De groene rentmeesters

Eric Pompen Eric Pompen is redacteur van Moneytalk

Op het eerste gezicht hebben bankiers en groene jongens weinig met elkaar gemeen. “En toch zullen financiële markten een cruciale rol spelen bij duurzame ontwikkeling,” meent de Zwitserse topindustrieel Stephan Schmidheiny.

Genève.

Tot voor kort vertoonden de financiële markten weinig of geen belangstelling voor duurzame ontwikkeling. Deze term verwijst naar een ontwikkeling die in de behoeften van de huidige generatie voorziet zonder het welzijn van de komende generaties in gevaar te brengen. Businessplannen en investeringen werden in hoofdzaak geëvalueerd op basis van liquiditeit, solvabiliteit en rendabiliteit.

Maar vandaag maakt een nieuwe ratio opgang : de eco-efficiëntie. Deze staat voor de productie van goederen en diensten die de kwaliteit van het leven verhogen, met een minimale vervuiling en een zo laag mogelijk gebruik van grondstoffen, zodat geen uitputting van de aarde plaatsvindt. Eco-efficiëntie verwerpt de klassieke end-of-the-pipe oplossing waarbij de rotzooi pas achteraf wordt opgeruimd en stimuleert een voorkomingsbeleid door middel van proceswijzigingen.

Na de introductie van de groene beleggingsfondsen ontdekken risicoanalisten, accountants en kredietadvizeurs nu de ecologische dimensie van het ondernemen. Motor van deze beweging is ” Financing Change“, het tweede rapport van de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD) van de Zwitserse magnaat Stephan Schmidheiny (zie kader : Trendbreuk). “Het vermijden van pollutie levert ondernemingen heel wat geld op,” zo meent de stichter van de WBCSD. “Zo bespaarde 3M de afgelopen twintig jaar meer dan 15.000 miljard frank dankzij een voorkomingsbeleid.”

ECO-EFFICIENTIE.

Co-auteur van ” Financing Change” is Frank Bosshardt, stafmedewerker van de Anova Holding : ” Financing Change werkt een hoofdstuk uit ons eerste boek ” Changing Course” verder uit : dat over de rol van de financiële markt in de duurzame ontwikkeling. Iedereen weet dat beurzen en banken de beslissingen van ondernemers mee bepalen. Iedere investering milieuvriendelijk of niet moet immers worden gefinancierd. Drie jaar geleden toonden financieel directeurs weinig belangstelling voor eco-efficiëntie omdat zij het begrip niet in kwantificeerbare gegevens konden vertalen. Maar door de strenge wetgeving en het toenemend aantal milieuclaims worden ze steeds vaker gedwongen om groene provisies aan te leggen. Ook de verzekeringspremies stijgen, wat op zijn beurt beleggers aanspoort om toch in ecologie te investeren, zodat vervuiling daalt en gebruik van grondstoffen vermindert.”

Sinds het begin van het WBCSD-onderzoek is de mentaliteit sterk gewijzigd. WBCSD-directeur-generaal Björn Stigson, de voormalige gedelegeerd bestuurder van Fläkt : “Tegenwoordig speelt eco-efficiëntie een directe rol in het beleggingsproces. Vorige maand maakte de Zwitserse bank Lombard et Odier nog bekend dat zij voortaan milieucriteria hanteert als ze in pensioenfondsen belegt. Ook de National Westminister Bank en de Deutsche Bank verlaagden onlangs hun rentetarief voor onschadelijke activiteiten. Zelfs de verzekeringsmaatschappijen kijken naar de milieuprestaties van de ondernemingen vooraleer ze hun portefeuille samenstellen. Groene fondsen daarentegen zullen altijd een niche in de markt blijven.”

Een WBCSD-werkgroep verfijnt momenteel de stellingen uit ” Financing Change“. Bosshardt : “Milieuperformantie heeft op termijn een positief effect op de financiële gezondheid van een bedrijf. Elke modernisering van het productieapparaat vergt een investering, maar levert na verloopt van tijd geld op. Hetzelfde geldt voor de verlaging van de emissies. Als je die verloren grondstoffen kunt recupereren, verminder je de onkosten. Een onderneming die vandaag geen oog heeft voor ecologie wordt slecht geleid.”

Daarom steunt de WBCSD ook de voorstellen van de Europese Commissie om eco-audits in te voeren.

BELASTINGEN.

Iedereen zweert bij de verrekening van de milieukosten in de productprijs, maar in de praktijk blijft dit tot op heden een vrome wens. Stigson : “Complexe problemen kun je niet op één nacht oplossen. En overhaaste maatregelen zijn uit den boze.” Daarbij verkiest de WBCSD economische maatregelen zoals belastingen boven overheidsregulering. Principieel staat de organisatie achter een CO2-taks, zelfs als die niet door alle lidstaten wordt ingevoerd. Bosshardt : “Normen zijn noodzakelijk voor pesticiden en andere giftige stoffen. Maar een sluitende controle bestaat niet. Daarom pleiten wij voor een kader van minimale voorwaarden en incentives voor een ecologisch beleid. Fiscaliteit heeft immers een directe invloed op de kostprijs, zodat de markt onmiddellijk reageert. Daarnaast is de industrie bezorgd omdat ze vreest dat regeringen de ecotaksen zullen misbruiken om extra inkomsten te genereren. Om de rendabiliteit van de bedrijven niet in het gedrang te brengen, moet de operatie neutraal verlopen. In ruil voor een verlaging van de loonlasten creëren milieubelastingen zelfs werkgelegenheid. Daarom steunt de WBCSD de verschuiving van de belastbare grondslag van arbeid naar vervuiling. Ik pleit ervoor dat landen zoals Zwitserland of Duitsland dergelijke maatregelen op eigen houtje doorvoeren. Uiteindelijk zullen de voordelen de nadelen ruimschoots overtreffen.”

Ten slotte promoot de WBCSD de idee van de zogenoemde joint implementation : “Voorlopig blijven de verhandelbare emissierechten certificaten om bepaalde volumes afval te lozen (zie Trends, 10 juni ’96) beperkt tot zwavel (een kleine groep spelers). Een uitbreiding naar multilaterale kredieten voor de vermindering van andere schadelijke stoffen in een clearingsysteem een internationale organisatie verrekent achteraf de inspanningen zou een allesomvattende oplossing voor de mondiale milieuproblemen kunnen bieden. Bijvoorbeeld : een Zwitsers bedrijf investeert in China om de CO2-uitstoot daar te verminderen en krijgt hiervoor een bonus in eigen land. Dat is een efficiënte wijze om wereldwijde vervuiling aan te pakken. Op de voorbije VN-conventie over klimaatwijziging zetten de politici het licht op groen om deze idee verder uit te werken in pilootprojecten.”

MILIEUBEWEGING SCEPTISCH.

Maar de milieubeweging staat sceptisch tegenover het initiatief van Schmidheiny & co. Vooral Greenpeace bestempelt het rapport van de WBCSD als een gigantische pr-campagne van multinationals. Andrew Rowell, auteur van ” Green Backlash. Global subversion of the environment movement” ziet de WBCSD als een middel waarmee de industrie het internationale milieudebat naar haar hand wil zetten en een halt wil toeroepen aan de tendens om ondernemingen aansprakelijk te maken voor de ecologische schade die ze toebrengen. En met succes, zo vindt deze Engelse consultant : “De lobbygroep heeft de aanbevelingen van het United Nations Center for Transnational Corporations (UNCTC) een werkgroep die de multinationals bindende gedragsregels wil opleggen tijdens de United Nations Conference on Environment and Development (UNCED) in ’92 kunnen ombuigen tot vrijwillige responsable care-programma’s. Uiteindelijk stierf de UNCTC een stille dood nadat ze in ’93 werd ondergebracht in de United Nations Conference on Trade and Development (UNCTAD).”

Paul Hawken, zaakvoerder van de natuurwinkelketen Erewhon en van de uitgeverij Smith & Hawken én auteur van ” Ecologisch Handelen. Een blauwdruk” bevestigt : “Naast de officiële afgevaardigden werd de UNCED bezocht door ongeveer 30.000 personen. Vrijwel niemand steunde de voorstellen van de Business Council for Sustainable Development. Precies déze flagrante weigering om het democratisch proces te eerbiedigen, moet het bedrijfsleven tot nadenken aanzetten.”

Stigson ontkent deze beschuldigingen, maar geeft toe dat niet alles rozengeur en maneschijn is : “Pro-actieve bedrijven nemen initiatieven om de impact van hun activiteiten op het milieu te verminderen niet altijd met evenveel succes. Iedereen zal altijd afval blijven produceren. Maar men kan toch niet verwachten dat wij heiliger zijn dan de paus. De ommezwaai naar een ecologische economie vindt stap voor stap plaats. De industrie heeft op enkele jaren tijd een enorme weg afgelegd. De financiële markt speelt een cruciale rol in deze trendbreuk.”

ERIC POMPEN

BJORN STIGSON EN FRANK BOSSHARDT (WBCSD) Milieuperformantie heeft op termijn een positief effect op de financiële gezondheid van een bedrijf.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content