De hond in het ratingspel
Coface heeft grote ambities: de kredietverzekeraar wil de eerste Europese kredietbeoordelaar worden. Daarmee wil het een alternatief bieden voor het oligopolie van S&P, Moody’s en Fitch.
Het zal jaren duren om de nodige geloofwaardigheid op te bouwen”, beseft Jérôme Cazes, CEO van Coface. “Maar moeilijk gaat ook.” De topman wil van Coface de eerste Europese kredietbeoordelaar maken.
Sinds het uitbreken van de crisis liggen de gevestigde waarden S&P, Moody’s en Fitch onder vuur. Ze verleenden topratings van AAA aan gestructureerde financiële producten – zoals CDO’s – zodat een heleboel banken verleid werden om er fors in te investeren. Ook het downgraden van landen als Griekenland zette de jongste maanden de financiële markten steevast op stelten. Kortom, het vertrouwen in de kredietbeoordelaars is zoek, en daar wil Coface verandering in brengen.
Eind juli heeft de kredietverzekeraar een erkenning aangevraagd bij het bevoegde Europese toezichtsorgaan CESR, om te mogen opereren als kredietbeoordelaar in de EU. “Coface zou enkel de kredietwaardigheid van niet-financiële bedrijven beoordelen”, legt Jérôme Cazes uit. “En niet die van landen, of van gestructureerde kredieten.” Binnen de zes maanden maakt CESR – het Committee of European Securities Regulators – zijn verdict over Coface bekend.
Een Europese uitdager
“De Europese instanties hebben de jongste maanden aangedrongen op nieuwe spelers in de ratingindustrie, en op nieuwe modellen”, zegt Cazes. “Coface pakt het dan ook helemaal anders aan dan de big three.” Wat het verschil dan wel mag wezen? S&P en co laten de entiteiten aan wie ze een rating toekennen daarvoor fors betalen. Voor de geïnteresseerde investeerders is het echter gratis om van die ratings gebruik te maken. Het model van Coface is precies omgekeerd: hier zijn het de investeerders die in de buidel moeten tasten, willen ze gebruik maken van de ratings. Voor de bedrijven in kwestie kost een rating niks.
“Voor ons is er helemaal geen reden om de bedrijven aan wie we een rating toekennen, daarvoor te laten betalen”, legt Jérôme Cazes uit. “We hebben die ratings namelijk hoe dan ook nodig voor onze business als kredietverzekeraar. Meer nog, kredietrisico’s van bedrijven zijn al meer dan 60 jaar onze kernexpertise. Tot nu toe waren onze ratings alleen voor intern gebruik bestemd, maar nu willen we ze ook publiek maken.” Daarom kiest Coface ervoor om enkel ratings te verlenen aan bedrijven waarvan de kredietverzekeraar een groot deel van het kredietrisico op zich neemt – gemiddeld meer dan 15 miljoen euro.
Hamvraag is natuurlijk of er in dat geval geen belangenconflict op de loer ligt. Een toprating beloven aan bedrijven die een kredietverzekering van Coface nemen? “Dat zou méér dan dom zijn”, zegt Cazes. “Stel dat Coface een veel te optimistische rating toekent aan een bepaald bedrijf. Als vervolgens blijkt dat de debiteuren van dat bedrijf in gebreke blijven, dan verliest Coface daar hopen geld aan.”
Geen landenratings
Over drie tot vijf jaar wil Jérôme Cazes 10 tot 15 procent van de ratingmarkt voor bedrijven in handen hebben. Als hij tenminste een CESR-erkenning krijgt. “Indien niet, dan proberen we het gewoon opnieuw”, klinkt het strijdvaardig. “Het wordt hoog tijd dat de big three wat meer concurrentie krijgen.”
Of Cazes op termijn ook ratings wil toekennen aan pakweg Europese lidstaten? Sarcastisch lachje. “Het is totaal verkeerd om enige officiële waarde toe te kennen aan ratings van grote landen, bij gebrek aan bruikbare statistieken. In de laatste 200 jaar heeft zich namelijk geen enkel Europees land bezondigd aan wanbetaling.”
C.D.C.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier