De dilemma’s van Pieters Vis
Pieters Visbedrijf bezat alle troeven om op eigen houtje een wereldspeler in de visserij te worden. Eind vorig jaar werd Pieters echter volledig overgenomen door een Noors tweespan. Krijgt het Brugse visbedrijf genoeg zuurstof in Noorse wateren?
Oslo, Florí (Noorwegen).
P ieters Visbedrijf uit Brugge werd in november 2000 voor de volle honderd procent opgekocht door de nieuwe Noorse combinatie Fjord Domstein Holding AD. Dat is een tweespan van Fjord Seafood ASA en Domstein ASA, met familiale wortels zoals Pieters. De Vlaamse Pieters-groep tekent voor bijna een kwart van de 30 miljard frank groepsomzet in de Fjord Seafood-constellatie. Toch roeit Pieters niet mee als een volwaardige partner – althans niet als een financiële evenknie. De Noren hebben de vis, maar in de nieuwe Europese groep tillen vooral de marktkennis, de productontwikkeling en de toegevoegde waarde van de Vlaamse multinational (omzet: 7,5 miljard frank) Fjord Seafood op tot tweede zalmkweker in de wereld en de nummer één in visverwerking.
Met zijn vijftien verwerkingsbedrijven en verkoopkantoren in de Benelux, Frankrijk, Zwitserland, IJsland en het Verenigd Koninkrijk excelleert Pieters-groep in de Europese visserijwereld. De Bruggelingen bestrijken immers nagenoeg het hele aanbod van Atlantische vissoorten voor de consument. Pieters zorgt voor alles, van de verse aanvoer uit zee tot de levering van bereidklare vismaaltijden aan cateringbedrijven en warenhuisketens.
Toen Gilbert Pieters het eind 1997 voor bekeken hield, had hij de aanvoerketen en de marktpositie van het visverwerkende bedrijf van zijn vader (opgericht in 1953) geconsolideerd via een reeks acquisities in binnen- en buitenland. Gilbert Pieters zette in één decennium een bedrijf neer dat in geen verhouding staat tot de totale capaciteit van de Belgische visserijvloot: Pieters Vis verwerkt jaarlijks 40.000 ton vis – meer dan het dubbele van de volledige Belgische visvangst. Het visbedrijf uit Brugge staat met kop en schouders boven het tweede Belgische visbedrijf ( Morubel in Oostende) en haalt EBIT-marges ( earnings before income tax, exploitatiewinst) waar Europese concurrenten bij verbleken (6,1% in 1999 en 5,8% in 1998, tegenover een sectorgemiddelde van 2% à 3%).
“Met Gilbert Pieters op de commandobrug was een evenwaardig financieel partnership met Fjord en Domstein best denkbaar geweest,” zegt Frank Tierenteyn, chief executive officer van Pieters Visbedrijf, “of we hadden, met Gilbert aan boord, drie jaar geleden eventueel een beursnotering op eigen houtje in een toen nog gunstig beursklimaat aangekund.”
Liever mode dan vis
In 1997 rees een opvolgingsprobleem. Zoon Bruno Pieters verkoos mode boven vis, hij studeerde aan de Antwerpse Modeacademie. Vandaag ontwerpt hij exclusieve maatkledij op bestelling. Ook de dochters zijn kunstzinnig aangelegd: Frédérique deed cultuurwetenschappen en ontfermde zich over Brussel 2000. Véronique is schoonheidsspecialiste. “Ik heb me als entrepreneur jarenlang uit de naad gewerkt. Het werd tijd om wat anders te gaan doen,” mijmert Gilbert Pieters (60). Hoewel hij jaren geleden zalmkwekerijen opstartte, vist hij nu wilde zalm. En omdat hij het niet laten kan, adviseert hij raden van bestuur van starters uit het durfkapitaalfonds Creafund.
Met zijn Scandinavische achtergrond, waardoor het vertrouwd was met de visserijwereld, bood het Zweedse investeringsfonds Industri Kapital (IK) in januari 1998 een uitweg. Het nam Pieters vrijwel volledig over. De keerzijde was dat zodra Gilbert Pieters en ook de derde generatie uit de boot stapten, de kaarten financieel zo geschud waren dat op middellange termijn een kapitaalkrachtige externe inbreng nodig zou zijn. IK plande daarom een beursexit na drie of vijf jaar. Maar de beurs keerde en in het afgelopen jaar zag Industri Kapital een beursgang niet meer zitten. Pieters-groep verkopen aan een dynamische branchegenoot was de enige optie. Samen bezitten Fjord Seafood en Domstein via de koepel Fjord Domstein Holding AD elk de helft van Pieters-groep.
Het IK-intermezzo heeft Pieters Visbedrijf vooral een injectie van professionalisering opgeleverd op het vlak van financiële rapportering, corporate governance en kennis in het verteren van buitenlandse acquisities. De aankoop van Pieters Vis werd echter niet door IK gefinancierd, maar uit Pieters’ eigen cashflow betaald.
“Geen aanhangsel, maar sluitstuk”
Kijkt Gilbert Pieters nu naar zijn troetelkind als een aanhangsel van de Noren? Pieters Vis is groter en presteert beter dan bijvoorbeeld de eveneens familiale Domstein-groep. “Pieters is voor de Noren geen aanhangsel, maar het sluitstuk van hun strategie op de Europese markt,” reageert Gilbert Pieters. “Ik heb het bedrijf achtergelaten in handen van een jong, stevig managementteam. Door zijn dynamiek, markt- en productknowhow zal de Vlaamse invloed in de nieuwe Europese visserijgroep groter zijn dan zijn relatieve aandeel in de omzet.”
Onder IK verdubbelde het huidige management zowel de omzet als de winstgevendheid. Ook de rentabiliteit steeg sinds 1997: de EBIT-marge klom van 4% tot 6%. Volgens CEO Frank Tierenteyn kwam Fjord/Domstein als de beste kandidaat-overnemer uit de bus: “We waren hoe dan ook een prooi voor een van de vier giganten in het vak. Bij Fjord/Domstein zijn complementariteit, behoud van een ruime operationele autonomie, werkgelegenheid en erkenning van ons vakmanschap het best gewaarborgd,” klinkt het optimistisch. Dat Pieters onder een 100% Noors aandeelhouderschap in de toekomst zijn mannetje kan staan, bevestigen Rolf Domstein en Paul Birger Torgnes, respectievelijk voorzitter en CEO van Fjord Seafood.
Vissers in streepjespak
In een van de chicste hotels van Oslo buigen het management van Fjord en van Domstein zich onder kristallen kroonluchters over EBITDA-marges, EPS-groeipercentages ( earnings per share), grafieken en kleurrijke taartdiagrammen. Dit zijn vissers in streepjespak, want visserij is big business. Voor het eerst zit ook het voltallige managementteam van Pieters Visbedrijf rond de tafel.
Over enkele weken volgt een tweede, beslissende overlegronde met een tachtigtal verantwoordelijken van alle operationele units. Dan worden er knopen doorgehakt over herschikkingen tussen productievestigingen, interne verschuivingen en een mogelijke synergie tussen de drie bedrijfspijlers: Fjord, Domstein en Pieters. Pieters’ zalmkwekerijen in Schotland gaan zeker naar Fjord; Domsteins convenience– en cateringactiviteiten in Scandinavië komen wellicht onder Brugs management.
De merknaam Pieters blijft bestaan, al is het niet uitgesloten dat over enkele jaren – “als de markt erom zou vragen” – Fjord Seafood als een global brand uit de bus komt, of het label The European Seafood Alliance.
Sinds de Amerikaanse voedingsgigant ContiSea LLC. rond Kerstmis van vorig jaar een belang van 18% nam, is de geconsolideerde omzet van de Fjord-alliantie opgetrokken tot 30 miljard frank. De groep telt nu 3500 werknemers, produceert in vijftien landen en verkoopt in 110 landen (zie kaart).
Fjord Seafood (omzet: 17 miljard frank) en Domstein (omzet: 5,5 miljard frank) blijven aparte visserijgroepen, maar met heel wat verstrengelde zenuw- en bloedbanen. Fjord en Domstein vormen een Siamese tweeling en denken (voorlopig) niet aan een ingreep waarbij de ene volledig in de andere zou opgaan. Rolf Domstein en Paul Torgnes, beiden veertigers met MBA’s en diploma’s in visserijwetenschappen en visserij-economie, trekken het tweespan – keurige heren voor wie rendement en cost efficiency toch iets meer charme hebben dan de schilderachtige fjorden waarin hun kwekerijen en visverwerkingsbedrijven zich nestelen. Fjord is een van de meest efficiënte zalmkwekers ter wereld: 1,1 kilogram voeder resulteert in 1 kilogram zalm.
Aan het roer van het 75 jaar oude Domstein staan nu drie broers van de derde generatie. Rolf Domstein is de CEO van de groep. Hij is tevens voorzitter van Fjord Seafood en (met 22%) de grootste aandeelhouder van de Fjord-groep. Paul Birger Torgnes nam in 1996 het initiatief voor het samenbrengen van kleine Noorse familiale visserijbedrijven onder de Fjord Seafood-paraplu, waarvan hij sinds 1997 de CEO is (Torgnes bezit 2,9% van de Fjord-aandelen). Vier jaar later is Fjord Seafood, met 90.000 ton verse en diepgevroren zalm, de tweede grootste zalmkweker ter wereld (na de Nederlandse Nutreco-groep met 120.000 ton). In september 2000 trok Fjord Seafood naar de beurs van Oslo. Tachtig procent van de aandelen is in handen van de vroegere eigenaars, institutionelen en het management.
“Wij zijn geen visbedrijven”
Rolf Domstein en Paul Torgnes typeren hun Seafood Alliance als een krachtenbundeling van drie afzonderlijke bedrijfsgroepen met elk hun specialisatie. Gemeenschappelijk zijn hun financiële banden en commerciële strategie: “Wij zijn geen visbedrijven, maar seafood suppliers.”
Fjord Seafood specialiseert in de zalmkweek en de primaire verwerking (het schoonmaken van de vis). Domstein legt zich hoofdzakelijk toe op de vangst van Atlantische witvis (kabeljauw, heilbot, zeewolf) en makreel en haring. Pieters Visbedrijf spitst zich toe op de secundaire verwerking van Atlantische witvis en Noordzeevis (tot en met bereidklare vismaaltijden) en specialiseert in oosterse garnalen (scampi’s).
De taakverdeling had voor gevolg dat Domstein al zijn zalmkwekerijen doorschoof naar Fjord Seafood, terwijl Fjord de secundaire verwerking van zalm voortaan overlaat aan Pieters Visbedrijf. De Wisco-zalmkwekerijen (7000 ton) die Pieters in de jaren negentig in Schotland opbouwde, zullen aan Fjord worden doorverkocht, maar Wisco Processing Ltd. (die de gezouten, gesauste, gekruide of kant-en-klare zalm voor de barbecue of de kook bereidt) blijft onder het beheer van Pieters. ” Festab, Enghav en Arctic Delight, drie secundaire verwerkingsbedrijven van Domstein voor Noorse kaviaar, portioneerlijnen en visgratijns, komen wellicht terecht bij Pieters Vis,” zegt Rolf Domstein. Samen boeken de drie bedrijven een omzet van 1,5 miljard frank.
Pieters concentreert zich verder op de marketing en de verkoop van de producten van de Fjord/Domstein-organisatie in de Europese Unie en krijgt er Scandinavië bij. De verkoop van primair verwerkte zalm van Fjord in het Verre Oosten blijft in handen van Domstein, dat voor Noorse zalm een stevige voet aan de grond heeft in Japan en China, en ook in Oost-Europa. Nieuwkomer ContiSea beheert in Noord-Amerika een netwerk van 200 distributiepunten en retailers, en bewerkt de Noord-Amerikaanse markt voor de verkoop van 33.000 ton zalm afkomstig uit de twee onlangs door Fjord Seafood verworven zalmkwekerijen in Chili. “ContiSea is zowat de Amerikaanse evenknie van Pieters. Samenwerking op het vlak van productontwikkeling is denkbaar. Voor de verkoopkanalen bekijken we in de komende weken pragmatisch wie in welk land met welke producten het sterkst is ingeplant en hoe andere partijen uit de groep daar het best van profiteren,” zegt Paul Torgnes.
Eén dode vis per seconde
De zalmkweek staat nu voor 17 miljard van de 30 miljard frank groepsomzet van Fjord-Domstein-Pieters. Rolf Domstein ziet het aandeel gekweekte vis verder stijgen “en dus ook de verwerking en de productontwikkeling, wat Pieters ten goede komt.”
Domstein voegt er meteen aan toe waarom de Domstein-groep niet van plan is om, althans op de middellange termijn, te fuseren met de Fjord-groep: “In hun fusiedrift lopen ondernemingen het gevaar dat ze hun kernactiviteit uit het oog verliezen.” Hij vindt dat afzonderlijke bedrijfsgroepen, met een sterke focus op hun vakgebied, zich het best positioneren om de meest geschikte acquisities te doen.
In Florí, een vissersdorpje op de Atlantische kust, verwerkt een modelslachterij van de Fjord/Domstein-machine 50 ton of 10.000 vissen per dag (in pieken, zoals de kerstperiode, zelfs het dubbele). Vanuit de drijvende kooien in het zeewater schuiven de gekweekte zalmen na slachting en schoonmaak door computergestuurde lijnen voorbij tegen een tempo van één per seconde, tot ze, gesorteerd volgens lengte en gewicht, worden verpakt in gekoelde dozen en op verschepingsklare palletten van KLM belanden. Drie dagen later ligt de zalm op de markt in Tokio (zie kader: Na de koe, dolle zalm?).
Het risicoprofiel van Pieters
Een private placement vóór de beursgang leverde Fjord Seafood zo’n 4 miljard frank op. De acquisities ter waarde van 9,8 miljard werden voor een derde met geld van dat private placement gefinancierd, de rest met bankleningen. Ottar Haugerud, beursanalist bij Orkla Enskilda Securities, noemt de strategische positie van Fjord Seafood uniek in de sector. Door zijn acquisities in Chili, van Pieters Vis in de Europese Unie en het samengaan met het Amerikaanse ContiSea bestrijkt Fjord de hele waardeketen: van het ei tot zalmkweek en van eigen visvangst tot verwerking en distributie van visproducten met hoge toegevoegde waarde. Het evenwicht tussen het begin (grondstof) en het einde van de keten ( convenience products) helpt conjunctuurcycli uit te vlakken en zorgt voor een stabiele cashflow op groepsniveau.
De prijs die voor Pieters werd neergeteld vindt Haugerud eerder aan de hoge kant (3,2 miljard frank of tienmaal het eigen vermogen gedeeld door EBIT), omdat hij betwijfelt of Pieters zijn groeiritme zal aanhouden: “Pieters verliest aan Fjord zijn meest rendabele afdeling, de zalmkweek, die zo’n 30% van zijn omzet vertegenwoordigt. Verwerking is een business met lagere marges.”
Frank Tierenteyn: “Correctie, 30% van onze producten zijn op basis van zalm. Wat de verkoopprijs betreft, hebben Fjord/Domstein mee de omzet van 2000, 2001 en 2002 gekocht, en die stijgt jaar na jaar. We zullen dezelfde winst en marges behalen als in het verleden. Als je de drie kwartalen van 2000 vergelijkt met 1999, zit daar echter het – tijdelijke – dioxine-effect in”. De jongste vier jaar groeide Pieters Vis gemiddeld met 18%.
Niettemin maant Enskilda Securities beleggers in Fjord Seafood tot voorzichtigheid aan “omdat het risicoprofiel van Pieters en van de zalmkweekindustrie niet in zijn evaluatie is opgenomen.” De winst per aandeel bleef na de acquisitie van Pieters nagenoeg ongewijzigd (voor 2001 en 2002 raamt Enskilda de winst per aandeel op respectievelijk 3,08 en 3,03 Noorse kronen). Opmerkelijk is dat sinds de beursintroductie in midden september de koers van Fjord Seafood nagenoeg halveerde (zie grafiek: Fjord Seafood).
De koers van Fjord verliep parallel met de halvering van de zalmprijs. “De belegger is kennelijk nog niet overtuigd van de vrij stabiele inkomstenstromen bij Fjord Seafood,” commentarieert Haugerud. In de eerste drie kwartalen was de zalmprijs abnormaal hoog omdat de verhouding dollar-euro en Japanse yen export uit Europa stimuleerde en in die periode de Chileense zalmkweek te lijden had van een algenplaag. De beursgang van Fjord Seafood viel ongelukkiglijk samen met een kentering: er kwamen weer grote volumes uit Chili, terwijl de kortstondige heropleving van de consumptie in Japan in het najaar ineenzakte. Analisten verwachten dat de zalmprijs rond zijn huidig niveau zal blijven hangen.
Tijd voor een adempauze
Paul Torgnes vindt dat Fjord, na zijn recente strategische overnames, in 2001 aan een adempauze en consolidatie toe is. Fjord Seafood ontstond in 1996 uit het samengaan van vier familiale visbedrijven, die toen samen 200 miljoen frank omzet draaiden. Na het samengaan van twaalf Noorse visbedrijven klom de omzet in 1999 tot 10 miljard frank en met de buitenlandse acquisities van vorig jaar tot 17,2 miljard frank. Domstein groeide de voorbije twintig jaar gemiddeld 20% (van 300 miljoen frank in 1980 tot 8,8 miljard frank in 1999, dat is inclusief de zalmactiviteiten die onlangs naar Fjord gingen).
“Fjord heeft een kritische massa bereikt: we tekenen voor 10% van de wereldproductie in zalmkweek. Met ContiSea krijgen we voet aan wal in Noord-Amerika, met een jaarlijkse groei van 17% de sterkst expanderende markt voor Atlantische zalm. Met Pieters zitten we verankerd in West-Europa, dat 55% van het wereldverbruik voor zijn rekening neemt en waar gemiddeld nog 9% groei te verwachten valt in de komende jaren,” zegt Torgnes. Hij wil dit jaar de klemtoon leggen op organische groei, op het uitbouwen van synergie binnen de groep. “Prioritair is dat we dit jaar uit de alliantie maximale toegevoegde waarde puren, wat niet betekent dat we ernstige opportuniteiten kunnen negeren.”
En die opportuniteit zou zich snel kunnen voordoen. Vorig jaar nam de Nederlandse beursgenoteerde veevoedergroep Nutreco het Noorse Hydro Seafood over, de grootste zalmkweker ter wereld met zeeboerderijen in Noorwegen, Ierland, Chili en ook Schotland. Precies om het gewicht dat Nutreco via Hydro Seafood in Schotland kreeg, werd een Benelux-combinatie onmogelijk omdat Pieters Vis ook pas nog een Schotse zalmkwekerij had gekocht en de Britse monopoliecommissie zo’n concentratie geen goed idee vond. Maar eind vorige maand spraken de Britten hun veto over de Nutreco-Hydro-deal uit. Het Schotse gedeelte zal wellicht te koop worden aangeboden aan de drie overige giganten (naast Fjord Seafood, het Noorse Pan Fish en het Britse Stolt Sea Farm). Hydro’s Schotse zalmkweek sluit mooi aan bij Wisco, de zalmkwekerij van Pieters die nu in handen komt van Fjord Seafood.
ERIK BRUYLAND,ebruyland@trends.be
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier