DE CYBERJURIST
In de ogen van Bill Gates, die gisteren een blitzbezoek bracht aan België, is hij wellicht de meest verguisde academicus ooit. Hij is 36 jaar jong, vrijgezel en – volgens zijn collega’s – één van de meest briljante juridische geesten van zijn generatie. Het cyberrecht is de specialiteit van grondwetspecialist Lawrence Lessig. Deze prof aan de Harvard-universiteit kwam op 11 december 1997 in het oog van de antitrust-storm tussen de Amerikaanse overheid en Microsoft te staan, toen hij door rechter Thomas Penfield Jackson werd aangewezen als expert om een rapport ten gronde te maken over de zaak. Zijn deadline: 31 mei 1998. Het twistpunt: overtrad Microsoft een in 1995 met de Justitie afgesloten minnelijke schikking (de consent decree) door pc-fabrikanten, die het besturingssysteem Windows 95 bij hun producten verkopen, te dwingen om ook de (gratis) browser Internet Explorer te installeren?
“Ik popel om aan het werk te gaan,” liet Larry Lessig prompt weten in een persbericht van de Harvard Law School. De jurist zag onmiddellijk in dat hij een historisch advies zou moeten vellen over de regulerende invloed van de overheid op elk bedrijf dat zich straks op de Internet-markt wilde wagen. Een kolfje naar zijn hand, zo lijkt het. De Amerikaanse pers begon al te speculeren dat de juridische inbreng van Lessig wel eens eenzelfde marktverschuiving kon teweegbrengen als de beruchte uitspraak van rechter Harold Greene, die in 1984 besliste dat het telecomconcern AT&T moest worden opgesplitst.
Maar ook Microsoft liet zich niet onbetuigd. De softwarereus stootte op drie controversiële e-mails die de onpartijdigheid van Lessig in twijfel trokken. Zo bleek de Harvard-prof in de zomer van 1997 een elektronisch bericht gezonden te hebben naar een senior executive van Netscape (Microsofts aartsrivaal), waarin hij de installatie van de Internet Explorer 3.0 op zijn Mac omschreef als zijn “ziel verkopen”. De Explorer had de bookmarks van Lessig op zijn Netscape-browser naar de vaantjes geholpen, en dat maakte Lessig pisnijdig. ” Ok, now this is making me really angry, and Charlie Nesson ( nvdr – een collega-docent van Lessig aan Harvard) thinks we should file a law suit,” zo schreef de Harvard-prof furieus in zijn nota.
Ogenblikkelijk trok Microsoft aan de alarmbel. De softwarereus wees er ook op dat Lessig in februari 1997 had deelgenomen aan een publiek forum over “Business and the Internet: Strategy, Law and Policy”, op de Harvard-campus. Eén van die sessies droeg als controversiële titel: “Moeten we toelaten dat Microsoft het Net opslokt?”. Er werd een discussie gehouden over de vraag of Microsoft anticompetitief gedrag vertoonde door zijn Internet Explorer en Windows 95 als één gebundeld product te verkopen.
Op die sessie vroeg Larry Lessig – woordelijk – aan Gary Reback, een antitrust-advocaat van Netscape, “welk soort oplossing hij in een wettelijke regeling tegen Microsoft zou willen opgenomen zien”. Dit was het bewijs dat Lessig “duidelijke vooroordelen” heeft, zo argumenteerde Microsoft.
En de softwarereus vroeg zich fijntjes af waarom er nu geen synopsis meer van die discussie op de website van de Harvard Law School te vinden was. “Een samenvatting die ooit moet hebben bestaan, want er was een Uniform Resource Locator ( nvdr – of Internet-adres) aan toegewezen,” aldus raadslid Richard J. Urowsky van Microsoft.
Het Justice Department liet het niet aan zijn hart komen, en betuigde zijn volle steun aan de beslissing van rechter Jackson om Lawrence Lessig tot “Special Master of the antitrust dispute” aan te wijzen. In academische kringen wordt de Harvard-jurist gecatalogiseerd als iemand die niet zomaar het bijna libertijnse model van de “laissez-faire” op het Web huldigt. In een interview met Harvard Magazine noemde Larry Lessig de stelling dat de cyberwereld van nature uit onreguleerbaar is, een grote vergissing. In die zin lijkt hij te willen onderstrepen dat de wetten uit de reële wereld wel degelijk kunnen vertaald worden naar een virtuele realiteit. Sommigen noemen Lessig daarom een interventionist. Eigenlijk, ten onrechte.
Zo oefende hij zware kritiek uit op de Communications Decency Act in de VS, een wet die elke vorm van on line pornografie criminaliseerde. “Een ongrondwettelijke maatregel,” stelde Lessig. Het Hooggerechtshof gaf hem later gelijk en schrapte de wet. De Harvard-prof is van mening dat de wetgever vooral aandacht moet schenken aan de manier waarop software wordt geschreven – want, zo zegt hij: softwarecode heeft de kracht van wet in de cybergemeenschap. Niet toevallig is Lessig één van de weinige juristen die ook effectief weet hoe een computer er van binnen uitziet. En dat zou hem wel eens van pas kunnen komen in het dispuut tussen Microsoft en de overheid.
In zijn column ” Tiranny in the Infrastructure” – die vorige zomer in het vakblad Wired werd gepubliceerd (http://www.wired.com/wired/5.07/cyber-rights.html) – waarschuwde de cyberjurist opnieuw voor de impact van softwarecode. Hij wees erop dat al die virtuele pornohysterie ervoor zorgde dat gesofisticeerde software op de markt kwam die de toegang tot bepaalde Internet-adressen blokkeert (zoals PICS, een initiatief van het World Wide Web-consortium) en zo een ongebreidelde censuur mogelijk maakt. “Niet de wet, maar de softwarecode wordt de censor”. Lessig ging zelfs zover om de softwarestandaard PICS “de duivel” in persoon te noemen.
Softwarecode – veel eerder dan een wetsregel – zal de parameters van het vrije Internet bepalen. In die visie is Larry Lessig op een briljante wijze uniek in zijn juridische vakgebied. En het is die visie die bepalend zou kunnen zijn voor de toekomst van het Internet. “Als rechtbanken en wetgevende instanties een inbreng willen hebben in de wetten van de cyberwereld, dan moeten ze betrokken worden in het schrijven van de software,” vindt hij.
En misschien is de 36-jarige Lessig daarom ook de uitgelezen jurist om de contouren van het Internet voor de 21ste eeuw in wettelijke grondregels te gieten. Het antitrust-dispuut tussen de Amerikaanse overheid en Microsoft – en de enorme impact van die zaak op de software- en Internet-markt – vormt daarbij een uitstekende aanzet.
PIET DEPUYDT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier