De economie is een mijnenveld

Jerome Powell © REU

Het Internationaal Monetair Fonds verwacht dat elke grote economie in 2018 zal groeien. Maar dat dacht het eind 2007 ook voor 2008. Hoewel een herhaling van de mondiale financiële crisis onwaarschijnlijk is voor 2018, kunnen rooskleurige voorspellingen ook nu de mist ingaan.

Zoals vaak de afgelopen jaren, kunnen we China aanwijzen als een plausibele oorzaak voor een crisis. De schuldenberg van de private, niet-financiële sector is opgelopen tot meer dan 200 procent van het bbp en hij blijft groeien, ondanks pogingen om de kredieten te beteugelen. De tragere stijging van de vastgoedprijzen lijkt te wijzen op het einde van de door schuld gevoede bouwwoede. Hopelijk is het geen voorbode van een crash.

Gelukkig houdt de Chinese regering het financieel systeem strak in de hand. Dat bemoeilijkt een kapitaalvlucht bij paniek en betekent dat de wereld financieel gezien minder blootstaat aan problemen in China dan de Chinese economische macht zou doen vermoeden. Bovendien heeft het land nog de begrotingscapaciteit om zelfs een grote golf van financiële faillissementen aan te kunnen. Als China financiële brandjes moet blussen, bestaat wel het risico op een groeivertraging. Dat kan andere economieën parten spelen en de wereld kwetsbaarder maken voor andere tegenvallers.

Kwetsbaar Europa

Ook Europa is een mogelijke oorzaak van problemen door de vele regeringen met een hoge schuld, de beperkingen van de eenheidsmunt en de populisten. Als de eurozone zou uiteenvallen, wacht ons een grotere crisis dan die van 2007-2009. Twee scenario’s kunnen daartoe leiden. Een eerste is dat trage groei in delen van de eurozone (zoals Italië), gekoppeld aan teleurstellende hervormingen in een land met een enorme overheidsschuld (zoals Italië), het vertrouwen van de markt onderuithaalt. Dan zou de rente op de staatsobligaties stijgen, wat een redding nodig kan maken die Duitsland niet wil financieren. Het tweede scenario is dat in een groot Europees land (zoals Italië) een populist verkozen wordt, die een referendum over het lidmaatschap van de eurozone eist.

Gelukkig ziet het er almaar beter uit. De Europese Centrale Bank heeft de rente op staatsobligaties tot nu toe laag gehouden en de inspanningen om de instellingen van de eurozone te versterken gaan door, zij het met horten en stoten. Toch maken bijvoorbeeld Russische agressie of de Catalaanse kwestie schokken mogelijk. Er blijven genoeg kruitvaten in Europa over, al is de kans kleiner dat ze ontploffen.

En dan de echte mijnenvelden. Een militair conflict met Noord-Korea kan een vrije val veroorzaken op de markten. Een oorlog in het Midden-Oosten kan de olieprijzen doen stijgen, waarna een recessie in ontwikkelde economieën een ongeziene financiële kwetsbaarheid blootlegt.

Maar de meest waarschijnlijke bron van problemen is minder spectaculair. De centrale banken zouden de teugels te snel te strak kunnen aanhalen. De kans bestaat dat ze de rente een keer te vaak verhogen. Als zij een recessie veroorzaken, hebben ze bedroevend weinig speelruimte over om de sputterende economieën te reanimeren. Zodra een vertraging inzet, kan ze veel ernstiger worden voordat regeringen de vastberadenheid vinden om een adequaat antwoord te formuleren. Tegen dan kunnen andere kruitvaten in de wereld al ontploft zijn. Maar zoals de voorspellingen van het IMF aangeven, komt het allemaal wel goed.

De auteur is columnist bij The Economist

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content