De gasrevolutie
De vondst van grote voorraden schaliegas in Noord-Amerika verandert de machtsverhoudingen in de gaswereld. Kind van de rekening dreigt het Russische Gazprom te worden.
Vijf jaar geleden was de toekomst van heel wat gasterminals aan de Amerikaanse oost- en westkust duidelijk. De lokale gasproductie liep terug, de prijzen stegen en het energiehongerige Amerika maakte zich zorgen dat het licht zou uitgaan bij gebrek aan energie. Importeren was het ordewoord.
Anno 2011 liggen de kaarten helemaal anders. De invoer van LNG, liquified natural gas, vloeibaar gas, is stilgevallen. Reden: het massaal aanboren van de voorraden schaliegas in de bodem. Schaliegas is nu goed voor 23 % van het Amerikaans verbruik, bijna achtmaal meer dan zes jaar geleden. De Verenigde Staten zijn sinds vorig jaar de grootste gasproducent ter wereld, zegt Bart Lavent, de directeur upstream en downstream bij de Belgische gastankerrederij Exmar. “Ze zijn nu self sufficient: ze hebben genoeg gasvoorraden om de eigen behoeften te dekken.” Ook in andere delen van de wereld blijkt meer gas te zitten dan tot nu toe werd aangenomen.
Dat kan de geopolitiek van energie op zijn kop zetten. Klassieke olie- en gasexporteurs zien hun macht drastisch ingeperkt. Want de westerse wereld is niet langer met handen en voeten gebonden aan de grillen van de machthebbers in Venezuela, Iran of Rusland, die konden profiteren van de explosie van het oliegebruik na de Tweede Wereldoorlog. De klassieke energieleveranciers krijgen nu concurrentie van een hele lading spelers uit landen met een vrijemarkttraditie.
Import/export
Al neemt elke stap in de gaswereld tijd in beslag. De LNG-terminals in Noord-Amerika zien hun importtrafieken beperkt tot de partijen waar de verkopers contractueel niet onderuit kunnen, maar die terminals ombouwen voor gasexport vraagt tijd. Exmar is betrokken bij de studiefase voor een dergelijke investering in Canada, maar ook voor de VS verwacht Lavent dat niet voor 2015, 2016. “Er zijn vergunningen nodig, want in plaats van een vergassingsinstallatie is er een liquefactiefabriek nodig. De investeringsbeslissing voor de ombouw is nagenoeg nergens al genomen. Belangrijker nog, er zijn langetermijncontracten nodig met afnemers, en die zitten meestal nog niet verder dan een memorandum of understanding. Zonder contract krijg je geen financiering rond.”
Of de VS echt een exporteur worden van gas, hangt vooral af van de prijs. De marktprijs bedraagt er 4 dollar per miljoen btu (british thermal unit, de meest gebruikte eenheidsmaat), maar voor levering in 2015 worden contracten afgesloten voor 5,5 dollar. Schaliegasproducenten gaan nu uit van een kostprijs tussen 2 en 6 dollar, ook afhankelijk van de evolutie van de techniek en mogelijke kostenverhogingen door milieueffecten. Maar het potentieel is er. Volgens een studie van de Energy Information Administration hebben de VS zowat 24,4 triljoen kubieke meter schaliegas in de grond zitten, ruim drie keer zoveel als de bewezen reserves aan natuurlijk gas.
In China, die andere grootverbruiker van energie, is die verhouding zelfs twaalf keer meer: 3 triljoen kubieke meter natuurlijk gas, 36,1 triljoen kubieke meter schaliegas. Dat gas is meer dan nodig. Volgens het twaalfde vijfjarenplan zal de consumptie in vier jaar 260 miljard kubieke meter gas bedragen, het driedubbele van in 2008. Dus doet de Aziatische grootmacht alles tegelijk. Aan de kust worden LNG-terminals bijgebouwd om de importcapaciteit te verdubbelen tegen 2015. Aan landzijde loopt het gas via een nieuwe pijplijn vanuit Turkmenistan naar de snel groeiende Chinese miljoenensteden. Intussen wordt het schaliegas ontgonnen.
Europa
Ook in Europa wordt druk gezocht naar onconventionele gassoorten. In Nederland vinden er proefboringen plaats in Boxtel en Haaren, met uitzicht op productie binnen tien jaar. De Energieraad bracht begin dit jaar een rapport uit dat er vooral op hamerde om de talrijke landeigenaren en -gebruikers van de terreinen waar het gas kan worden gewonnen, te laten delen in de eventuele winsten. In Polen en Oekraïne, waar vermoedelijk de grootste Europese reserves liggen, worden ook volop testen uitgevoerd.
Want er zit meer in de grond dan alleen schalierotsen. Er zit ook gas in zandsteenlagen, dat mogelijk kan worden ontgonnen. Ook veelbelovend is het methaangas dat in steenkoollagen zit. Ook bij ons, in het Kempische steenkoolbekken. Volgens een studie van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek zit er zowat 7 miljard m3 methaangas in de Limburgse grond, goed om 175.000 gezinnen gedurende 20 jaar met gas te bevoorraden. In april richtte de Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM) daarvoor samen het Australische Dart Energy een joint venture op, Limburg Gas, die de komende drie jaar 10,3 miljoen euro investeert in proefboringen en een proefproject.
Voorlopig lijkt alles wat gas is te groeien: zowel vraag als aanbod blijft stijgen. Behalve schaliegas blijft immers ook de LNG-markt groeien. De Europese importcapaciteit aan LNG is verdubbeld sinds 2000. Er werden tijdens de eerste zes maanden van dit jaar twee keer meer LNG-schepen besteld dan over heel 2010 en Qatar blijft nieuwe LNG-fabrieken bijbouwen. Ook Australië, Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea maken zich op om meer LNG te produceren. “Voor Exmar is dat een positieve ontwikkeling”, analyseert Lavent nuchter.
Die wereldwijde ontwikkelingen maken dat het Internationaal Energie Agentschap ervan uitgaat dat tegen 2030 gas steenkool zal zijn voorbijgestoken als belangrijkste energiebron. Het zal dan een kwart van onze behoeften voor zijn rekening nemen. Ontwikkelingen als de sluiting van de Duitse kerncentrales versnellen dat proces alleen.
Drie markten
Maar de gasrevolutie slaat niet overal even snel toe. Want er zijn de facto drie gasmarkten: Noord-Amerika, Europa en Azië. De prijzen aan de andere zijde van de Atlantische Oceaan zijn, dankzij het schaliegas, laag. In China hangt de prijs nog veelal vast aan die van olie, en is gas het duurst. Europa zit daar ongeveer middenin.
De koppeling van de prijs van gas aan die van olie is een relict uit het verleden, toen het in de jaren zestig een alternatief werd om huizen te verwarmen. Langetermijncontracten om de hoge kosten voor exploratie, ontginning en uitbouw van een nieuwe infrastructuur te dekken waren logisch.
Die vlieger gaat anno 2011 echter al lang niet meer op. Gas wordt vandaag amper gebruikt om auto’s of vrachtwagens te doen rijden bijvoorbeeld, terwijl olie nagenoeg afwezig is in de elektriciteitsproductie. De producenten die de touwtjes in handen hadden, hielden echter met vreugde de lucratieve koppeling aan de olieprijs in stand. Zij zaten aan de bron van de pijpleidingen, die instaan voor 80 procent van het wereldwijde gasvervoer.
Dictatoriaal
Bedrijven als Gazprom aarzelden ook niet om die macht te gebruiken. Het Russische staatsbedrijf, dat ruim een kwart van de Europese gasmarkt bevoorraadt, aarzelde in 2009 niet om de kraan toe te draaien na een geschil met Oekraïne over de doorvoer naar Europa. Vooral in Oost-Europa en de Balkan waren de gevolgen voelbaar.
Die bijna dictatoriale manier van zakendoen is verre van gefnuikt, maar de laatste jaren moet ook Gazprom zijn toon matigen. Door de economische crisis daalde de vraag. Dat tijdelijke fenomeen werd verstevigd door een aantal maatregelen om de Europese energiemarkt te liberaliseren. Daardoor konden kleinere nutsbedrijven gemakkelijker meer gas kopen op de spotmarkt, aan prijzen die soms de helft lager waren. Gevolg: ook hun grotere concurrenten bedongen een korting bij de Russische beer. Ten slotte zag Qatar zijn LNG-transporten naar de Verenigde Staten teruglopen en vond het in Europa een welgekomen nieuwe afzetmarkt.
Toch is het Russische gas nog altijd incontournable. Alexei Miller, de CEO van Gazprom, verkondigde op de aandeelhoudersvergadering van eind juni zelfs triomfantelijk dat de koppeling aan de olieprijs de komende jaren behouden zal blijven. Door de opstand tegen het regime van kolonel Khadaffi stokte de aanvoer van Libisch gas naar Europa immers. Net als de LNG-aanvoer uit het Midden-Oosten, waar het Qatarese gas massaal naar Japan werd verscheept. Dat land sloot na Fukushima tijdelijk zijn volledige vloot kernreactoren – de eerste werd pas vorige week weer opgestart.
Maar ook Miller weet dat het tijdelijke fenomenen zijn. Volgens een studie van het James Baker Instituut kan het aanspreken van de voorraden schaliegas maken dat het marktaandeel van Gazprom op de West-Europese markt keldert van 27 % in 2009 tot amper 13 % in 2040. Ook de Chinezen dringen aan op een stevige neerwaartse herziening van hun contracten. Geen dure langetermijncontracten meer, en al helemaal niet tegen Aziatische of zelfs maar Europese prijzen. Want met het schaliegas, eventueel aangevuld met LNG-import, heeft Beijing nu een alternatief.
Gazprom zou daarom naar verluidt meer geneigd zijn te luisteren naar zijn klanten en benadert de Europese nutsbedrijven meer als potentiële partners dan als tegenstanders. Volgens cynici hoopt het bedrijf daarmee de investeringen in schaliegas te ontmoedigen en vooral het Europees enthousiasme te temperen voor Nabucco. Die al lang geplande pijpleiding moet gas uit de regio rond de Kaspische Zee en het Midden-Oosten naar het Oude Continent brengen. “Vergis je toch maar niet: Gazprom zal de grootste gasleverancier blijven”, waarschuwt Lavent.
Pijpleidingen
Daardoor lijkt het rijk van de pijpleidingen op zijn limieten te botsen. Naarmate hun aandeel in de gasaanvoer stokt, verdwijnt ook de prijskracht van de gasleveranciers die aan de kraan zitten. Volgens sommigen worden op middellange termijn de verschillen in de gasprijs tussen de drie marktblokken Noord-Amerika, Europa en Azië uitgevlakt. “Zo snel zie ik dat niet gebeuren”, oordeelt Lavent. “Voor Japan of Korea blijft olie een substituut voor gas, dus verdwijnt die koppeling niet rechtstreeks. Bovendien blijft dit een business die afhankelijk is van de infrastructuur, wat de markten gedeeltelijk ‘vergrendelt’. Want je kunt wel meer gas naar Japan willen vervoeren, maar als zij dat niet kunnen ontvangen, gaat dat niet. En zij kunnen geen infrastructuur uitbouwen zonder de financiële zekerheid van een langetermijncontract. De gasmarkt is niet zo flexibel als die van olie.”
Daardoor blijft het langetermijnplaatje in de LNG-sector overeind. Volgens de studie van het Baker Instituut zal in 2040 meer dan een kwart van ‘s wereld LNG nog steeds komen van Venezuela, Iran en Nigeria. Maar het groeiritme ligt aanzienlijk lager dan oorspronkelijk gedacht. De creatie van een gas-Opec wordt mede daardoor steeds onwaarschijnlijker. Want de aanvoer van gas maandelijks opleggen, staat haaks op de langetermijncontracten waarnaar verbruikers én leveranciers zo hunkeren. Maar bovenal gaat het idee, dat eind 2008 in ernst werd besproken op het Kremlin, uit van een marktmacht die de Gazproms dezer wereld steeds meer ontglipt.
THE ECONOMIST, BEWERKING: LUC HUYSMANS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier