De groene reflex is crisisbestendig
Ondanks de crisis bleven de investeringen in energie-efficiëntie voor commerciële gebouwen vrij stabiel. Dat blijkt uit de Energy Efficiency Indicator voor 2010 die gepubliceerd werd door Johnson Controls.
In 1885 installeerde de Amerikaan Warren S. Johnson de eerste elektrische kamerthermostaat om in lokalen de temperatuur te regelen. Daaruit vloeide al snel de Johnson Electric Service Company voort, een bedrijfje dat de professor samen met enkele investeerders oprichtte. Vandaag – 125 jaar later – kennen we het als Johnson Controls, de wereldleider in oplossingen en producten voor een betere energie-efficiëntie van gebouwen. Bekende toepassingen zijn de HVAC-systemen (heating ventilation air conditioning) en koelingsystemen voor residentiële, commerciële en industriële panden.
Johnson Controls ontwikkelde samen met de International Facility Management Association ook de Energy Efficiency Indicator (EEI). Die wordt jaarlijks berekend en peilt naar de prioriteiten, praktijken en investerings-plannen voor het energiemanagement van commerciële gebouwen. “De eerste EEI dateert van 2007”, zegt Agostino Renna, vicepresident en general manager van Johnson Controls voor Zuid- en Centraal-Europa. “Die was gebaseerd op de feedback van 1200 bedrijfsleiders die doorgaans gevestigd waren in Noord-Amerika. Anno 2010 is de indicator uitgegroeid tot een internationale referentie: 2882 bedrijven in de Verenigde Staten en Canada, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Spanje, Italië, Polen, China en India waren betrokken bij het onderzoek.”
Prioriteit voor de toekomst
De recentste EEI geeft aan dat 56 procent van de ondervraagden het afgelopen jaar evenveel of zelfs meer geïnvesteerd heeft in energie-efficiëntie dan het jaar voordien. Dat vertaalde zich onder meer in zuiniger verlichting, slimmere automatisering en sensoren, en een betere isolatie van gebouwen en vensters. 85 procent van de bedrijfsleiders maakt van energie-efficiëntie een prioriteit. 70 procent van de ondervraagde bedrijfsleiders is zelfs van plan om ook in de komende twaalf maanden een deel van het operationele budget te besteden aan energiemaatregelen. In China ligt dat percentage zelfs op 94 procent.
In Europa liggen de percentages lager: hier zijn de investeringen in energie-efficiëntie vorig jaar slechts bij 45 procent van de respondenten stabiel gebleven of gestegen. “Europese landen hebben in het verleden dan ook al meer inspanningen geleverd dan andere regio’s”, zegt Renna. “Bovendien laten de gevolgen van de economische recessie zich hier langer voelen dan elders. En de recente bezorgdheid over de overheidsschulden weegt sowieso op de investeringen. Toch zijn ook deze cijfers opmerkelijk in crisistijden: het is duidelijk dat bedrijven vandaag de financiële voordelen erkennen van investeringen in energie-efficiënte.”
Kosten, CO2 en wetgeving
Volgens de EEI is kostenbesparing de belangrijkste motivatie. Maar er zijn ook ecologische argumenten: heel wat bedrijfsleiders streven naar een vermindering van hun CO2-uitstoot. En in Europa speelt – veel meer dan in andere regio’s – ook de bindende wetgeving een grote rol. Ter informatie: cijfers over België zijn helaas niet beschikbaar. “We hadden slechts zes Belgische respondenten”, zegt Renna. “Te weinig dus om hier zinvolle conclusies uit te trekken.”
Naast energie-efficiënte oplossingen en producten ontwikkelt Johnson Controls ook interieurs en batterijen voor de auto-industrie. De hoofdkantoren bevinden zich in Milwaukee. Het bedrijf telt intussen 130.000 werknemers die actief zijn in 1300 vestigingen, verspreid over 150 landen. In België heeft Johnson Controls filialen in Diegem, Assenede en Geel. In 2009 bedroeg de omzet wereldwijd 28,5 miljard dollar. De eerste drie maanden van 2010 waren goed voor 8,3 miljard dollar.
Door roel van espen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier