De hete adem van de duurzaamheid
In 2015 stelden de Verenigde Naties in New York de Sustainable Development Goals (SDG’s), de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen, voor. Er zijn zeventien SDG’s, onderverdeeld in vijf groepen: mens, planeet, welvaart, vrede en partnerschap. Ik noem er enkele: geen armoede en honger meer, kwaliteitsonderwijs, gendergelijkheid, schoon water, betaalbare duurzame energie, waardig werk, industrie, innovatie en infrastructuur, klimaatactie.
Als eigenaar van een kmo vond ik die richtlijnen van het hoogste niveau een ver-van-mijn-bedshow, van New York tot in Leuven. En toch, na enkele jaren vroegen grote bedrijven die tenders rondstuurden meer en meer naar je duurzaamheidsplan, aan welke SDG’s je bedrijf werkt. Geen duurzaamheidsplan, geen kans op het binnenhalen van een offerte. Van New York tot in Leuven: het werkt wel degelijk. De meeste ondernemers worden wakker, als hun omzet wordt gekoppeld aan duurzaamheid. De tijd dat ‘duurzaamheid’ een marketingwoord was, ligt al een tijd achter ons, dat is duidelijk.
Neem de dertiende SDG: de klimaatactie. De korte omschrijving van die SDG is: “Neem dringend actie om de klimaatverandering en haar impact te bestrijden.” Europa vatte de koe bij de horens en werkte de Green Deal uit, die de CO2-uitstoot in Europa tegen 2030 met 55 procent moet terugbrengen tegenover 1990. In 2050 moet Europa het eerste klimaatneutrale continent zijn. 2050 lijkt veraf, maar het is niet veraf als we dat doel willen halen. Meer en meer worden onze bedrijven door Europa gestuurd om actie te ondernemen. We beginnen het te merken, van Europa naar België, tot in Vlaanderen. Ik geef enkele voorbeelden hoe we die sturing meer en meer in het hart van onze bedrijven beginnen te voelen.
Wie niet duurzaam onderneemt of niet mee wil in die richting, krijgt vroeg of laat nul op het rekest.
Op Vlaams en federaal niveau worden ondernemingen aangemoedigd om te investeren in laadpalen. Die worden gesubsidieerd als ze publiek worden gezet én op groene stroom werken. Vlaanderen subsidieert 20 procent, het federale niveau 200 procent. Je kunt dat zelfs combineren met een ecologiesubsidie. Het zijn dus de bedrijven die via die subsidiëring een hefboom worden om ons wagenpark te vergroenen. Eerlijk? Ik vind dat een goede zaak, maar er zijn nog heel wat onduidelijkheden. Zo zijn er bedrijven die een ondergrondse parking hebben en zich benadeeld voelen omdat ze die niet publiek kunnen zetten. Zo is het ook niet duidelijk of je die investering op een exploitatievennootschap zet, of eerder op een vastgoedvennootschap. En wat als een exploitatievennootschap huurt van een vastgoedvennootschap? Wie doet dan de investering?
Duurzaamheid gaat niet alleen over mobiliteit, maar ook over vastgoed, duurzaam ondernemen, grondstoffen, afvalbeleid. De afgelopen maanden hoorde ik maatregelen die ons bijna dwingen om duurzamer te ondernemen. Er is geen weg terug: banken zullen kredieten toekennen op basis van de duurzaamheid van de kredietaanvrager. Wie niet duurzaam onderneemt of niet mee wil in die richting, krijgt vroeg of laat nul op het rekest. Geldkraan dicht, geen mogelijkheid om nog verder te investeren.
Een andere maatregel die weldra in voege gaat, betreft het bedrijfsvastgoed: wie een gebouw koopt vanaf 2023 moet dat verplicht renoveren binnen de vijf jaar om het duurzaam te maken. Dat heeft zowel gevolgen voor de koper, die een idee zal moeten hebben over welke toekomstige kosten nog verbonden zijn aan het bedrijfspand, als voor de verkoper, die wellicht wordt geconfronteerd met een prijsverlaging als zijn gebouw onvoldoende duurzaam is.
Ik denk dat het duidelijk is: duurzaamheid is al lang geen zaak meer van de hogere echelons. Het is tijd om actie te nemen en te investeren. Wie niet meegaat in dit verhaal, valt uit de boot. U bent gewaarschuwd.
De auteur is general manager van Mastermail.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier