De groene afgunst
De afgelopen weken is het slechtste kantje van vele Vlamingen bovengekomen. De stijging van de energiefactuur heeft hen op een andere wijze leren kijken naar de daken vol zonnepanelen. In plaats van die eigenaars te beschouwen als milieubewust, worden ze vol minachting bekeken als potverteerders op andermans portefeuille. Wat een verhoging van de jaarlijkse elektriciteitsfactuur met gemiddeld 87,12 euro (72 euro plus btw) al niet bereikt. Wedden dat de sfeer op vele wijkfeesten deze zomer veel koeler zal zijn dan andere jaren? Bij de heisa rond de bankiersbonussen is afgunst al even sterk aanwezig.
Economisten kunnen enkel verbaasd zijn dat het subsidië-ren van de installatie van zonnepanelen zoveel commotie losweekt. Dit bewijst dat de meeste mensen toch wel een bizarre kijk hebben op de overheid. Hoe kon men nu geloven dat de subsidies voor de groenestroomcertificaten door niemand zouden gedragen worden? Zou het zonnepanelenbeleid volledig marktconform zijn geweest, dan was er geen overheidsinterventie nodig en zou niemand vandaag moeten klagen. Er zouden wel minder zonnepanelen zijn geplaatst; de subsidiëring van dit beleid was dus nodig om de beleidsdoelstelling tot het opvoeren van de productie van duurzame energie te realiseren.
Maar subsidiëren, onder welke vorm dan ook, kost geld dat finaal van de burger komt. In het geval van de zonnepanelen is de geldstroom nogal duidelijk. Iedereen ziet zijn elektriciteitsrekening de hoogte ingaan en door de duidelijke communicatie hieromtrent begrijpt men ook wat er gaande is. Ook talrijke andere subsidiestromen onttrekken geld aan de burger, maar doordat het subsidiegeld een minder transparante weg volgt, blijft hij hier niet bij stilstaan. We verwijzen bijvoorbeeld naar het gratis vervoer waar vele Belgen van genieten. Economen hebben nauwelijks kunnen overtuigen dat de term ‘gratis’ met een korrel zout diende genomen te worden. De overheid vulde de ontstane put aan met gelden uit de algemene belastingpot, wat inhoudt dat ofwel andere uitgaven hadden kunnen worden verhoogd, dan wel de belastingen verlaagd.
Het valt uitermate sterk te betreuren dat de discussie over de zonnepanelen ieder niveau mist. Er wordt gehamerd op het profitariaat van grote bedrijven en eigenaars van omvangrijke villa’s en op de asociale gevolgen van de verhoging van de elektriciteitsrekening voor de lagere inkomens. Deze begrijpbare argumenten resulteren niet in vragen naar een kritisch onderzoek van iedere subsidie, wel in een vraag naar nog meer overheidsinterventie. Alsof het betalen van de groenestroomcertificaten uit de belastingopbrengsten welk verschil dan ook zou uitmaken voor de modale Vlaming. Het geld dat de eige-naars van zonnepanelen ontvangen en dat de marktwaarde van de geproduceerde elektriciteit overtreft, komt van alle Vlamingen. Men kan enkel het mistgordijn verdikken zodat de juiste weg die dit geld aflegt, minder of zelfs totaal onzichtbaar is.
De hele opzet van het zonnepanelenbeleid kan dus worden afgekeurd wegens de te omvangrijke subsidies. Merk trouwens op dat ook hier, zoals met alle subsidies, een deel naar de installateurs van zonnepanelen vloeit onder de vorm van een hogere winst. We moeten echter de bedenkers van dit beleid feliciteren omdat ze de inherente subsidiestromen zo duidelijk hebben gemaakt. Laten we hopen dat dit resulteert in een kritische analyse van alle vormen van impliciete of expliciete subsidies. Het schijnbare voordeel moet duidelijk worden afgewogen tegen het nadeel van de financiering. Voor de zonnepanelen lijkt het erop dat dit genereuze beleid er zeker niet in die mate zou zijn gekomen als de beleidsvoerders de financiering juist hadden ingeschat. Maar, zoals aangegeven, menen we dat dit in de eerste plaats het gevolg is van de transparantie in de financiering, niet van de totale kostprijs van het beleid.
De belangrijkste les uit de discussie over de zonnepanelen luidt: maak alle subsidiestromen transparant. Er zal dan veel meer weerstand tegen ontstaan en enkel de stromen die op een brede maatschappelijke consensus kunnen rekenen, zullen overleven. Zowaar een aantrekkelijk gegeven in tijden van budgettaire krapte.
De auteur is professor economie aan de VUB.
JEF VUCHELEN
Subsidiëren, onder welke vorm dan ook, kost geld dat finaal van de burger komt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier