De ene vermogensbelasting is de andere niet
De regering-Michel is verdeeld over de invoering van een vermogensbelasting in België. In andere landen blijkt die belasting niet altijd succesvol te zijn.
Een vermogensbelasting is een directe belasting die wordt geheven op het vermogen, ongeacht de inkomsten die de belastingplichtige uit dat vermogen verkrijgt. Verscheidene Europese landen hebben zo’n vermogensheffing ingevoerd, andere hebben die in een recent verleden afgeschaft.
België
De regering-Michel wil een zogenoemde taxshift of belastingverschuiving invoeren. Ze wil een deel van de belasting op arbeidsinkomens verleggen naar inkomens uit vermogen. Hoewel ons land momenteel geen vermogens- of winstbelasting heeft, worden vermogens hier toch belast. Zo is de Belgische heffing op vermogenstransacties — zoals de aankoop van een woning of het verkrijgen van een erfenis — relatief zwaar in vergelijking met andere Europese landen. Belgen met een klein of middelgroot vermogen betalen daardoor in verhouding bijna evenveel successierechten als landgenoten die een aanzienlijk vermogen hebben. Het tarief van andere belastingen is gelijk. Dat is bijvoorbeeld het geval voor registratierechten: die blijven dezelfde, ongeacht of een Belg een woning van 150.000 of 1,5 miljoen euro koopt.
Ons land heft geen belasting op de meerwaarde van aandelen. Wie een aandelenportefeuille of een onderneming bezit, moet bij de verkoop geen belasting afdragen, ongeacht de winst die hij boekt. Toch is dat geen absolute vrijgeleide. Het wetboek inkomstenbelastingen staat toe diverse inkomsten te belasten tegen 33 procent, als het gaat om een meerwaarde uit speculatie of om een meerwaarde die is behaald buiten het normale beheer van het privévermogen.
Karel Anthonissen, de directeur van de Bijzondere Belastinginspectie Gent (BBI), stelt daarom dat in ons land toch al een meerwaardebelasting bestaat. Daardoor moet een bedrijfsleider 33 procent belasting betalen op de aandelen als hij zijn bedrijf verkoopt. Anthonissen stelde voor dat Marc Coucke, die onlangs Omega Pharma verkocht aan Perrigo, zelf de meerwaarde op de verkoop van zijn bedrijf zou aangeven. Anders dreigt hij de BBI achter zich aan te krijgen. “De wet is er. Men moet die alleen maar toepassen”, aldus Anthonissen.
Frankrijk
Frankrijk heeft misschien de zuiverste vorm van vermogensbelasting. Onze zuiderburen betalen op hun vermogen de zogenoemde impôt de solidarité sur la fortune (ISF). Hoeveel dat is, hangt af van de omvang van hun vermogen. Tot 1,3 miljoen euro is een vermogen belastingvrij. Wie meer bezit, valt onder progressieve belastingschalen, die beginnen vanaf 0,50 procent en oplopen tot 1,5 procent voor Fransen die een vermogen hebben van meer dan 10 miljoen euro. Het moet wel gaan om netto eigen vermogen. Schulden zijn fiscaal aftrekbaar.
Die vermogensbelasting is een belangrijke drijfveer voor fiscale vluchtelingen als de acteur Gérard Depardieu en Bernard Arnault, de CEO van LVMH, die hun heil hebben gezocht in landen die geen vermogensbelasting hebben. Dat is ook Pierre Gattaz niet ontgaan. In zijn functie van voorzitter van de Franse werkgeversvereniging Medef pleit hij onomwonden voor de afschaffing van de ISF. Volgens hem remt die belasting de economische groei af en vernietigt ze werkgelegenheid. De heffing ligt aan de basis van de uitverkoop en het verdwijnen van kmo’s in Frankrijk, aldus Gattaz.
Nederland
Nederland heeft een vermogensrendementsheffing. Sinds 2001 int de Nederlandse fiscus die belasting op een forfaitair vastgesteld rendement van 4 procent van het nettoprivévermogen (na aftrek van alle schulden). Dat rendement wordt belast tegen 30 procent. Uiteindelijk wordt dus 1,2 procent (30 % van 4 %) geheven op het vermogen op 1 januari van het belastingjaar.
Maar daartegenover staat dat de werkelijke inkomsten uit vermogen niet langer worden belast. Wie een hoger rendement haalt, kan zich gelukkig prijzen, want dat surplus is belastingvrij. Wie een lager rendement haalt, is de pineut. In Nederland is het loutere bezit van een kunstcollectie dus een dure aangelegenheid, want de eigenaar moet op de geraamde waarde van de verzameling jaarlijks een belasting van 1,2 procent afdragen.
Ook in Nederland heeft de invoering van de vermogensrendementsheffing geleid tot een kapitaalvlucht. Een groot aantal Nederlanders heeft een onderkomen gezocht in de grensstreek met België.
Noorwegen
Ook Noorwegen heeft een vermogensbelasting. Fiscaal ingezetenen van dat land moeten een vermogensbelasting afdragen tot maximaal 1 procent van hun wereldwijde vermogen, ongeacht waar die bezittingen zich bevinden. Die belastingheffing geldt voor een vermogen van meer dan 1 miljoen Noorse kronen, wat ruwweg overeenkomt met 115.000 euro.
De basisregel is dat de bezittingen — bijvoorbeeld spaartegoeden en aandelenbeleggingen — op 31 december van elk jaar moeten worden gewaardeerd tegen hun reële marktwaarde. Schulden zijn over het algemeen aftrekbaar van die heffingsgrondslag. Een aantal bezittingen wordt tegen een lagere waarde dan de reële marktwaarde meegeteld. Dat is het geval voor de gezinswoning, die over het algemeen op ongeveer 30 procent van de marktwaarde wordt gewaardeerd.
Griekenland
In de nasleep van de economische crisis van 2008 heeft Griekenland een vermogensbelasting van 0,8 procent op onroerend goed ingevoerd. Maar de Grieken hadden in het derde kwartaal van 2014 nog maar net aangeknoopt met economische groei, of er gingen al stemmen op om lastenverlagingen in te voeren. Hoe de regering dat wil doen, is nog niet bekend. Ze zou de inkomensbelasting voor de hoogste inkomens stapsgewijs willen verlagen van 42 tot 32 procent, en ze zou de onpopulaire vermogensbelasting willen terugdringen.
Zwitserland
Inwoners van Zwitserland moeten een inkomsten- en vermogensbelasting afdragen. De inkomstenbelasting wordt zowel op federaal als kantonnaal als gemeentelijk niveau geheven. De vermogensbelasting wordt alleen geheven door de kantons. Het tarief van die laatste heffing bedraagt 2 procent, als het vermogen groter is dan 250.000 Zwitserse frank. Wie in Zwitserland een huis bezit of daar zijn belangrijkste persoonlijke en arbeidscontacten heeft, wordt door de Zwitserse fiscus beschouwd als een ingezetene. Ingezetenen worden in dat land belast op hun wereldwijde inkomen, behalve op een inkomen uit onroerend goed in het buitenland.
De afhakers
Daarnaast zijn er landen die een vermogensbelasting hebben gehad, maar die hebben afgeschaft. Ierland deed dat in 1974, Italië in 1992, Oostenrijk in 1994, Denemarken in 1995, Duitsland in 1997, Finland in 2006, Luxemburg in 2006, Zweden in 2007 en Spanje in 2008.
Volgens de Duitse Bundesbank moeten landen met een financieel kritieke toestand toch durven te overwegen een eenmalige vermogensbelasting in te voeren, als ze zo een faillissement kunnen vermijden. Volgens de Duitse centrale bank kan bij een dreigend nationaal faillissement een eenmalige vermogensbelasting de voordeligste oplossing zijn. “Tegenover de hoge overheidsschuld staan omvangrijke publieke en private vermogens. Onder gunstige omstandigheden kan een eenmalige vermogensheffing de overheidsschuld relatief snel doen dalen en het vertrouwen in de duurzaamheid van de overheidsschuld herstellen”, stelt de Bundesbank.
Tegelijk benadrukt ze de nationale verantwoordelijkheid van overheden. Die moeten eerst de eigen belastingbetalers aanspreken, voordat ze andere landen steun vragen. Maar de Bundesbank wijst ook op de risico’s van zo’n vermogensbelasting. Zo is het erg belangrijk dat de eenmaligheid wordt benadrukt. Als de burgers daar niet van overtuigd zijn, dreigt een kapitaalvlucht op gang te komen.
In september 2013 had ook het Internationaal Monetair Fonds (IMF) al zo’n voorstel gelanceerd, maar dat lokte grote ontevredenheid uit bij de spaarders. In oktober 2013 benadrukte het IMF dat het louter een voorstel betrof, en dus geen aanbeveling.
In Spanje werd de vermogensbelasting formeel ingevoerd in 1977. Het was toen een tijdelijke belasting. Die tijdelijkheid heeft lang geduurd. De belasting werd ‘opgeschort’ op 1 januari 2008. Dat houdt in dat de regering de heffing op elk moment weer kan invoeren.
WERNER NIEMEGEERS EN JOHAN STEENACKERS
België heft geen belasting op de meerwaarde van aandelen. Toch is dat geen absolute vrijgeleide.
Bij een dreigend nationaal faillissement kan een eenmalige vermogensbelasting een oplossing zijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier