De Franse ‘Madame Non’
Premier Yves Leterme heeft er blijkbaar een abonnement op: onderhandelen met vrouwen die voet bij stuk houden. Vorige week moest hij samen met de Franse minister van Financiën, Christine Lagarde, onderhandelen over de afsplitsing van FSA, de zieke Amerikaanse Dexia-dochter. De Belgische regering wilde dat FSA werd losgekoppeld. Lagarde bleef zich daartegen verzetten. Een Belgisch-Franse Dexia-opsplitsing was evenmin een optie. De Fransen wilden tegen elke prijs de verantwoordelijkheid vermijden voor FSA, ondergebracht bij het Franse Crédit Local.
Lagarde profileerde zich als een harde tante, maar handelde nooit op eigen houtje. Er was continu ruggenspraak met president Nicolas Sarkozy. Niet alleen in Buitenlandse Zaken moeten de Franse ministers zich op de achtergrond houden, ook Financiën is een favoriet speelterrein voor Sarkozy, zelf een oud-minister van Financiën. Als minister van Financiën was ze niet de eerste keuze van Sarkozy. Ze kreeg de portefeuille pas nadat Henri de Castries, topman van AXA, en Michel Pébereau, voorzitter van BNP Paribas, de functie weigerden.
Niet Frans genoeg
De voorbije weken was er kritiek op Lagarde omdat ze te laat reageerde op de financiële crisis. Sommigen vonden dat ze had getalmd om uit haar vakantieverblijf in het zuiden van Frankrijk terug te keren. Bovendien zou ze politiek niet zwaar genoeg wegen en steevast door de president genegeerd worden bij strategische beslissingen. Geruchten deden zelfs de ronde dat Lagarde bij een volgende herschikking van de regering vervangen zou worden. Maar de lawine van de bankencrisis maakte een einde aan die geruchten.
De financiële crisis verbergt het fraaie palmares dat Lagarde kan voorleggen. Onder haar impuls werden de successierechten verlaagd, de hoogste belastingschalen verlaagd en de sociale lasten op overuren afgeschaft. Ze blijft echter zwak scoren in de populariteitspolls.
Het probleem van Lagarde is dat ze te weinig ‘Frans’ is. Dat heeft te maken met haar carrière. Toen Lagarde, geboren in Parijs maar opgegroeid in de Normandische stad Le Havre, als juriste solliciteerde bij een aantal Franse advocatenkantoren, kreeg ze te horen dat ze het als vrouw nooit tot partner zou schoppen. Daarnaast slaagde Lagarde niet in het toegangsexamen voor de Ecole Nationale d’Administration (ENA), die tal van Franse politici, topambtenaren en bedrijfsleiders heeft gevormd. Lagarde wendde haar blik dan maar naar de Angelsaksische wereld en werd in 1981 advocaat bij de Parijse poot van Baker & McKenzie. Ze klom tot de internationale top, trad in 1995 toe tot het directiecomité en werd in 1999 de absolute nummer één.
In de VS kwam Lagarde niet in een vreemde omgeving terecht. In 1974, net na haar middelbare studies, deed ze een stage in het Amerikaanse Congres bij William Cohen, de latere minister van Defensie onder Bill Clinton. Ze hield er een blijvende fascinatie voor de VS aan over. Haar twee zonen heten overigens Tom en Pete. Haar verblijf in de VS heeft van haar iemand gemaakt die altijd rechtuit spreekt. Zo zei ze onomwonden te verschillen “van de andere chairmen. Mannen hebben meer dan ik de neiging om zichzelf ernstig te nemen.”
Lagarde stond tot 2004 aan het hoofd van Baker & McKenzie en onder haar leiding steeg de omzet van het kantoor met de helft, tot 1,228 miljoen dollar in 2004. Twee jaar eerder stond Lagarde op de vijfde plaats in de lijst van machtigste Europese zakenvrouwen.
Na twintig jaar in de VS verscheen ze op het radarscherm van de Parijse politieke wereld en werd in 2005 minister van Buitenlandse Handel in de regering-de Villepin. Ze liet zich na een paar dagen al opmerken met de uitspraak dat “Frankrijk zijn arbeidsrecht moet hervormen om zo de aanwervingen gemakkelijker te maken.” Ze werd onmiddellijk tot de orde geroepen door haar eerste minister.
IJzeren conditie
Maar Lagarde haalde al snel goede punten toen ze zich tijdens WTO-onderhandelingen opwierp als de verdediger van de Europese en Franse belangen. Ze werd de ‘waakhond’ genoemd van Peter Mandelson, de Europese delegatieleider. Toen werd duidelijk dat Lagarde over een grote werkkracht en een ijzeren fysieke conditie beschikt. Elke ochtend ging Lagarde baantjes trekken in een zwembad. Andere favoriete sporten zijn joggen, fietsen en diepzeeduiken. Op haar vijftiende werd ze trouwens tweede op het Franse kampioenschap synchroon zwemmen. Ze doet ook aan yoga.
In de internationale omgeving van de WTO-onderhandelingen voelt Lagarde zich thuis. Een van haar medewerkers zei onlangs nog: “Haar wereld is Davos. Ze voelt zich meer op haar gemak in een gesprek met een CEO van een beursgenoteerd bedrijf dan met de bedrijfsleider van een kmo op het platteland. Ze is niet vertrouwd met la France profonde.”
Toen Sarkozy vorig jaar president werd, kreeg Lagarde eerst de portefeuille van Landbouw en Visserij. Niet haar biotoop. Maar na een paar maanden kreeg ze het departement van Financiën en Werk daarbovenop, wat voor haar veel interessanter is.
Alain Mouton
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier