De euro: een andere Duitse stem

Alain Mouton

Over de financiële crisis is al een boekenkast vol geschreven. Ondertussen kunnen we dat ook over de eurocrisis zeggen. Het zal niemand verwonderen dat vooral in Duitsland boeken over de crisis rond de eenheidsmunt van de persen rollen. Het wantrouwen van onze oosterburen tegenover de euro is al lang zeer groot en is met de Griekse crisis niet afgenomen. Voor de Duitse publieke opinie zijn Griekenland en de andere Zuid-Europese staten de verantwoordelijken voor de precaire toestand waarin de muntunie zich bevindt.

Het boek Nur Deutschland kan den Euro retten laat een andere stem horen. Auteurs zijn de linkse economen Heiner Flassbeck en Costas Lapavitsas. Zij stellen dat Duitsland door zijn beleid van loonmatiging de hoofdverantwoordelijke is voor de eurocrisis. Loonmatiging en zelfs loondalingen hebben de Duitse exportmarkten een enorme impuls gegeven, maar hebben ook voor een groot onevenwicht in de eurozone gezorgd. De Zuid-Europese producten werden door de Duitse uit de markt geprijsd. Volgens Flassbeck en Lapavitsas hebben de Duitsers de fout gemaakt de loonevolutie niet te koppelen aan de productiviteitsgroei. Dat veroorzaakt altijd grote economische problemen, stellen ze.

Eigenlijk heeft Duitsland de kosten voor het herstel van zijn concurrentievermogen — een operatie ingezet op het moment dat de euro in de steigers stond — afgewenteld op Zuid-Europa. Nu moet Duitsland het geweer van schouder veranderen en kiezen voor het stimuleren van de interne vraag via hogere lonen. Zo wordt het onevenwicht hersteld en kan Duitsland de muntunie redden.

Er valt op het eerste gezicht wel wat te zeggen voor de analyse van Flassbeck en Lapavitsas, maar wat ze in het boek niet vermelden is dat Duitsland al een paar jaar gekozen heeft voor loonstijgingen die zelfs boven de inflatie uitkomen. Ondanks dit bijgestuurde beleid is de concurrentiepositie van EU-lidstaten zoals Griekenland en Italië amper verbeterd. Enkel Spanje doet het wat beter, maar dat is vooral het gevolg van de interne devaluatie die de Spanjaarden via loonmatiging hebben doorgevoerd, net zoals Duitsland meer dan tien jaar geleden.

Flassbeck en Lapavitsas zijn ook tegenstanders van de besparingspolitiek. Ze bepleiten een stimuleringsbeleid waarbij de Zuid-Europese landen hun overheidstekorten niet direct moeten afbouwen. In Duitsland geldt dat als een vloek, maar Flassbeck is met zijn standpunt gewoon trouw aan zijn aloude economische principes. Eind jaren negentig was hij een medewerker van de sociaaldemocratische minister van Financiën Oskar Lafontaine. Lafontaine pleitte in de regering-Schröder voor een neokeynesiaans stimuleringsbeleid, maar kreeg nul op het rekest. Hij nam ontslag en Flassbeck volgde hem.

Opvallend is dat de auteurs gewonnen zijn voor een tijdelijke grexit, om de Griekse economie ademruimte te geven. Op dat vlak sluiten Flassbeck en Lapavitsas aan bij de voorstellen van Hans-Werner Sinn die al een tijd oproept om Griekenland een paar jaar uit de eurozone te zetten.

Heiner Flassbeck & Costas Lapavitsas, Nur Deutschland kan den Euro retten, Westend, 2015, 192 blz., 14,99 euro

ALAIN MOUTON

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content