“De fabrikant die alleen produceert, overleeft niet”
Luc Van Nevel (58), Manager van het Jaar 1990, heeft de delokalisatie van de meeste Samsonite-fabrieken in het Westen meegemaakt. Fabrikanten moeten zelf in de distributie stappen of ze zullen opgepeuzeld worden door giganten als Wal Mart en
K-Mart.
Ik ben grootgebracht in een andere periode. Economisch waren we volop bezig met de heropbouw van Europa. De consumptie was toen veel beperkter. En we waren niet zo veeleisend als de huidige generatie. Een job vinden, was geen enkel probleem. Het sleutelmoment in mijn carrière was de beslissing om in 1970 voor Touche Ross & Co – het huidige Deloitte & Touche – te gaan werken. Ik heb er als piepjonge econoom geleerd wat finance eigenlijk is. In de jaren zeventig begeleidde ik de verkoop van Galerie Anspach aan Sears Roebuck. Ik sliep er toen letterlijk op de sofa en waste me ‘s ochtends in de toiletten. Vandaag doen jongeren zoiets niet meer. Onze inzet en enthousiasme zijn vergelijkbaar met de aanpak van de Chinezen vandaag.
Werken heeft mij nooit dwarsgezeten. Mijn beide grootvaders zijn gesneuveld in de Eerste Wereldoorlog, in oktober 1917. Ze waren allebei landbouwers. In de kerk van Maldegem-Kleit prijkt nog altijd de naam van mijn moeders vader op de herdenkingsplaat. Mijn vaders vader raakte gewond, werd slecht verzorgd en overleed in Lotenhulle. Natuurlijk hebben we thuis gezien wat hard werken was en werden we op jonge leeftijd ingeschakeld in de drukkerij van mijn ouders in Gent.
Bij Samsonite trad ik in 1975 in dienst. Ik ben er bijna dertig jaar gebleven. Ik heb de periode gekend dat de nieuwe fabrieken in het Westen werden gebouwd. Ik heb ook de sluiting van de meeste van die fabrieken meegemaakt, om ze nadien weer te zien herrijzen in Oost-Europa, India en China. Wie toen geen oog had voor consolidatie en schaaleffecten in de economie, bestaat vandaag niet meer. Bij Samsonite heb ik altijd voor 100 % de globalisering nagestreefd: we spraken al over delokalisatie richting Oost- en Centraal-Europa in 1987, toen de Muur er nog stond.
Samsonite is de voorbije jaren geëvolueerd van een one brand, one distribution channel company naar een bedrijf met diverse merken en verschillende distributiekanalen. Een juiste strategie, zo is gebleken. Maar de markt voor duurzame consumptiegoederen staat niet stil. De zuivere producent zal niet overleven. Hij zal zelf in de distributie moeten gaan of opgepeuzeld worden door giganten als de Wal Marts of K-Marts van deze wereld.
Massaproductie behoort niet langer tot de drijfveren van de westerse economie. Wel nicheproducten, met een hoge toegevoegde waarde, zowel op het vlak van technologie als marketing. Zij zullen nieuwe mogelijkheden creëren. Ik geloof niet in het doembeeld van een niet-industriële, allesoverheersende diensteneconomie. De markt zal anders zijn, maar niet noodzakelijk slechter. Ik blijf optimistisch. Levenscycli van producten worden korter, dat is juist. Maar de technische onderbouw blijft. Het chassis en de basistechnologie van een Ferrari zijn nog altijd dezelfde als dertig jaar geleden. Alleen het uiterlijk, de esthetica is geëvolueerd. Met facelifts zal ook in de toekomst het meeste geld verdiend worden.
Dé Europese economie bestaat volgens mij niet. In Italië is 90 tot 95 % van de markt nog steeds in handen van het traditionele distributiekanaal: de zogenaamde papa-en-mama-stores. In Frankrijk wordt 40 tot 45 % van de markt beheerst door discounters en in Engeland zijn het de winkelketens die de toon aangeven. Europa is nog steeds géén uniforme markt. Het potentieel aan schaaleffecten is hier dus enorm: we hinken zo’n tien à vijftien jaar achter op de VS.
Er was een tijd dat burgerlijk ingenieurs dé kerels waren om een bedrijf te leiden. Dat was in de jaren vijftig tot eind jaren zeventig. Daarna waren de marketeers aan het bewind. In de jaren negentig kwamen de financiers. Zij hebben ervoor gezorgd dat heel wat bedrijven naar de beurs zijn gegaan die er vandaag niet thuishoren. De volgende CEO’s zullen waarschijnlijk een combinatie van die diverse disciplines hebben. Al zijn de financiële boys nog niet uitgepraat. Ik kijk met lede ogen naar de uitverkoop van onze bedrijven aan die grote fondsen: ze zijn enorm gespecialiseerd in financiële meerwaarde en wellicht ideaal om opvolgingskwesties of een consolidering aan te pakken. Maar ik heb nog geen enkel fonds industriële waarde zien creëren. En dat verontrust me.
De wereld is ons dorp, wat inhoudt dat we nóg mobieler zullen moeten worden. Werken onder de kerktoren, waar je geboren en getogen bent, is niet meer realistisch. Onze kinderen zullen wereldburgers moeten zijn om carrière te maken. En die tendens tot geografische schaalvergroting zal nog sterker worden. Er is geen ontkomen meer aan.”
P.D.
“Toen ik de verkoop van Galerie Anspach begeleidde, sliep ik er letterlijk op de sofa en waste me ‘s ochtends in de toiletten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier