De comeback van de globalisering
De globaliseringsbeweging werd de jongste jaren onder vuur genomen tijdens betogingen, door elkaar geschud door het terrorisme van Al-Qaeda en gefnuikt door het gebrek aan stootkracht van de meester-globaliseerder, de VS. Maar er is ook goed nieuws.
Een van de maatstaven om na te gaan wat er gebeurd is met de globalisering, zijn de directe buitenlandse investeringen (DBI), de meest geavanceerde vorm van internationaal zakendoen. De wereldwijde toevloed van DBI’s steeg tussen 1991 en 2000 razendsnel van 160 miljard dollar naar 1,5 biljoen dollar. Dat was niet alleen het werk van onstuimige Amerikaanse ondernemingen, ook de Europese bedrijven werden belangrijke spelers op de wereldscène (momenteel werken zo’n 3,6 miljoen Amerikanen voor ondernemingen die in Europese handen zijn).
In 2001 kwam er echter een abrupt einde aan het feestje. Het wereldwijde DBI-volume halveerde dat jaar en kromp in 2002 verder tot ongeveer 650 miljoen dollar. De globalisering leek op de terugtocht.
Nieuwe opstoot van investeringen
Onder het oppervlak ziet het er echter allemaal niet zo somber uit. De terugval van de buitenlandse investeringen had weinig uitstaans met de antiglobaliseringsprotesten of met Osama bin Laden. Hij had wél alles te maken met een scherpe daling van het aantal grensoverschrijdende fusies en het uiteenspatten van de beursbel. Het zijn de rijke landen, en niet het minst Europa, die verantwoordelijk zijn voor de neergang van de DBI’s. In de Derde Wereld hebben de DBI’s zich goed gehouden en in het geval van China, de grootste begunstigde onder de ontluikende markten, zijn ze zelfs stormachtig gestegen.
Te beginnen met 2003, valt er in de komende jaren over heel de wereld een nieuwe opstoot van DBI’s te verwachten. Over de vijf volgende jaren zal de wereldwijde stroom van DBI’s waarschijnlijk weer sneller aangroeien dan de wereldhandel of de wereldproductie. Uitgedrukt in procenten van het wereldwijde bruto binnenlands product (BBP) zal hij opnieuw opklimmen naar 3%, wat naar historische normen extreem hoog is (tot het midden van de jaren negentig steeg het percentage zelden boven 1% uit).
Er bestaan een aantal redenen waarom we ons aan een DBI-boom mogen verwachten: onder meer het voortschrijdend, zij het aarzelend, herstel van de wereldeconomie, een nieuwe golf van grensoverschrijdende investeringen als antwoord op technologische veranderingen, industriële consolidatie en mogelijkheden op ontluikende markten. Het meest vertrouwenwekkende is echter de manier waarop het ondernemingsklimaat in verschillende landen aan het veranderen is op het vlak van de voorwaarden die DBI’s kunnen doen opbloeien of wegkwijnen.
Het goede nieuws voor de globaliseerders is dat het ondernemingklimaat in de meeste landen er de komende jaren aanzienlijk op zal vooruitgaan. In de Europese Unie, bijvoorbeeld, voeren landen als Spanje, Frankrijk en zelfs Duitsland (maar dan uiterst traag) hervormingen door van onder meer de arbeidsmarkt, die er hun economie flexibeler op zullen maken. De Centraal-Europeanen staan te dringen om hun economie meer competitief te maken in voorbereiding op hun toetreding tot de EU. Inmiddels heeft China er zich toe geëngageerd om verdere economische openheid na te streven, nu het de regels van de Wereldhandelsorganisatie heeft onderschreven. Andere landen in Azië, zoals Taiwan en Singapore, maken zich zorgen dat ze wel eens investeringen zouden kunnen kwijtspelen aan China en reageren daarop met hun eigen liberaliseringshervormingen. Kortom, scherpere concurrentie de wereld rond, leidt tot beter beleid. In de meeste landen zal het klimaat voor buitenlandse investeringen dan ook verbeteren.
Rijke landen genieten nog altijd het beste ondernemingsklimaat en ze trekken dan ook het gros van de DBI’s aan. In de komende vijf jaar zal bijna een kwart van ‘s werelds DBI’s naar Amerika vloeien en zullen de Britten en Duitsers de op een na meest begunstigden zijn. Maar China zal niet ver achterlopen en andere grote ontluikende markten zoals Mexico zullen ook in de top van de tabel zitten.
Daniel Franklin [{ssquf}]
De auteur is redactiedirecteur van The Economist Intelligence Unit .
(2003)
Ooit nemen robots de wereld over, maar in 2003 nemen ze alvast uw woonkamer in. Zo’n 700.000 huishoudrobots zullen tussen 2003 en 2005 worden verkocht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier