De delicate delicatesse
Hebt u ze ook al geproefd, de verse asperges? Met 1200 ton productie blijft de groente uit mei een typische delicatesse. En dat zal nog een tijdje zo blijven: de arbeidsintensieve teelt zet immers een serieuze domper op verdere groei.
Met mes in de hand en aluminium bakje onder de arm schuifelen ze langs de verhoogde bedden in het aspergeveld. Minuscule barstjes in de aarde worden in een oogopslag gedetecteerd. Met de handen wroeten ze de aarde weg. Uit de grond rijst een verse, witte stengel.
“Wij hebben een kennersoog,” duidt landbouwer Eric Schoeters het wroetwerk. “Het telen van asperges vergt nog steeds zeer intensieve handenarbeid. Eén voor één worden de planten uit de grond gehaald. Per hectare rekenen we 2000 manuren werk.”
Eric Schoeters startte in 1986 met de teelt van asperges. In Olmen, deelgemeente van Balen, leidt hij zijn gelijknamige eenmanszaak. Het is voor de voltijdse vrachtwagenchauffeur slechts een nevenactiviteit: de één hectare bebouwde oppervlakte levert jaarlijks een brutowinst op van 850.000 frank. Een som die ook door de belastingdiensten als gemiddeld forfaitair bedrag voor de sector wordt aangerekend.
Collega Jacky Theuwissen uit het nabije Hechtel-Eksel maakt van asperges zijn voltijdse activiteit. Met zeven hectare in de open lucht, en nog eens 3000 meter in serres onder plastic, zorgen de asperges voor het leeuwendeel van de omzet in de eenmanszaak. “We mogen niet klagen,” klinkt de behoedzame repliek naar de vraag over de rendabiliteit. “Maar de aspergeteelt vergt toch zware investeringen. Voor één hectare heb je 2 miljoen frank nodig, zonder de aankoop van de grond.”
Groenten uit Limburg
Het zwaartepunt van de Belgische productie van asperges bevindt zich in Limburg en de grens met de provincie Antwerpen. Het Nationaal Instituut voor de Statistiek ( NIS) telde in 1997 134 hectare grond waarop in België asperges werden geteeld. Vlaanderen was goed voor 133,5 hectare: daarvan 40 hectare in Antwerpen, en 66 hectare in Limburg. “In die provincie vind je de grootste bedrijven,” bevestigt Jos Van Dessel, verkoopmanager van de cvba Vennootschap Mechelse Veilingen. De VMV was met 600 ton asperges in 1998 goed voor de verkoop van de helft van de Belgische productie. “Tot in de jaren zeventig waren er in Vlaams-Brabant, tussen Werchter en Puurs, nog heel wat kleine, familiale bedrijfjes. Die verdwijnen. Wie vandaag investeert in de teelt, start met grotere oppervlakten.”
Toch blijven die verhoudingen relatief: het grootste bedrijf teelt 20 hectare, het kleinste 1000 vierkante meter. Ook voor de Mechelse veiling is het belang van de asperges klein. Vorig jaar werd op de veiling voor 8762 miljoen frank aan groenten omgezet; de asperges nemen daarvan 90 miljoen voor hun rekening. Internationaal gezien telt het Belgische volume aan asperges – 1,2 miljoen kilo, waarvan er een kwart naar het buitenland verdwijnt – dan ook nauwelijks mee.
Nederland, met zijn veel sterker uitgesproken concentratie, produceert 14 miljoen kilo, Duitsland 36 miljoen. Koploper in Europa is Spanje, waar 75 miljoen kilo uit de bedden wordt gehaald. Maar wereldwijd spant China de kroon met 2,5 miljard kilo asperges. “Een gigantische productie,” rekent Jos Van Dessel, “maar de Chinezen telen alleen voor conserven. De Belgische asperges dienen uitsluitend voor de versmarkt.”
Het Belgische aspergeseizoen
start half april en eindigt op 24 juni, met Sint-Jan. Omdat de groente zeer gevoelig is voor het weer, zijn er soms grote schommelingen merkbaar in de productie. En die leiden op hun beurt tot enorme schommelingen van de prijzen op de Mechelse veiling (zie grafiek: Gemiddelde weekprijs asperges). “Dit seizoen verwachten we dat de productie met een kwart zal dalen,” schat Eric Schoeters. “Het zeer natte weer van de voorbije maanden en de koude ondergrond maken dat veel asperges bruine schubben vertonen. Dat doet niets af aan de kwaliteit, maar de consument wil nu eenmaal witte stengels.”
Gepensioneerde dertigers
De achilleshiel van de asperge is zonder meer het arbeidsintensieve karakter van de kweek. Alleen wassen en snijden gebeurt vandaag automatisch. Maar steken (het uit de grond halen van de groente), sorteren op dikte, schoonmaken en busselen blijft handwerk. Per hectare grond wordt minimaal op drie tot vijf werknemers gerekend. Maar in de praktijk zijn wel tien mensen aan de slag. “Dat maakt het heel moeilijk om die groente met andere teelten te combineren,” zucht Eric Schoeters. “Tussen april en juni zit je vast aan de asperges. Van ‘s morgens zes uur tot middernacht haal je de stengels uit de grond. Zeven dagen op zeven, want ook ‘s zondags groeien de asperges.”
Het nijpende gebrek aan seizoensarbeiders laat zich dus ook in deze sector gevoelen. Eric Schoeters en Jacky Theuwissen doen een beroep op gepensioneerde Turken, die in het verleden in de Limburgse mijnen werkten. Deze “gepensioneerden” zijn meestal frisse dertigers. “Niet toevallig zijn de grootste aspergeteelten in Limburg te vinden. Vreemde arbeidskrachten zijn in onze provincie een normaal verschijnsel. In Vlaams-Brabant, met zijn kleine, familiale boerderijen, heerst nog een andere mentaliteit,” duidt Jacky Theuwissen. Daar worden in hoofdzaak de eigen familie en “vrienden” ingezet.
Toch wordt er voorlopig, en in tegenstelling tot de fruitsector, niet structureel aan een oplossing gewerkt. Ook al is er nood aan 1300 seizoenswerkers voor de 134 hectare asperges. Naar aspergestekers blijft het zoeken.
Wolfgang Riepl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier