DE HERSENEN VAN EEN SAVANNEBEWONER
Wie of wat is de mens? Is hij een intelligent, bewust, sociaal, vrij wezen, niet gespeend van enige humor, zoals de filosofen ons graag beschrijven? Is hij de vrucht van de schepping door een liefdevolle, strenge of wraakzuchtige God, zoals de diverse godsdiensten ons voorhouden? Wat zegt de hedendaagse wetenschap hierover?
Voor de moderne wetenschap zijn wij ons brein in actie. We zijn zeker niet onze milt, onze neus of onze maag. “Zeg mij hoe het brein werkt, en ik zal u zeggen wie de mens is.” Onze hersenen zijn het product van een lange biologische evolutie. Moeder natuur heeft er miljarden jaren over gedaan om leven te produceren, honderden miljoenen jaren om dat leven om te vormen tot complexe meercelligen en enkele honderduizenden jaren om mensachtigen overlevingskans te geven. Je kan moeilijk zeggen dat moeder natuur gehaast is. Tot… enkele tienduizenden jaren geleden.
Toen zetten de hersenen van de homo sapiens een groeispurt in. Ineens kon het niet snel genoeg gaan. Men schat dat de homo sapiens zoals we die nu kennen zo’n tienduizend jaar geleden gestalte heeft gekregen. Een fractie van een seconde op het uurwerk van de natuur. Sommigen beweren dan ook dat de mens een wat uit de hand gelopen mutatie is, die toch geen echte levensvatbaarheid heeft. Onder levensvatbaar moeten we dan verstaan: overleven gedurende enkele miljoenen jaren.
OVERLEVINGSMACHINE.
Onze hersenen zijn die van een savannebewoner. Wat overlevingswaarde had voor iemand die uit ‘de bomen was gekropen’ domineert nog steeds ons brein. Dat brein is een schitterende overlevingsmachine. Niet minder, maar ook niet meer. Onze hersenen zijn er niet om vragen te beantwoorden als ‘waarom zijn we er’, ‘wat is de tijd’, ‘was er dan geen tijd voor de tijd’… Wel om vragen te beantwoorden als: ‘gisteren werd ik ziek na het eten van een groene bes, zou ik nu deze rode bes eten’, ‘is dat ginder een tak of een slang’, ‘vriend of vijand’, eet ik het op of zal het mij opeten’.
En net zoals een auto – die er in de eerste plaats is om ons te vervoeren – door sommigen eerder wordt gebruikt als een rijdend kantoor of een rijdende disco, blijken onze hersenen ook tot heel wat interessante nevenproducten in staat, zoals de vraag naar het ontstaan van het heelal, de zin van het leven of een onderzoek naar de oorzaken van de Peloponnesische Oorlog.
REKENEN.
Maar ons brein is duidelijk niet voor alles even geschikt. Het mooiste voorbeeld is waarschijnlijkheidsrekenen. Er bestaat een lange verzameling heel eenvoudige oefeningen die zelfs de grootste intellectuelen zwaar doen struikelen. Dit jaar nog verscheen in The Economist een oud, maar zeer eenvoudig raadsel waarbij men moest berekenen of de kans nu één op twee is, of één op drie. Het prestigieuze tijdschrift heeft lezersbrieven gekregen van lezers die hun abonnement opzegden omdat men het (technisch) juiste antwoord te absurd vond. Waarschijnlijkheidsrekenen heeft nu eenmaal geen overlevingswaarde. Het is ronduit gevaarlijk bij een krakende tak snel de kansen te kunnen berekenen. “Ach, de kans dat hier een beer rondloopt, is toch maar één op achtduizend!” Dergelijke slimme voorvaderen zijn helaas (statistisch gezien) meer opgepeuzeld dan hun dommere broeders die bij elk gekraak het hazenpad kozen, en 7999 keer voor de wind op de vlucht zijn gegaan.
SAVANNE.
Ons brein verkiest de situatie van de savanne: een licht glooiend, niet al te dicht begroeide omgeving. Niet te vol en niet te leeg. Overal ter wereld legt de mens zo zijn siertuintjes aan, dit zijn de verhoudingen die kunstenaars gebruiken, de lay-out van brieven en van dit tijdschrift, zo richten we onze kantoren in. We willen zoveel mogelijk zien, zonder gezien te worden: de plaats die we in lege treinen of restaurants gaan zoeken, aan vergadertafels, de plaats van de machtigen in open kantoorruimtes enzovoort.
OORZAAK.
Ons brein zoekt voortdurend oorzaak-gevolgrelaties. Dat heeft pas overlevingswaarde. Zo is wetenschap en vooral technologie ontstaan. Maar we zoeken wel voor elke fout een schuldige; elk probleem moet een duidelijke oorzaak hebben. Maar vaak is er geen echte oorzaak. Toch zal het management niet rusten vooraleer dé oorzaak gevonden is. Een onderzoekscommissie die dé oorzaak niet gevonden heeft, heeft gefaald. Die oorzaak mag wel niet te ver in de tijd verwijderd liggen. Zodra er enige tijdsvertraging is tussen oorzaak en gevolg, haakt ons brein af. Elke business-school heeft varianten op een simulatie waar de voorraden met één periode verschil reageren op de beslissingen van de deelnemers. Overal ontstaan er dan exponentieel groeiende tussenvoorraden.
VERVELING.
Wanneer het brein ‘oneigenlijk’ wordt gebruikt, krijgen we signalen van verveling, neerslachtigheid, onverschilligheid. We vervelen ons bijna nooit als we wandelen, eten, bootje varen, met dieren bezig zijn. Omgekeerd: filosofie, grammatica, abstracte principes zijn duidelijk slechts weggelegd voor een absolute minderheid. De zwijgende meerderheid volgt maar al te graag zijn brein bij een wereldwijde voorkeur voor dansen, videospelletjes, snelle verplaatsingen, gokken, lekker eten, alcohol of spannende verhalen.
Ons brein is een emotioneel brein, dol op het concrete, emotionele, visuele. Je moet kinderen zwaar begeleiden en vaak zelfs dwingen tot het lezen van teksten. Bij een videospelletje is er echter bitter weinig ‘tekst en uitleg’ nodig. Charlatans, oplichters, kwakzalvers, de pendel en de aardstralen halen het nog steeds met de glimlach van de wetenschappelijk onderbouwde benaderingen, die zonder meer beschuldigd worden van alle moderne onheil. Alle verkopers weten dat je ‘iets moet tonen’ en het Chinese spreekwoord zegt dat een beeld meer vertelt dan duizend woorden. Slechts met heel veel moeite, technische hulpmiddelen, ijzersterke discipline, lange opleiding worden en blijven we rationeel. Ons brein is nu eenmaal beter geschikt om naar een soap te kijken dan om een differentiaalvergelijking op te lossen. Alhoewel we het intellectuele plezier van deze laatste activiteit zeker niet willen onderschatten. Daar zult u, lezer, het ongetwijfeld roerend mee eens zijn.
Marc Buelens is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.
MARC BUELENS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier