De goeie mix

Willy Van Damme medewerker Trends

Een nieuwe fabriek in Thailand, een joint venture in India en een overname in Italië : de voorbije maanden zijn druk geweest voor Eur-O-Compound. Vanuit Oudenaarde is de familiale groep met Nederlandse aandeelhouders uitgebouwd tot een heuse chemiemultinational.

In 1962 kwam de Nederlandse familie Marsman in Oudenaarde een productiefiliaal van haar bedrijf Eur-O-Compound neerpoten. Dicht bij de Vlaamse tapijtindustrie, want daarin schuilde groei voor de latexmengsels, de kernbusiness van het bedrijf. Integratie en diversificatie hebben sedertdien de klantenportefeuille doen uitwaaieren van de tapijtindustrie ( Associated Weavers Europe, Eurantex, Desseaux in België, Sommer in Frankrijk, Edeltapijt en Betap Tufting in Nederland,…) naar heel andere sectoren als cosmetica ( Yves Rocher, Win Cosmetics, Yplon), papier ( KNP), verf, toelevering voor auto- en vliegtuigconstructie ( Johnson Controls) en nog veel meer.

Een gezonde expansiehonger maakte dat de groep is uitgegroeid tot een flinke mini-multinational. Oudenaarde is al lang geen “filiaal” meer, maar wel het zenuwcentrum en hoofdkwartier. Onder de overkoepelende holding, de Belgische nv International Compounding Managing, zitten nu 15 vestigingen in Europa en Azië, goed voor een geconsolideerde omzet van 4,5 miljard frank.

GLOBALIZERING.

De voorbije maanden heeft de groep resolute stappen gezet in Azië. Met twee fabrieken krijgt Eur-O-Compound voet aan de grond in deze groeiregio. In januari van dit jaar werd in Thailand Thai Compound opgericht, een volledig eigen dochter, met een investeringsbudget van zo’n 300 miljoen frank. Industriegrond werd gekocht in Rayong, 200 km ten oosten van Bangkok aan de Eastern Seabord development (waar ook Solvay zit). De engineeringstudies zijn bezig, de bouw moet beginnen in oktober-november, na het regenseizoen. Dan verrijst een fabriek die latexmengsels en emulsies voor de verfnijverheid zal produceren de productie start in de zomer van volgend jaar plus een opslagplaats en bewerkingseenheid voor natuurlijke rubber deze laatste zou nog eind dit jaar operationeel worden. Thai Compound zal een kleine 100 mensen tewerkstellen. Op termijn moet 40 % van de omzet gaan naar export naar de buurlanden.

In India sloot Eur-O-Compound enkele weken geleden, net vóór de verkiezingen in dat land, een joint venture met de lokale onderneming Raj Prakash Chemicals ltd, die voor 49 % tekent. In die joint venture, met de naam TMP India ltd., investeert Eur-O-Compound in eerste instantie ongeveer 25 miljoen frank. Bedrijfsdirecteur Marc Weyme : “De Indiase partner produceert reeds het soort emulsies dat TMP ( nvdr – een ander bedrijf uit de Eur-O-Compound groep) in Oudenaarde maakt. Maar zijn technologie is wel aan verbetering toe, en via deze joint venture kan Raj Prakash Chemicals moderniseren. De nieuwe installatie een pijpenconstructie met opslagtanks en reactortanks komt in Tarapur, zo’n 130 km ten noorden van het industriële en financiële hart Bombay, naast de bestaande installaties van Raj Prakash Chemicals. De bedoeling is vooral emulsies voor de verfnijverheid te maken. Begin volgend jaar hoopt men de productie te kunnen starten.

Dichter bij huis, in Italië, ging Eur-O-Compound op het overnamepad : Resla srl, een kleine producent van latexmengsels uit de buurt van Turijn werd gekocht de prijs verklapt men liever niet. Daarmee kan men beter dan voorheen de Zuid-Europese markt bedienen vanuit België was de afstand nogal een hinderpaal.

BEGINJAREN.

De oorsprong van de Eur-O-Compound-groep lag in het Nederlandse stadje Weesp (bij het IJsselmeer), waar in 1948 handelaar Gerardus Marsman begon met de productie van schuimrubber voor de matrassen- en meubelindustrie. De opkomst van het getufte tapijt, dat een rubberen onderlaag nodig had, bracht hem er in 1962 toe de firma Eur-O-Compound op te starten, die op basis van Amerikaanse licenties die rubberlaag ging produceren. Toen in de jaren zeventig de Vlaamse tapijtindustrie sterk begon te groeien, greep de familie Marsman de opportuniteit aan om hier in 1974 een zusterbedrijf op te richten, in Oudenaarde. “Die stad heeft immers een strategische ligging,” vertelt financieel directeur Christ Thielemans. “Niet ver van de streek rond Waregem en Kortrijk waar de meeste tapijtproducenten gevestigd zijn, en goed verbonden met de grote verkeersassen zodat wij ook snel in bijvoorbeeld Frankrijk zijn.” De vestiging in Oudenaarde bleek al snel een schot in de roos te zijn.

Bij onze noorderburen ontwikkelde de tapijtnijverheid zich veel minder sterk, en toen bovendien bleek dat er in Weesp geen uitbreiding meer mogelijk was zwaar vervoer door het dorp werd verboden, voor een uitweg door de polder moest het bedrijf zelf een brug gaan aanleggen werd de sluiting van de fabriek in Nederland onvermijdelijk. Eind jaren ’70 werden alle activiteiten in Oudenaarde geconcentreerd. Zoon Oscar Marsman, die samen met zijn broer Gerard het bedrijf van vader Gerardus overnam, vestigde zich in Gent. De tweede generatie bestuurders het bedrijf is nog steeds voor 100 % in handen van de familie Marsman doet de zaak nu continu groeien.

VERDERE INTEGRATIE.

Na de sluiting van Nederland bleef het bedrijf zich in België voort ontwikkelen, als leverancier van de schuimrubberen onderlaag (in vloeibare vorm) voor de tapijtindustrie en van producten voor de bevestigende tussenlaag. In 1982 werd een belangrijke stap gezet in de verdere integratie en diversificatie van Eur-O-Compound : voortaan ging het bedrijf zelf de latex aanmaken die het voornaamste bestanddeel vormt van de door haar geproduceerde mengsels. “Met deze politiek van integratie wilden we vooral minder afhankelijk worden van bepaalde leveranciers,” verduidelijkt algemeen directeur Marc Weyme.

Diversificatie bezorgde het bedrijf een set nieuwe klanten. Parallel met de aanmaak van latex startte men ook de productie van zogenoemde surfactants, noodzakelijke ingrediënten voor de latexmengsels, die bovendien ook benut worden in de productie van schoonheidsartikelen als shampoos en zepen. Het gevolg laat zich raden : sinds enkele jaren wordt een gedeelte van de surfactants-productie verkocht aan bedrijven uit de sector van cosmetica en huidverzorging. De omzet van dit soort producten was verleden jaar binnen de groep reeds goed voor een 100 miljoen frank. “Het is binnen Eur-O-Compound de sterkst groeiende divisie. Terwijl ons latexmengsel voor de tapijtnijverheid geen expansie meer kent door de situatie in die sector, blijkt de surfactantsafdeling het uitstekend te doen, ze is reeds goed voor ongeveer 10 % van de omzet die Eur-O-Compound Belgium haalt,” verklaart Christ Thielemans.

De latexproductie binnen de groep gebeurt nu bij de in Oudenaarde gevestigde Chemical Production Unit nv (CPU), die in 1982 werd opgericht, en sinds 1994 ook bij de Latex Production Unit nv (LPU) in Evergem. In 1982 werd ook Tailor Made Polymers nv (TMP) opgericht, eveneens in Oudenaarde gevestigd. TMP was een verdere stap in de uitbouw van een “geïntegreerde onderneming” : deze eenheid maakt immers grotendeels gebruik van dezelfde technologie als CPU (polymerisatie uit petroleumgassen), maar dan voor de aanmaak van waterachtige chemische emulsies voor een zeer breed toepassingsveld : klanten van TMP zijn de verfindustrie (voor watergebaseerde verven, de zogenaamde acrylverven), de textielnijverheid en de lijmproducenten.

De gebruiksmogelijkheden van de door CPU en LPU geproduceerde latexemulsies situeren zich dan weer in de tapijtindustrie, de bouw en de papiernijverheid. In de bouw bijvoorbeeld verbeteren bepaalde emulsies de kleefkracht en elasticiteit van de mortel. Bij de fabricatie van papier zorgt de toevoeging van latex voor een betere trekkracht, bedrukbaarheid en glans.

EERSTE STAPJES OVER DE GRENS.

Gelijktijdig met de start van de latexproductie en de oprichting van TMP zette Eur-O-Compound zijn eerste stappen richting buitenland. De internationale sprong voorwaarts kwam er in 1985 met de creatie van Eur-O-Compound U.K. ltd in Manchester, in het hart van de Britse textielindustrie, de Midlands. Marc Weyme : “We kozen voor een ligging pal in het centrum van de Britse tapijtnijverheid, een van de belangrijkste van Europa. Het idee om in Engeland een magazijn te bouwen en van daar onze waren verder te verspreiden hebben wij snel opgegeven. Ons product bestaat immers voor een groot gedeelte uit water, dat dan via de weg of het spoor honderden kilometers ver vervoerd zou moeten worden. Dat kwam veel te duur uit. Om die reden richtten wij in 1985 een Britse dochteronderneming op, die in essentie dezelfde producten maakt als in Oudenaarde.”

Belangrijk in de ontwikkeling van de Britse poot was ook de overname in ’92 van Lastite Building Products ltd in Gwent (Wales), een producent van vloerlijmen, roofingmateriaal en siliconendichtingsproducten voor de bouw, voor de Britse markt. Sinds verleden jaar is het getransfereerd naar Manchester, naar het terrein van de Britse Eur-O-Compound-vestiging. “Om de kosten te drukken,” oppert Christ Thielemans.

In 1984 werd in het Zwitserse Rothenburg ook M.T. Coatings A.G. opgericht (eigendom van de familie Marsman maar niet geconsolideerd binnen de groep). Hier worden de latexmengsels geproduceerd voor de Zwitserse, de Italiaanse en (een gedeelte van) de Franse markt.

HERSTRUCTURERING.

Met de start van TMP en CPU en de beginnende internationalisatie was 1982 voor Eur-O-Compound duidelijk een scharnierjaar. Een structurele reorganisatie drong zich op. Moederbedrijf Eur-O-Compound werd vervangen door drie verschillende entiteiten : de overkoepelende holding International Compounding Managing nv (participaties : zie schema), CPU nv (de producent van latex), en een nieuwe Eur-O-Compound Belgium nv. Deze laatste vennootschap is de producent van de mengsels, en telt drie afzonderlijke divisies : die van de surfactants voor o.a. de huidverzorgingsindustrie, een voor de aanmaak van de pasta’s gebruikt bij de latexmengsels, en sinds ’91 een krijtmaalderij (nog een voorbeeld van het streven naar totale integratie waarbij men elk onderdeel van de op latex gebaseerde mengsels zelf produceert).

“Met onze mengsels zijn wij marktleider in Europa,” verklaart Marc Weyme. “Grote concurrenten hebben we niet. Bijna alle fabrikanten van dit soort producten zijn immers kleine bedrijfjes. Onze dochters CPU en LPU daarentegen hebben wel grote rivalen als Rhône-Poulenc, BASF, Dow en Bayer. Onze sterkte is dat we als familiale kmo met korte beslissingslijnen erg flexibel kunnen inspelen op de vragen van de klant.”

De geconsolideerde groepsomzet bedroeg verleden jaar bijna 4,5 miljard frank en zal naar verwachting ook dit jaar een verdere groei vertonen. In totaal telt de groep momenteel een 300 werknemers. De in België geproduceerde latexmengsels vinden voor 50 % hun afzet in België. Van de resterende helft gaat 20 % naar Nederland, 10 % naar Frankrijk en 8 % naar Duitsland. Andere markten hiervoor zijn o.a. het Midden-Oosten. Voor de basis-latex en het gamma producten van TMP is eveneens 50 % bestemd voor de Belgische markt een groot gedeelte van de latex is bestemd voor Eur-O-Compound zelf.

MILIEU.

Een andere belangrijke stap in de integratie van de groep was de overname in ’89 van het in Schoten gevestigde verfbedrijf Starlac Paints (zie ook kader) dat in handen was van de familie Parmentier. TMP, dat basisproducten voor acrylverven levert, had er op die wijze een belangrijke klant bij. Een volgende zet in dit integratieproces kwam er in ’90, met de aankoop van de transportfirma Internationaal Transport De Laet uit Wichelen dat omgedoopt werd in Oudenaards Tankwagen Transport nv. Zegt Thielemans : “Op die wijze bekwamen wij onmiddellijk een vergunning voor dergelijk vervoer. We werden aldus verder zelfbedruipend en het maakte het ons beter mogelijk just-in-time te leveren, wat cruciaal geworden is.”

Een belangrijk jaar voor het bedrijf is ook ’93 geweest toen men begon met de bouw van de Latex Production Unit (LPU) in Evergem bij Gent. Een investering van 730 miljoen, voor 2/3 gefinancierd met eigen middelen. Deze produceert zoals de Chemical Production Unit dat in Oudenaarde doet latexemulsies (in Oudenaarde was geen uitbreidingsmogelijkheid meer).

“Via LPU stellen wij onze toekomst in België veilig. Het grootste probleem waar wij mee kampen is dat van de veiligheidsvoorschriften en de milieuvergunningen die alsmaar strenger worden. Aangezien onze latex gemaakt wordt op basis van erg brandbare styreen en butadeengassen is het steeds moeilijker om vergunningen te krijgen en te behouden. In Evergem liggen wij vlak aan een grote waterweg en naast spoorwegen zodat wij ook in de toekomst verzekerd zijn van de toevoer van die grondstoffen. Het transport over de weg wordt immers meer en meer aan banden gelegd. Ook eisen veel van onze klanten dat wij meerdere productie-eenheden hebben, zodat zij steeds zeker zijn dat wij aan hun vraag kunnen voldoen,” aldus Marc Weyme.

Gedeeltelijk op vraag van een van de klanten werd in ’93 in het Portugese Portalegre Sinpol opgericht, een volledig eigen dochter, die naast de aanmaak van de latexmengsels ook de emulsies levert voor het bevestigen van de zetelbekleding van autoproducenten als Seat en Ford op het Iberisch schiereiland. “Zoals in Groot-Brittannië was leveren vanuit België te duur.”

TOEKOMST.

Verleden jaar kwam dan een nieuwe, kleine maar niet onbelangrijke investering in Polen met de oprichting van Eur-O-Compound Polska in Pionki vlakbij Radon. Een investering van 50 miljoen. Het bedrijf met een twintig werknemers is nu aan het proefdraaien. Hier komt buiten een kleine productieenheid voor latexmengsels ook een verpakkingsafdeling voor verf. Die verf, vanuit Hemiksem geleverd door Starlac, wordt ginds verpakt en gedistribueerd. De bedoeling is eerst de Poolse markt te verkennen om in een later stadium ook uit te voeren naar de buurlanden, zoals Rusland. Gezien de groeikansen voor de tapijtnijverheid ginds een niet onverwachte zet.

Ook in de nabije toekomst blijft verdere internationale expansie op de agenda staan. Zo wordt dit jaar in Portugal en volgend jaar in Manchester gestart met de aanmaak van surfactants voor de huidverzorgingsindustrie. Met productiecentra in België, Portugal, Groot-Brittannië, Polen, Thailand, India en Italië en een onrechtstreeks verbonden onderneming in Zwitserland staat Eur-O-Compound sterk om als wereldspeler mee te draaien in zijn sector.

WILLY VAN DAMME

MARC WEYME EN CHRIST THIELEMANS (EUR-O-COMPOUND) Vijftien vestigingen in Europa en Azië, goed voor een geconsolideerde omzet van 4,5 miljard frank. En de internationale expansie valt nog niet stil.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content