De ego’s van onze economie
Zonder sterke individuen geen sterke economie, betoogt kennismakelaar Martin Hinoul in een boek over rolmodellen in de bedrijfswereld. Succes broedt succes, van het Californische Silicon Valley tot de Vlaamse biotech.
In 1990 telde Vlaanderen twee biotechbedrijven, vandaag 124. Ze behoren tot de Europese top. Het resultaat van bakken overheidsgeld? Van groots opgezette structuren? Neen. Wie dieper kijkt, stoot op individuen, schrijft Martin Hinoul in zijn boek ‘Iconen van onze economie’. Zonder de Gentse moleculair bioloog Marc Van Montagu was er geen CropDesign geweest, zonder hoogleraar geneeskunde Désiré Collen geen ThromboGenics.
Hetzelfde in Silicon Valley. De eerste hightechbedrijfjes in de periode na de Tweede Wereldoorlog leefden van bestellingen door het Amerikaanse leger. Maar zonder de ambitieuze decaan van de plaatselijke Stanford University, Fred Terman, zouden de wetenschappers nooit uit hun labo’s gekomen zijn. “Terman zag de ongeëvenaarde mogelijkheden voor spin-offs”, zegt Hinoul. “Hij spoorde twee jonge studenten, Bill Hewlett en David Packard, ertoe aan een bedrijfje op zetten. Vandaag is Hewlett-Packard een wereldbedrijf. Had Terman hen niet opgemerkt, dan was er nooit iets gebeurd.”
Hinoul, doctor in de wetenschappen, weet iets van technologie en bedrijven. Hij werkt als kennismakelaar voor KU Leuven Research & Development, de technologietransferdienst van de Leuvense universiteit. De dienst moet onderzoeksresultaten vermarkten via licenties, patenten en spin-offs. Van 1984 tot 1998 was hij Belgisch technologieattaché in de Verenide Staten, waarvan zes jaar in Silicon Valley. Hij zag hoe de Amerikanen er keer op keer in slaagden kennis om te zetten in succesbedrijven. “Rolmodellen maken het verschil en trekken een hele regio mee. Ik geloof niet meer in natiestaten. Groei loopt via regio’s. De beste regio’s zijn die met goeie rolmodellen.”
Moet u niet voorzichtig zijn met rolmodellen? Ze kunnen van hun sokkel vallen. Kijk naar Maurice Lippens, Jo Lernout en Pol Hauspie.
MARTIN HINOUL. “Tegenover Lippens staat een veelvoud van geslaagde rolmodellen. Wat heeft dokter Paul Janssen niet betekend voor de Kempen, via Janssen Pharmaceutica? Viroloog Erik De Clercq ontwikkelde een succesvol medicijn voor meer dan 60 procent van de wereldwijde aidspatiënten. Zo kan ik nog een tijd doorgaan. Ook Jan Callewaert, de man achter Option, is een onwaarschijnlijk rolmodel voor Leuven. Hij is benaderbaar en is niet kapot te krijgen. Dat spreekt jonge mensen aan.
“Toen ik in 1998 terugkwam naar Leuven, hadden we dat soort figuren niet. Daarom heb ik Leuven Inc. opgezet, een informele vereniging van mensen uit de ondernemerswereld, de universiteit, overheden en andere instellingen. Nu eens houden we een eenvoudig praatcafé, dan weer academische seminaries. Iedereen leert van iedereen en er staan rolmodellen op. Het zijn mensen van vlees en bloed, rolmodellen die je kunt aanraken. Voor het zelfbewustzijn van een regio is dat belangrijk.”
Overschaduwen rolmodellen hun bedrijf niet te vaak? Als ze wegvallen, dreigt het bedrijf het noorden te verliezen.
HINOUL. “Nu Steve Jobs gestorven is, trilt Apple op zijn benen, inderdaad. Jobs heeft dat bedrijf gemaakt, en iedereen zit nu te kijken wat er zal komen. Maar Jobs is niet zomaar gegaan, hij heeft ook de toekomst helpen uitstippelen. De slimme horloge van Apple, de iWatch, komt eraan. Via polsslagmeting en andere biometrische toepassingen kan die ontzettend veel doen voor e-health, gezondheidszorg op afstand. Zal Apple daarvoor gaan? De iWatch zou volgend jaar op de markt komen. Dan zullen we het weten.”
Uw boek schuift onder meer Martine Reynaers en Hans Bourlon naar voren als Vlaamse rolmodellen. Het zijn erg verdienstelijke ondernemers, maar moet u er zo nodig rolmodellen van maken?
HINOUL. “Het zijn mensen die iets bewezen hebben. Door de plotse dood van de stichter leek het familiebedrijf Reynaers Aluminium veroordeeld. Dochter Martine trok het recht en maakte er een innovatief bedrijf van dat de internationale toer opging.Dat gebeurde niet zomaar. Na haar rechtenstudies bekwaamde ze zich in management aan de befaamde business school Insead, waar ze een MBA haalde. Had ze dat allemaal niet gedaan, was Reynaers Aluminium dan geworden wat het vandaag is? Neen. Een persoon maakt vaak het verschil tussen wel of niet.”
Is de economische context niet even belangrijk? U laat Vlaams minister-president Kris Peeters het voorwoord schrijven in uw boek, hoewel hij zelf toegeeft dat hij de economische hefbomen niet in handen heeft.
HINOUL. “Rolmodellen kunnen maar schitteren als hun omgeving inspireert en de overheid de nodige instrumenten aanreikt. Rolmodel en omgeving kunnen niet zonder elkaar.
“Vlaanderen geeft jaarlijks 2,2 procent van zijn bruto regionaal product uit aan innovatie. De Verenigde Staten halen al tientallen jaren 2,9 procent. Dat betekent dat we voortdurend achterstand opbouwen. Vlaanderen een topregio tegen 2020? Vergeet het maar. Tenzij we met andere regio’s samenwerken. De KU Leuven werkt nauw samen met onderzoekscentra in Eindhoven en Aken, en ook met bedrijven uit dezelfde driehoek, zoals Océ in Venlo of DSM in Geleen. Dat leidt tot een surplus aan economische groei.
“In de driehoek Leuven, Eindhoven, Aken zijn 2,9 miljoen mensen beroepsactief. Daarvan heeft één op de vijf een baan met een hoge toegevoegde waarde. Daarmee doet de driehoek stukken beter dan Vlaanderen. Als we via onderzoek en innovatie die verhouding voort kunnen verbeteren tot één op de vier, levert dat 1,7 procentpunt extra economische groei op voor de driehoek. Wat niet wegneemt dat Vlaanderen prachtige zaken realiseert in technologie. Denk maar aan de nanotechnologie van het Leuvense onderzoekscentrum imec. En dan kom ik terug op mijn rolmodellen. Was imec mogelijk zonder wijlen professor Roger Van Overstraeten?”
Imec zou ook niet mogelijk geweest zijn zonder de Vlaamse overheid, die het nodige geld op tafel legde.
HINOUL.(heftig) “Was Roger Van Overstraeten er niet geweest, dan had niemand in Vlaanderen geweten wat silicium was. Begin jaren tachtig wist hij toenmalig minister-president Gaston Geens te overtuigen om een laboratorium uit te bouwen voor onderzoek naar silicium, het materiaal voor halfgeleiders. Achteraf bleek dat Van Overstraeten zich niet had vergist: de halfgeleiderindustrie zou een nooit geziene impact hebben op de economie, en is niet meer weg te denken uit ons leven. De sector zorgt voor de meest complexe componenten in onze iPhones en iPads. Meer dan een vijfde van de waarde van een auto bestaat uit hoogwaardige halfgeleidercomponenten.
“Maar ook Gaston Geens heeft met zijn economisch stimuleringsprogramma uit 1982, de Derde Industriële Revolutie Vlaanderen, heel veel losgemaakt. Zonder die ene Geens, zonder die ene Janssen en zonder die ene Van Overstraeten zaten we hier misschien allemaal met een lange baard.”
Iconen van onze economie. Rolmodellen voor inspirerend ondernemerschap, 160 blz., Universitaire Pers Leuven.
Martin Hinoul en Hans Bourlon (Studio 100) debatteren vanavond op de Antwerpse Boekenbeurs met Koen Marichal en Jesse Segers (auteurs van ‘De leider in de spiegel’). Thema is ‘The heroic entrepreneur: mythe of realiteit?’
JOZEF VANGELDER EN KAREL CAMBIEN
“Rolmodellen kunnen maar schitteren als hun omgeving inspireert en de overheid de nodige instrumenten aanreikt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier