De grote uitverkoop
Nieuw onderzoek bevestigt dat aandelen dé superieure belegging zijn op lange termijn. Niet zozeer de hightechsterren, wel de oerklassieke waarden zorgen daarvoor. Uiteindelijk zullen Europa, Japan en de Verenigde Staten hun gigantische vergrijzingsrekening vereffenen via de uitverkoop van hun ondernemingen.
Johan Van Overtveldt is directeur van de denktank VKW Metena.
Als beursgoeroe en uitgekookt belegger kunnen weinigen in het spoor treden van levende legende Warren Buffett. Op de vraag hoelang hij aandelen bij voorkeur in zijn portefeuille houdt, antwoordt Buffett steevast: ” Forever.” Met die misschien wat bizar klinkende stelling raakt hij een fundamenteel gegeven op het gebied van beleggen en investeren. Het staat inderdaad buiten kijf dat, over langere termijn, geen enkele belegging qua rendement nog maar in de buurt komt van wat aandelen opleveren.
De volgende cijfers illustreren de superioriteit van beleggingen in aandelen: 1 dollar belegd in een doorsnee aandelenportefeuille in 1802 zou, mits herbelegging van meerwaarden en dividenden, tegen eind 2003 omgetoverd zijn tot een waarde van bijna 600.000 dollar (zie grafiek). Het gaat om de reële waarde (dus na uitzuivering van het effect van inflatie op de koopkracht). Dezelfde dollar van 1802 zou, wanneer belegd in obligaties en ook met herbelegging van de tussentijdse opbrengsten, eind 2003 een reële koopkracht van 1072 dollar vertegenwoordigen. Wanneer belegd in schatkistcertificaten, daalt het rendement nog verder tot 301 dollar. De langetermijnopbrengst van goud- en dollarbeleggingen stelt, zo blijkt duidelijk uit de grafiek, niets voor.
De grafiek vormt een van de merkwaardigste elementen van het boek The Future for Investors (Crown Publishing, New York, 2005). Auteur Jeremy Siegel, hoogleraar Financiële Economie aan de Wharton Business School (University of Pennsylvania), is al vele jaren een van de absolute toppers in de wereld van de internationale business schools. Binnen het beurs- en beleggingsgebeuren is er geen gebrek aan goeroes, maar de grote meerderheid onder hen verbrandt zich al snel aan de eigen voorspellingen. Zo taant de goeroe-ster vaak nog vlugger dan ze opkwam. Jeremy Siegel behoort evenwel tot het selecte groepje van beurs- en beleggingsspecialisten dat echt ernstig genomen wordt.
Welke aandelen moet u kiezen?
Het nieuwe boek van Siegel is een logisch vervolg op zijn vorige, Stocks for the Long Run uit 1994. Daarin bracht hij ook al de superioriteit op langere termijn van beleggingen in aandelen aan de orde. Nu gaat Siegel uitgebreid in op de vraag: welke aandelen moet je dan kiezen om ten volle van die superioriteit te kunnen genieten? Een tweede, afgeleide vraag die Jeremy Siegel in The Future for Investors behandeld: wat betekent dat nu voor het ingrijpende fenomeen van de vergrijzing in het Westen?
Alhoewel hij zich in dit boek vrijwel uitsluitend op de Amerikaanse situatie richt, stelt Siegel zonder voorbehoud: “Er zullen zich uiteraard nuanceringen opdringen, maar alles wijst erop dat de conclusies voor de VS ook voor de Europese landen en Japan gelden.”
Siegel baseerde zich voor zijn studie op de Standard & Poor-index van de aandelen, een veel degelijker indicator dan de nochtans vaker geciteerde Dow Jones. De S&P-index bestaat sinds 1957. Siegel analyseerde de evolutie van de 500 aandelen die bij de lancering van de S&P in de index werden opgenomen én de 900 aandelen die sedertdien aan de index werden toegevoegd. Jeremy Siegel: “De cijfers laten geen twijfel bestaan. Wie in 1957 in de originele S&P 500 belegde en daar gewoon aan vasthield, haalde superieure beleggingsopbrengsten ten aanzien van om het even welke andere strategie van tussentijds kopen en verkopen. Het zijn vooral de dividenden die het verschil maken. Oerklassieke bedrijven als Philip Morris, Coca-Cola en Pfizer zetten in de periode 1957-2003 de echte topprestaties neer. Qua sectoren scoren gezondheidszorg, sterke consumentenmerken en energie het best. Wees altijd op uw hoede voor ondernemingen met systematisch zware investeringsuitgaven.”
Hoezo? Leerde de ervaring van de voorbije jaren ons niet dat het er vooral op aankwam om er snel bij te zijn bij de beursgang van veel geld verslindende hightechstarters? Jeremy Siegel: “Neen, helemaal niet. Dergelijke ondernemingen vormen een levensgrote val voor de doorsnee belegger. Voor de innovatieve ondernemers en hun directe financiers brengen die IPO’s ( nvdr – initial public offerings, het naar de beurs brengen van ondernemingen) vaak heel wat centen in het laatje, maar de doorsnee belegger krijgt al te vaak op termijn het deksel op de neus. Ik noem dat de groeival. Al die innovatie en jonge ondernemingsdrift vormen de ruggengraat van de economische groei zoals Joseph Schumpeter het zo sprekend samenvatte met zijn concept van creative destruction. Dat nieuwe geweld, zo blijkt onverbiddelijk uit de cijfers, biedt helaas maar weinig perspectieven voor de doorsnee belegger.”
Wie betaalt de vergrijzing?
In The Future for Investors legt Jeremy Siegel nadrukkelijk het verband tussen zijn bevindingen en de demografische omwenteling die op het punt staat Europa, Japan en de Verenigde Staten te overspoelen. Jeremy Siegel: “Ik deel de mening van hen die de vergrijzing van de bevolking in de oude geïndustrialiseerde wereld omschrijven als het belangrijkste gegeven van de komende halve eeuw. Ondanks het feit dat de publieke autoriteiten nergens ter wereld – en zeker niet in Europa, waar duidelijk de grootste problemen op til zijn – voldoende voorbereid zijn op die demografische schokgolf, ben ik toch optimistisch over de ontwikkelingen die ons te wachten staan.”
In zijn boek gaat de Wharton-professor uitgebreid in op dat optimisme. Jeremy Siegel vat het als volgt samen: “China, India en steeds meer andere landen in de Derde Wereld zullen zich alsmaar meer opwerpen als de productielanden. Gebruikmakend van een uiterst werkwillige bevolking en van alle moderne technologieën, zullen zij meer, beter en goedkoper kunnen produceren dan de oude industriegebieden in Europa, Japan en de VS. De bevolking uit die oude gebieden zal dus meer en goedkoper kunnen kopen in die nieuwe landen. Omdat onder meer de overheden zich volstrekt onvoldoende voorbereid hebben op de vergrijzing, zullen de gepensioneerden uit die oude gebieden geleidelijk hun gigantische portefeuilles aan aandelen en obligaties moeten liquideren. De bevolkings- en rijkdomsbasis om dat aanbod aan waardepapier op te nemen, zal niet meer in voldoende mate voor handen zijn in de verouderende gebieden. In de nieuwe industrielanden zullen de beschikbare spaargelden zich echter snel ophopen. Zij zullen dan ook voor de absorptie zorgen van de aandelen en de obligaties die moeten te gelde gemaakt worden om de vergrijzingsfactuur te kunnen voldoen.”
Aan die opmerkelijke analyse kleven twee conclusies die gemengde gevoelens oproepen. Eén: in Europa, Japan en de VS zullen steeds meer bedrijven in handen komen van, zeg maar, Chinezen en Indiërs. Twee: de enorme beleggingsappetijt in de nu sterk industrialiserende landen zal ervoor zorgen dat de door sommigen al concreet in het vooruitzicht gestelde ineenstorting van de beleggingsmarkten in de verouderende gebieden er helemaal niet zal komen.
Johan Van Overtveldt
1 dollar belegd in aandelen in 1802 heeft in 2003 een waarde van 600.000 dollar.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier