De essentie van het onderwijs

MARC DE VOS

HET ONDERWIJS STAAT op een keerpunt. Het dogma dat de democratisering geen nivellering heeft gebracht, is dood. Onderwijsexperts ontkennen niet langer wat internationale studies en de praktijkervaring van zovelen in het hoger onderwijs leren: de basiskennis van veel studenten is tot een problematisch niveau gedaald.

Studenten voor wie elementaire geschiedenis een mysterie is, die de woordenschat missen om precies en genuanceerd te formuleren, die dt-fouten aaneenrijgen, die amper teksten kunnen ontleden, die alleen mondeling meertalig zijn, die verstijven bij eenvoudige berekeningen: ook als hoogleraar word ik geconfronteerd met die realiteit. Het is een dramatische vaststelling die universiteiten dwingt tot taalonderricht, persoonlijke begeleiding en standaardverlaging. Wat zal gebeuren als overmorgen al die nieuwe artsen, ingenieurs, architecten en juristen onze samenleving moeten dragen?

IK BEN DUS WAT BLIJ dat kennis weer terug is van weggeweest. In tijden van sociale media en schermcultuur is de overdracht van kennis in taal, wiskunde, wetenschap en samenleving meer dan ooit de kerntaak van het onderwijs. Kennis is het fundament waarop alle professionele vaardigheden worden gebouwd. Kennis is essentieel voor een volwassen beoordelingsvermogen als burger in de informatie- en desinformatiemaatschappij die de onze is.

Wie geen beeld van de geschiedenis heeft, wie geen inzicht in de werking van land en wereld heeft, wie geen affiniteit met taal en letteren heeft, is een losgeslagen schip op de oceaan van het leven. Het onderwijs levert niet alleen diploma’s en arbeidskrachten af: het vormt burgers en moet mensen klaarstomen voor een leven van verantwoordelijkheid en engagement. Voor dat alles is kennis zeker niet voldoende, maar wel volstrekt noodzakelijk.

DE FOCUS OP BASISKENNIS is ook belangrijk omdat basiskennis niet relatief is. Technische kennis is dat wel. Onderwijs dat verglijdt naar technische kennis botst op het dilemma dat de bestaande kennis voorbestemd is te verouderen en dat de toekomstige kennis onmogelijk te voorspellen is. Onderwijs moet leerlingen niet willen kneden naar het beeld van de digitalisering anno 2018, want niemand weet wat de scholier van nu in 2040 aan technische vaardigheid nodig heeft.

Wat we wel weten, is dat die scholier een leven lang zal moeten omgaan en meegaan met wisselende technologie. Dat vergt een vermogen tot verandering, tot weerbaarheid en zelfredzaamheid. Welke rol speelt het onderwijs daarin? Veel hangt af van de opvoeding en de ouders. Maar een schoolomgeving die leerlingen zelfdiscipline aanleert, die hen leert om te gaan met tegenslagen en teleurstellingen, die hen duwt naar verbetering en excellentie: dat is een biotoop die bijdraagt tot menselijke vaardigheden die een volwassene in zijn leven en werk zullen dienen.

HET ONDERWIJS IS TE VEEL een winkel geworden waarin ouders en leerlingen als consumenten kunnen shoppen met de verwachting te worden bediend. Het onderwijs heeft leraren en docenten te veel gebureaucratiseerd tot productieradartjes die diploma’s moeten afleveren, het liefst nog met onderscheiding. Wie geen populaire lesmethode heeft, wie studenten niet met de paplepel alle materiaal inlepelt, wie geen genereuze slaagpercentages bereikt, heeft een probleem.

De overheersende beleidslogica van de diplomaproductie heeft de kenniseisen verlaagd, private coaching en privéonderwijs gestimuleerd, hoge graden en meerdere diploma’s tot het nieuwe normaal gemaakt, het liefst nog bij een prestigieuze buitenlandse universiteit. Wie anders dan welgestelde ouders kunnen dat aanbieden aan hun kinderen? De democratische nivellering resulteert in een nieuwe eliterealiteit.

Om dat te keren moeten we het gezag van de leraar of de docent herstellen. Mijn hoop is dat met de herontdekking van kennis ook die essentie van het onderwijs kan terugkeren.

De auteur is directeur van de denktank Itinera en doceert aan de UGent. @devosmarc

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content