De eurocrisis wordt nog veel erger

Sinds begin deze week zijn de financiële markten weer zenuwachtig. De relatieve kalmte van de tweede helft van augustus was niets meer dan de stilte voor de storm. Er wacht de euro om minstens vijf redenen een turbulente herfst.

JOHAN VAN OVERTVELDT

JOHAN VAN OVERTVELDT

1. De nationale parlementen moeten de besluiten van de Europese top van 21 juli goedkeuren.

Zonder die goedkeuring is er geen reddingsplan voor Griekenland – wat het failliet van dit land erg zichtbaar zou maken – en komt er geen uitbreiding van de rol van het Stabiliteitsfonds. Als van dat laatste niets of onvoldoende in huis komt, dan zal dat een forse reactie van de Europese Centrale Bank (ECB) uitlokken. Veel van de relatieve kalmte van de voorbije weken heeft te maken met de interventies van de ECB op de obligatiemarkten. ECB-voorzitter Jean-Claude Trichet ging daartoe over nadat de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Franse president Nicolas Sarkozy hadden beloofd dat het nieuwe Stabiliteitsfonds de interventies van de ECB geheel of gedeeltelijk zal overnemen.

Maar de goedkeuring van de Europese besluiten van 21 juli blijft problematisch in Duitsland, Finland, Nederland, Oostenrijk en Slowakije. In Duitsland heeft kanselier Merkel het na de tegenvallende resultaten van de deelstaatverkiezingen van afgelopen weekend nog moeilijker om haar coalitie achter het eurobeleid te scharen. Er ligt een plan op tafel om het Duitse parlement vetorecht te geven over elk individueel reddingsplan in de eurozone. Meteen is duidelijk waar de economische regering van Herman Van Rompuy zal zetelen. Ook de vraag van Finland om specifieke waarborgen in het reddingsplan voor Griekenland blijft nog tot vervelens toe aan de orde.

2. De situatie van de Europese banken.

De stresstests, waarvan de resultaten in juli zijn bekendgemaakt, blijken elke dag meer een maat voor niets te zijn geweest. De Europese grootbanken blijven reuzen op lemen voeten. Ze kampen met een tekort aan kapitaal en structurele problemen met de stabiliteit van hun funding (de middelen die ze nodig hebben om hun activiteiten als kredietverlening en andere wederbeleggingen te kunnen uitvoeren). Het gezaghebbende zakenblad Financial Times meldt overigens dat het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Europese autoriteiten openlijk ruziën over de gezondheidstoestand van de Europese banken. Het IMF verwijt Europa dat het de reële toestand van de banken te veel tracht te minimaliseren.

3. De toestand van de overheidsfinanciën.

De crisis in de eurozone is intenser geworden naarmate de financiële markten geleidelijk tot de conclusie kwamen dat de toestand van de overheidsfinanciën in de meeste eurolanden onhoudbaar is. De combinatie van grote begrotingstekorten, hoge en fors stijgende schuldgraden (de overheidsschuld als procent van het bruto binnenlands product) en een torenhoge belastingdruk voedt de twijfel over de haalbaarheid van structurele saneringen. De recente gebeurtenissen in Italië en Frankrijk sterken het vermoeden dat de eurolanden niet in staat zijn hun begrotingsproblemen ernstig aan te pakken. De regering-Berlusconi kondigde met veel poeha draconische ingrepen aan, maar die bleken al snel nagenoeg uitsluitend te bestaan uit een jacht op nieuwe inkomsten. En ook daar komt de regering-Berlusconi nu aarzelend en verward wauwelend op terug. De markten zijn not amused.

De Franse regering kwam onlangs met een saneringsplan dat elke vorm van geloofwaardigheid miste. Het was niet alleen inhoudelijk te zwak, het was ook niet groot genoeg.

4. Depressie in Griekenland, en binnenkort ook in Portugal.

De recessie in Griekenland krijgt het aanzien van een depressie. De Griekse economie kromp in 2009 met 2,5 procent, in 2010 met 4,5 procent en dit jaar wordt het weer minstens 5 procent. Ook in 2012 zal de krimp nog toenemen, melden onder anderen de voorspellers van de OESO. Tegen de achtergrond van een slabakkende wereldeconomie zullen de uiteindelijke cijfers voor dit en volgend jaar eerder nog slechter uitvallen. In Portugal komt het beleid van besparingen en belastingverhogingen nu goed op gang. Ook daar zullen de negatieve cijfers snel zeer geprononceerd worden.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Ierland, beschikken die landen noch over de instituties, noch over de traditie om een interne sanering en deflatie vol te houden. Ze zullen hun kosten dus onvoldoende kunnen doen dalen om hun export een boost te geven. De buitenlandse vraag zal dan ook niet genoeg stijgen om de gedaalde interne vraag te compenseren. De recessie zal verder uitdiepen en de werkloosheid zal escaleren. Elke saneringsoperatie van de begroting in die landen geeft de garantie dat er een volgende en nog pijnlijkere nodig zal zijn. Dat is maatschappelijk niet vol te houden. Finaal zullen die landen voor een exit uit de euro moeten kiezen.

5. Kritiek van de Bundesbank.

De Duitse centrale bank, de Bundesbank, uit vlijmscherpe kritiek op de aanpak van de crisis in de eurozone. Ze richt haar pijlen vooral op de interventies van de Europese Centrale Bank op de obligatiemarkten. Die hebben vooral tot doel de financieringslasten voor de landen in moeilijkheden zo laag mogelijk te houden. Het verleden leert dat de Buba de neiging heeft de door haar aangenomen houding alleen maar te verstrakken. Het is volstrekt ondenkbaar dat de ECB haar huidige beleid handhaaft als de Bundesbank zich in de oppositie nestelt. Bovendien heeft de houding van de Bundesbank traditioneel een grote impact op de publieke opinie in Duitsland. Gewezen Europese Commissievoorzitter Jacques Delors zei ooit: “Niet alle Duitsers geloven in God, maar alle Duitsers geloven wel in de Bundesbank.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content