De Europese wortel werd een stok

Jef Vuchelen Jef Vuchelen is professor Economie aan de VUB

Voor het eerst sinds het begin van het Europees integratieproces meer dan vijftig jaar geleden, wordt het bijzonder moeilijk om de publieke opinie te mobiliseren om vooruit te gaan. Decennia kon de burger snel overtuigd worden met de directe belangrijke voordelen van dit proces. Zo werd niet zo heel lang geleden terecht gewezen op de voordelen van de creatie van de euro. Vandaag zijn pijnlijke bijkomende stappen in het integratieproces onontbeerlijk om deze realisatie te behouden, niet om bijkomende voordelen binnen te halen.

Dat de schuldproblemen van de eurolanden sneller en doeltreffender zouden zijn aangepakt met een politieke unie bovenop de monetaire, is een open deur intrappen. Hierover een boom opzetten, is verloren moeite omdat de realisatie van een politieke unie veel tijd vraagt. Het betekent dat we nog lang met een traag en complex beslissingsproces moeten leren leven. Het houdt ook in dat de nadelen hiervan – blootstelling aan de sprongen van de financiële markten – een onderdeel dreigen te blijven van het economische gebeuren in euroland. Buiten de gevolgen op het economische beleid, zien we drie structurele gevaren voor het integratieproces.

Eerst en vooral stellen we vast dat belangrijke economisch-financiële beslissingen enkel door de Europese staatshoofden kunnen worden genomen. De Europese Commissie is de grote afwezige in de schuldencrisis. De Europese besluitvorming is dus sterk onderhevig aan politieke ontwikkelingen in de belangrijkste landen van de eurozone, Duitsland en Frankrijk. Zo kunnen de Franse presidentsverkiezingen van mei 2012 verhinderen dat er harde maatregelen tegen financiële onrust worden genomen in het komende voorjaar. De hele eurozone dreigt de nadelige gevolgen te ondervinden van de politieke cyclus in Frankrijk. En wat als de nieuwe Franse president minder Europees gezind is? Een zelfde redenering geldt voor Duitsland een jaar later. Wie de populariteitsscores van beide regeringsleiders bekijkt, hoeft niet echt pessimistisch te zijn om te vrezen dat dit problemen kan opleveren. De financiële markten weten dat ook en dus kunnen beide verkiezingen een bron van speculatie tegen de euro zijn.

Een tweede nadeel is dat door de recente schuldencrisis alle aandacht uitgaat naar het behoud en de versteviging van de eurozone. Begrijpelijk, maar wat dan gedaan met de Europese Unie? De tien landen die wel in de Unie zitten maar geen lid zijn van de eurozone, moeten stilaan de indruk hebben dat ze het vijfde wiel aan de wagen zijn. Hierdoor vergroot de kloof met de niet-leden en wordt de opportuniteitsvraag om sneller, later of zelfs helemaal niet toe te treden tot de euroclub prangender. Deze landen vragen zich af of de Griekse ervaring niet aangeeft dat toetreden tot de eurozone eerder een bron is van instabiliteit dan van stabiliteit. Zorgen voor een sterkere economie en betere staatsfinanciën is natuurlijk de oplossing, maar dat vraagt tijd en dan is het nog de vraag of de publieke opinie wel warm kan gehouden worden voor toetreding tot de eurozone als de voorbereiding met meerdere jaren wordt verlengd.

Bovendien valt voor de publieke opinie in de eurozone zelf te vrezen. Om de noodzakelijke inleveringen die het gevolg zijn van de schuldencrisis te verantwoorden, wordt veelal teruggegrepen naar de stelling ‘het moet van Brussel’. In het verleden was dat gemakkelijk, omdat er ook belangrijke voordelen verbonden waren aan de pijnlijke maatregelen. We verwijzen maar naar de toetredingscriteria tot de monetaire unie. Vandaag zijn inleveringen noodzakelijk om de eurozone te behouden. Zo’n scenario werd enkele jaren geleden niet eens voor mogelijk gehouden. Vele burgers zullen zich dan ook bekocht voelen. Men moet dus vrezen, wat al trouwens gaande is in vele landen, dat de steun voor het integratieproces afbrokkelt. De uitdaging is dan ook of de Europese beleidsvoerders hierop een antwoord hebben. De wortel van het integratieproces lijkt veranderd in een stok. Valt het integratieproces nog te redden?

De auteur is professor economie aan de VUB.

JEF VUCHELEN

Veel EU-landen zonder euro vragen zich af of de Griekse ervaring niet aangeeft dat toetreden tot de eurozone eerder een bron van instabiliteit dan van stabiliteit is.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content