De golfer in Ike Eisenhower

Wie tussendoor snel wat wil gaan golfen, kan nog iets leren van de 34ste president van de Verenigde Staten.

U weet het wellicht ook: hoe groter uw verantwoordelijkheid, hoe minder tijd u hebt om te gaan golfen. Maar het kan ook anders, zo leert het verhaal van Dwight David Eisenhower. De 34ste president van de Verenigde Staten was acht jaar lang (1953-1961) de machtigste man van de wereld. En toch slaagde hij er in die periode in om duizend keer te gaan golfen, waaronder achthonderd omlopen van achttien holes. Dat betekent minstens honderd keer een ’18 hole’ per jaar. Inderdaad: ondenkbaar in onze tijd. Niet alleen voor een Amerikaanse president, ook voor iedereen die een belangrijke rol speelt in het bedrijfsleven.

Eisenhower begon te golfen op zijn veertigste. Zijn swing was verre van perfect omdat een knieblessure, overgehouden aan Amerikaans voetbal, hem parten bleef spelen. De president worstelde ook met zijn putting, had een handicap van 18, was lid van de Augusta National en wisselde sterke momenten af met zwakke. Ooit zei hij in het openbaar: “Ik voer morgen een wet in die verbiedt om naar mijn score te vragen.” Geen dag later lagen badges in de winkel waarop stond: Don’t Ask What I Shot.

Wie ooit met hem speelde, vertelt dat Eisenhower een heel normale en eenvoudige man was die op de golfbaan alleen maar over golf wilde spreken. Hij was verliefd op het spel en oefende zelfs in de tuin van het Witte Huis als hij een uurtje vrij had. Met of zonder medewerker. Hij vond dat hij alleen scherp kon blijven voor zijn job als hij een perfect mentaal en fysiek evenwicht kon vinden. En het wondermiddel om daarin te slagen, was golf.

Op het gras kwam Eisenhower uiteraard ook in contact met de topspelers. Zijn favoriet was Arnold Palmer. “Het was heerlijk spelen met de president”, vertelt die. “Voor de wedstrijd gooiden we de vier balletjes in de lucht, en de twee die het dichtst bij elkaar lagen speelden samen.” Op zijn 37ste verjaardag kreeg Palmer onaangekondigd bezoek van Eisenhower, die hem een zelfgemaakt schilderij schonk.

Tijdens het presidentschap van Eisenhower veranderde de wereld ingrijpend. Er was de oorlog in Vietnam, de Hongaarse revolutie, de crisis in Cuba en de vele ruzies met Chroesjtsjov. Eisenhower kreeg een hartaanval en een beroerte, maar hij bleef verrassen met zijn dossierkennis. En de artsen die hem de raad gaven om iets minder fanatiek te golfen, stuurde hij steevast wandelen.

John Baete