De blikvangers van Parijs
De Parijse Autosalon, een ietsje hoogdravend ‘Mondial de l’Automobile’ genoemd, opent eind deze maand de deuren. Voor de constructeurs een gelegenheid om hun nieuwste wielen voor te rijden. Trends pikte er een paar blikvangers uit.
A utosalons. Belangrijk of niet, wel of geen wereldpremières: ze blijven volk aantrekken. Consumenten die toe zijn aan een nieuwe auto en willen gaan grasduinen in het aanbod, maar ook autofanaten die droomauto’s van dichtbij willen zien, het wondertuig misschien wel eens aanraken, wie weet.
Wereldpremière
Het zal niet anders zijn in Parijs, waar van 30 september tot 15 oktober de ‘Mondial de l’Automobile’ wordt georganiseerd. Met alvast een wereldpremière voor BMW: de Duitse constructeur trekt er het laken weg van de nieuwe X5, de grote terreinwagen van het merk. Zijn neus doet ietwat denken aan de kleinere X3, verfijnder en eleganter dan de voorganger, maar de grote verandering zit in de lengte van het koetswerk: 19 centimeter langer dan wat voortaan de oude X5 is. Bovendien is hij nu verkrijgbaar met vijf of zeven plaatsen. Omdat BMW in dit segment de hete adem voelt van de grotere Audi Q7, en de vorig jaar vernieuwde Mercedes M-klasse.
De strijd tussen de grote Duitse drie gaat inderdaad onverminderd voort. De nieuwe X5 staat begin volgend jaar in de showroom. Maar terwijl BMW achter de Q7 van Audi aanholt, zal het zelf zijn achterhoede moeten afschermen: bij Audi is ondertussen de definitieve beslissing genomen om een Q5 te bouwen. Een kleinere terreinwagen, in het segment van de BMW X3. Of hoe alle merken, groot en klein, langzaam maar zeker in iedere niche een model parkeren.
Ook Volkswagen laat geen niche onbetreden. Komt daarbij dat het merk precies 33 jaar geleden, op de Salon van Genève, een coupé voorstelde die nog altijd in het collectieve geheugen rijdt, maar helaas niet meer op de weg: de Scirocco . Een leuke auto die niet alleen compact was, maar ook opvallend en tegelijk niet potsierlijk, wendbaar én vooral betaalbaar. Een succes, want er werden er een half miljoen van gebouwd. Maar bij VW zitten slimme hoofden, en ze beseffen dat de Scirocco vooral een andere grote deugd had: op het moment van zijn geboorte paste hij perfect in de tijdgeest. Vandaar dat niet over een nacht ijs wordt gegaan om de opvolger te bouwen, de nieuwe Scirocco die we eind 2007 zullen mogen verwelkomen.
En hoe doe je dat, niet over een nacht ijs gaan? Door het publiek te testen, tiens. Door zogenaamde conceptwagens te tonen op een autosalon, en op te tekenen hoe de mensen reageren. In Parijs kunnen de bezoekers zich straks dus vergapen aan de Iroc, een zogenaamd studiemodel. En, inderdaad: een voorbode van hoe de nieuwe Scirocco er misschien wel eens zou kunnen uitzien. Tenminste, als de Iroc aanslaat…
Een andere studiewagen valt de bewonderen op de stand van Peugeot. De 908 RC moet het publiek even laten wegdromen, maar geeft vooral een vermoeden van hoe de toekomstige 608 er zou kunnen uitzien. Het model waarmee de Franse constructeur ook straks wil blijven proberen om een plaatsje af te dwingen in het segment van de grote berlines, alwaar de Duitse merken nog altijd de plak zwaaien. Ook niet onbelangrijk, qua marketing: in het vooronder van deze conceptauto stopte Peugeot de V12 HDI turbodiesel met deeltjesfilter. Een krachtbron waarmee Peugeot volgend seizoen de 24 Uren van Le Mans wil winnen. Of hoe de autosport naadloos in de marketing van een constructeur past.
Opvallend hoe Audi zijn grote turbodiesel dan weer niet in het uitstalraam zet: de Duitsers wonnen dit jaar nochtans al met een dieselmotor in Le Mans, een première in de autosport, maar stoppen in hun supercar nog altijd netjes een woeste benzinemotor: wie een R8 koopt, een bliksem van een coupé met twee zitplaatsen, gebouwd ter ere van de machine die in Le Mans won, kan kiezen tussen een V8 van 4,2 liter (450 pk) of de venerabele V10 vijfliter van 610 pk die we kennen van de Lamborghini Gallardo.
Natuurlijk vallen in Parijs ook meer alledaagse dingen te zien. Opgefriste versies, zoals de Scenic van Renault. Opvallend, hier: de Grand Scenic, de langere versie, is nu verkrijgbaar met… vijf stoelen. Misschien bewijst het wel dat de zeven stoelen, ooit geïntroduceerd door Opel met de Zafira en daarna een must geworden voor zowat iedere compacte monovolume, niet meer was dan een marketingargument. En niet meteen iets waar de consument wakker van ligt.
Geen loutere opfrissing, maar een heuse nieuwkomer is de C4 Picasso van Citroën. En ja, even een misverstand de wereld uit helpen: de C4 Picasso is geen opvolger voor de Xsara Picasso. Die blijft inderdaad bestaan, een beslissing die werd ingefluisterd door het grote verkoopsucces dat laatstgenoemde nog altijd scoort. De auto gaat inderdaad als warme broodjes over de toonbank, maar wordt door Citroën tegenwoordig dan ook zwaar gebradeerd. En omdat hij dus blijft bestaan, die Xsara Picasso, onderstrepen de marketeers van het Franse merk gretig de verschillen tussen de Xsara en de C4 Picasso. Zoals grotere binnenruimte, scherpere prestaties en grotere buitenafmetingen, zeven zitplaatsen ook, voor de nieuwkomer. Kortom: eigenlijk niet meer dan een logische evolutie, want nieuwe modellen zijn altijd groter dan hun voorganger. Etcetera. Alleen verkoopt die voorganger, op wat het einde van zijn levensloop zou moeten zijn, dus nog altijd verrassend goed. En wordt hij dus voorlopig niet vervangen.
Bij Porsche hoeven ze een basislijn die al veertig jaar succes oogst helemaal niet te vervangen. Hij blijft tijdloos mooi, die 911, en ieder nieuw model borduurt erop voort. Zoals alweer een nieuwe variant van de 911, de Targa 4 en zijn krachtiger broertje Targa 4 S. In Parijs staan ze voor het eerst op de stand, en in november komen ze in onze showrooms, met een technische primeur: de Targamodellen zijn voor het eerst alleen maar verkrijgbaar met permanente vierwielaandrijving. Normaal, het almaar grotere vermogen van sportwagens en het almaar bredere publiek dat zo’n machines koopt, vergen meer technologische ondersteuning om het beest in bedwang te houden. En tot nader order is vier- wielaandrijving nog altijd een van de doeltreffendste manieren om ongebreideld motorvermogen op een decente manier tegen het wegdek te houden, zonder dat het ding allerlei richtingen uit gaat slingeren. 325 pk voor de Targa 4, en 355 pk voor de Targa 4 S, telkens uit de ondertussen onsterfelijke zescilinder boxer (een keertje in de versie 3,6 liter, die van de 4 S als 3,8 liter…) gepuurd: het is inderdaad niet niks. U herkent de nieuwe Targa tussen de andere 911-versies aan het grote glazen dak en de opklapbare achterruit.
Jo Bossuyt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier