De grenzen van de macht
Hoewel Dmitri Medvedev doorgaat op het elan van zijn voorganger Vladimir Poetin, lijken de grenzen van de macht in zicht. Moeilijke jaren zijn in aantocht.
Enkele minuten voor Nieuwjaar schrijdt president Dmitri Medvedev naar de camera’s op het Rode Plein. Er komt damp uit zijn mond en in zijn eerste nieuwjaarsboodschap heeft hij het over de wederopstanding van Rusland. Hij spreekt misschien over de moeilijke beslissing om troepen naar Georgië te sturen en hij verwijst waarschijnlijk naar het sombere economische klimaat en het vermogen van Rusland om de storm te doorstaan. Dan slaat de klok van de Kremlin-toren twaalf keer en klinken miljoenen Russen op de tonen van de oude sovjethymne, die acht jaar geleden door Vladimir Poetin in ere werd hersteld.
Hoezeer Medvedevs woorden met de werkelijkheid overeenstemmen, valt moeilijk te voorspellen. Alles wijst erop dat Rusland afstevent op zijn eerste moeilijke jaren sinds Poetin aan de macht kwam in 2000. De kleine, succesvolle veldtocht in Georgië vormde het hoogtepunt van het Poetin-tijdperk, dat voor het overige gekenmerkt werd door hoge olieprijzen en een gevoel van herstelde trots. In de praktijk won Rusland bij de Georgische escapade niets dat het nog niet had, maar duwde het zijn relatie met het Westen wel naar een nieuw dieptepunt. Ruslands haastige erkenning van Zuid-Ossetië en Abchazië, gebieden die het hoe dan ook al controleerde, heeft de weg geopend naar een langdurige confrontatie met het Westen.
Toen Poetin zijn opvolger voorstelde, reageerden sommige experts, bankiers en progressieven verheugd. Na de oorlogszuchtige Poetin kwam een vriendelijke jonge advocaat op het toneel zonder de minste achtergrond in de geheime dienst en met slechts vage herinneringen aan de Koude Oorlog. Alleen onverbeterlijke pessimisten als Andrei Illarionov, die ooit met Medvedev had samengewerkt, waagden zich aan de sombere voorspelling dat Medvedev zijn burgerlijke achtergrond zou proberen te overcompenseren. Tot nu hebben de pessimisten het bij het rechte eind. Medvedev probeerde zich te bewijzen. Hij nam geen afstand van Poetin, maar nam zijn agressieve stijl over en probeerde soms harder over te komen dan zijn beschermheer.
Het westen heeft misschien niet veel macht over Rusland, maar de breuk komt op een ogenblik dat Rusland het zich het minst kan veroorloven. Rusland zwom in het geld en Poetin kon de westerse kritiek op de schending van de mensenrechten en de verslechterende economische toestand negeren. Het Kremlin betaalde nooit de prijs voor de vernietiging van de oliemaatschappij Yukos of voor de herziening van de voorwaarden voor productiedeling met buitenlandse firma’s. De stijgende olieprijzen en de gestage toevoer van goedkope kredieten van buitenlandse banken gaven Poetin het gevoel dat het zo goed als onoverwinnelijk was. Dat verdoezelde de structurele problemen van de economie.
In 2009 moet Rusland opboksen tegen een veel hardere werkelijkheid. De kredieten van buitenlandse banken zijn opgedroogd. De olieprijzen zijn scherp gedaald. De invoer stijgt sneller dan de uitvoer. Het handelsoverschot, dat een stevige toename kende, begint te krimpen. Dat zal de regering proberen te verhelpen met geld uit het stabilisatiefonds, dat drijft op olie. Een deel van dat geld zal gaan naar inefficiënte staatsbedrijven. Het aandeel van de staat in de economie gaat omhoog en de pogingen om de inflatie tegen te houden, zullen mislukken. De Russen zullen hun inkomen trager zien stijgen.
Niet langer de harde jongens?
In het verleden moest het Kremlin zich alleen zorgen maken over een kleine groep progressieven, maar het ongenoegen kan uitdijen naar een grotere groep.
De Russische economie wordt afhankelijker van buitenlandse investeringen. In het optimistische scenario vermindert daardoor de Russische vijandelijkheid tegenover het westen en wordt het regime buigzamer. Maar de oorlog in Georgië maakte dat weinig waarschijnlijk. In de redenering van het Poetin-regime blijft Rusland naar vijanden zoeken, zowel in binnen- als in buitenland. Mogelijk met nog meer vijandige retoriek en acties in de vroegere sovjetrepublieken. Maar, hoe tirannieker het Kremlin, hoe meer weerstand in de eigen etnische moslimrepublieken, vooral dan in Ingoesetië, waar de bevolking genoeg heeft van het corrupte leiderschap en de constante schendingen van de mensenrechten. (T)
DE AUTEUR IS CORRESPONDENT IN RUSLAND VAN THE ECONOMIST.
Door Arkady Ostrovsky
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier