De Europese universiteit
OP 26 SEPTEMBER 2017 lanceerde de Franse president Emmanuel Macron aan de Parijse Sorbonne zijn Initiative pour l’Europe. In zijn rede riep hij op tot ” la création d’universités européennes qui seront un réseau d’universités de plusieurs pays d’Europe“. Zijn discours veroorzaakte verwarring. Droomt hij echt van Europese universiteiten? Of doelde hij op hechte netwerken van bestaande universiteiten?
Macrons speech zorgde ook voor beweging. Parijs legde zich na vele jaren navelstaren (Sarkozy) en stilstand (Hollande) eindelijk nog eens toe op een project vóór Europa. Europa kan best wat visionaire ideeën gebruiken, zeker in domeinen zoals onderwijs, onderzoek en innovatie. In de aanloop naar de brexit is een hernieuwd Frans-Duits grensoverschrijdend leiderschap welkom.
DE EUROPESE COMMISSIE, die altijd op zoek is naar projecten die de Europese cohesie kunnen bevorderen, omarmt het denkbeeld van Europese universiteiten. Ze wil de eerste netwerken nog dit jaar erkennen. Die omhelzing leidt tot nervositeit. Er wordt geflirt en gescharreld, aangetrokken en afgewezen. Universiteiten die al een stevig netwerk hebben, bekijken het gedoe wat meewarig, andere zetten de paringsdans in. De seminars van het directoraat-generaal Onderwijs en Cultuur en van consultants die brood zien in dat spel, worden druk bijgewoond.
Zelf zwerf ik tussen scepsis en optimisme. Ik heb reserves vanwege de overhaasting en de almaar wijzigende communicatie. Het doel is niet altijd scherp geformuleerd. Soms staat de realisatie van een échte eengemaakte hogeronderwijsruimte centraal. Dan weer wordt het initiatief geframed als een hefboom voor de bundeling van middelen en expertise voor een streven naar excellentie.
DE OPROEP VAN MACRON kwam aanvankelijk ook wat wereldvreemd over. Hij onderschat wat al bestaat. De KU Leuven is lid van de League of European Research Universities, een actief netwerk van de 23 leidende onderzoeksuniversiteiten. De UCL en de UGent zijn lid van the Guild, een gilde met een soortgelijke missie. Gent en Leuven spelen hun rol in Cesaer, een samenstel van de betere STEM-universiteiten. De twee ‘Leuvense’ universiteiten zitten in de Coimbra Group. De KU Leuven biedt op het eiland San Servolo samen met zeventien partners gezamenlijke curricula aan onder de vlag van Venice International University. Het is een greep uit veel meer.
Europa heeft meer Europees denkende jonge generaties nodig.
TOCH KOESTER IK de beweging en de impuls. De metafoor van de Europese universiteit heeft kracht en krijgt gevolg. De Europese Commissie organiseert in mei een ministeriële conferentie. Jawel, aan de Sorbonne. Daar moet de European Area of Education vorm krijgen. De ambitie is scherp. Naast Europese netwerken van universiteiten, en dus meer internationale curricula, wil de Commissie mobiliteit voor álle studenten. Ze wil een digitale studentenkaart die toelaat diploma’s en certificaten in de Europese Unie uniform te erkennen. Afgestudeerden moeten naast hun moedertaal minstens twee andere talen spreken. De lidstaten wordt gevraagd zeker 5 procent van hun bruto binnenlands product te investeren in onderwijs.
EUROPA HEEFT MEER Europees denkende jonge generaties nodig. Het Erasmusprogramma is niet ambitieus genoeg om dat te realiseren. Ondanks Bologna staan grote verschillen in studieduur en studieopbouw de Europese dynamiek, samenwerking en vervlechting in de weg. Een ingenieur die zijn opleiding krijgt in een gezamenlijk programma van Leuven, Londen en Lund, of een architect die gevormd wordt in Barcelona, Brussel en Budapest: dat is de toekomst. Maximaliseer de inhoudelijke diversiteit en minimaliseer het zuivere administratieve verschil. Zo voeden we de Europese arbeidsmarkt en ontwikkelen we een Europese identiteit.
Als Vlaanderen klaar wil zijn voor die beweging, moeten we inzetten op meertaligheid, ook in onze curricula. Dan zal de blik op samenwerking in Vlaanderen moeten worden verruimd naar een bundeling van krachten met andere Europese spelers. Alleen zo kunnen we blijvend een rol van betekenis spelen in het Europa van morgen.
De auteur is rector van de KU Leuven.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier