De DiMarco code
Chris DiMarco is een naam om te onthouden. Zeker tijdens de British Open, van 14 tot 18 juli op het mythische parcours van St.-Andrews.
Een favoriet noemen, zo kort voor een Open, is altijd moeilijk. Het neemt niet weg dat we tijdens de British Open van volgende week zeker één iemand in het oog moeten houden: Chris DiMarco, 36 jaar en Amerikaan, was de enige die tijdens de recentste Ryder Cup niet onderuitging. Daar houdt het trouwens niet op. DiMarco speelt goed in teamverband, maar is ook individueel heel sterk. Momenteel is hij de negende speler in de wereld, en de voorbije weken werd hij twee keer tweede in majors.
Vorig jaar nam Chris DiMarco deel aan de play-off van het US PGA Championship in het gezelschap van zijn landgenoot Justin Leonard en Vijay Singh uit Fiji. Laatstgenoemde haalde het uiteindelijk. Dit jaar was het Tiger Woods die in de Masters tot een play-off werd gedwongen, maar opnieuw greep DiMarco naast de overwinning. Hoewel Woods zijn drive soms zestig meter verder sloeg, had hij een memorabele chip nodig om de barrages te mogen spelen.
Vandaar: op St.-Andrews zou het wel eens het dagje van DiMarco kunnen worden, op voorwaarde dat de greens er supersnel en moeilijk bij liggen. De putting is inderdaad het sterke punt van DiMarco, die in de States momenteel tweede is in het klassement van het gemiddelde in dit spelonderdeel. Puristen vinden zijn swing merkwaardig, maar zijn putting is buitengewoon. Zowat alle teaching pros in de wereld leren dezelfde basisregel van de swing aan en wekken heel vaak de indruk dat ze de enigen zijn die de waarheid kennen. Maar de putting is het enige domein – zonder het zelfs maar te hebben over de verschillende soorten putters… – waarin alles toegelaten is op het gebied van grip, stance of ritme. En hier is DiMarco heel sterk.
Hij zet zijn linkerhand helemaal bovenaan de grip, maar neemt de putter dan met de rechterhand naar beneden toe vast. Eigenlijk houdt hij het ding een beetje vast zoals je een balpen in de hand neemt. Hij begon die greep te gebruiken in 1996, toen hij met yips kampte en geen bal meer recht kon slaan. Iets minder dan tien jaar later had hij in het Amerikaanse circuit zestien miljoen dollar bij elkaar gerakeld.
De zeer speciale grip van DiMarco kreeg ondertussen al volgelingen. Mark Calcavecchia, Tom Kite, Bernhard Langer, Peter Lonard, Mark O’Meara, Jeff Sluman en Craig Stadler slaan op dezelfde manier. Ondertussen weet niemand meer dat die greep eigenlijk werd uitgevonden door een rechter uit Wisconsin. We hebben het over ene John Pfannerstill, een uitstekende speler bij de amateurs, die dertig jaar geleden een oplossing vond voor zijn vaak terugkerende problemen tijdens de putting. De man had zijn gemiddelde score zien zakken van zeventig tot meer dan tachtig, en vond het dan ook tijd om in te grijpen.
Toen DiMarco een van zijn collega’s bij de professionals die techniek zag toepassen, probeerde hij het op zijn beurt. Het was het begin van een succesvolle periode.
John Baete
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier