebrek aan vertrouwen in de leidende ambtenaren. Je voelt dat die mensen meer integer zijn dan wordt gedacht en dat ze zonder uitzondering allemaal hard werken. “Ik lag altijd al in goede lijn met alle democratische partijen. Terwijl collega’s misschien doorliepen tot in het salon van de partij waar ze bijhoorden – maar alleen daar binnenliepen – had ik bij wijze van spreken bij elke partij een faire entree. Als leidend ambtenaar werd ik wel steeds in een vakje geduwd. Het was soms grappig om dat te vernemen. Op Vivant na, ben ik bij bijna alle democratische partijen gesitueerd. Terwijl ik toch met twee uiteenlopende ministers heb gewerkt, Renaat Landuyt van de sp.a en Geert Bourgeois van de N-VA.
“In mijn jeugd ben ik in Tielt door enkele partijen gevraagd om op te komen, maar dat heb ik afgewezen. Er wordt tegenwoordig hard op de man gespeeld, waardoor toppolitici bijna continu moeten bewijzen dat ze onschuldig zijn. Daar wil ik me niet zomaar aan blootstellen. Zo’n masochisme is me vreemd.”
Waaraan wilt u in de toekomst uw vrije tijd dan spenderen?
VANSEVEREN. “Ik wil zeker meer tijd maken om te schrijven. Er zijn een aantal aanzetten, maar schrijven is een zaak van concentratie. Ondertussen vind ik ook weer de tijd om twee keer per week te joggen of te fietsen.
“Ik ben ook al grootvader van een kleinzoon van drie en een kleindochter van vier maanden. Ik wil voor hen ook voldoende tijd maken.”
Bent u een grootvader die zijn kleinkinderen verwent omdat hij het gevoel heeft te weinig aandacht te hebben gehad voor zijn eigen kinderen?
VANSEVEREN. “Het grote voordeel van grootouder zijn, is dat je het gedecontracteerd kunt doen, dat je minder verantwoordelijkheid moet dragen. Maar ik heb niet het gevoel dat ik iets goed te maken heb tegenover mijn kinderen. Mijn vrouw en ik hebben relatief vroeg kinderen gekregen, ik was pas 24 toen de eerste werd geboren. Ik had gelukkig wel het voorrecht om mijn kinderen te zien opgroeien omdat ik in die periode voor het cultureel centrum werkte, ‘s middags thuis at en meestal thuis was tussen vijf en acht. Ook in de jaren waarin ik als producer werkte, was ik op menselijke uren thuis. Het werd pas echt druk zodra mijn kinderen waren opgegroeid. Er is ook het verborgen, maar essentiële verhaal van mijn echtgenote, die in de bibliotheek werkt en die steeds voor de kinderen heeft gekozen.” (T)
Door Sjoukje Smedts/Fotografie Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier