‘De biotechsector heeft nog mooie jaren voor zich’

Het fonds Dexia Equities L Biotechnology heeft de voorbije jaren een mooi parcours gereden. Aandelen van biotechnologiebedrijven zijn met de jaren veel minder volatiel geworden, zegt beheerder Rudi Van den Eynde.

Dexia Equities L Biotechnology, het biotechnologiefonds van beheerder Rudi Van den Eynde bij Dexia Asset Management, is de afgelopen jaren bijzonder succesvol geweest. Na een verlies van 15,85 procent in 2008 herstelde het spectaculair, met winsten van 39,95 en 32,25 procent in 2009 en 2010. Daarna volgde een pauze in 2011, met een stijging van 6 procent. Vorig jaar eindigde het alweer 29,26 procent hoger. Sinds begin dit jaar is het fonds opnieuw gestegen met 27,02 procent. Het behoort daarmee tot de best presterende fondsen van 2013, net achter de Japanse-aandelenfondsen.

Rendementen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst, maar het valt niet te ontkennen dat dit fonds van Dexia een interessante aanvulling op een beleggingsportefeuille kan zijn.

Hoe verklaart u de lange winstreeks voor de biotechnologiesector?

RUDI VAN DEN EYNDE. “De prestaties van de biotechsector zijn afhankelijk van twee sleutelfactoren: innovatie en een sterke prijszettingsmacht. De jongste jaren zien we een hoge graad van innovatie. Wetenschappers krijgen steeds meer inzicht in de genetische mutaties die bijvoorbeeld kanker veroorzaken. Daardoor kunnen ze veel gerichter onderzoek doen en betere producten met minder bijwerkingen ontwikkelen. We staan slechts aan het begin van die evolutie. We hebben dus nog vele jaren van onderzoek en ontdekkingen voor de boeg.

“Om dat onderzoek mogelijk te maken, hebben de bedrijven financiële middelen nodig. Doordat de biotechondernemingen die innoverende producten op de markt brengen een sterke prijszettingsmacht hebben, zijn die middelen op dit moment nog verzekerd. Het onderzoek levert dus voldoende rendement op. Het is moeilijk te voorspellen of die bedrijven hun prijzen kunnen blijven opleggen. Maar wij zijn daar gerust op. Er komen almaar meer generische geneesmiddelen op de markt. Daardoor kunnen de sociale zekerheid en de verzekeringsmaatschappijen in de Verenigde Staten besparen en innoverende geneesmiddelen toch correct vergoeden.”

Lang niet alle biotechbedrijven zijn een succes op de beurs. Hoe herkent u de winnaars?

VAN DEN EYNDE. “95 procent van de kandidaat-producten die worden onderzocht, leidt tot niets. Dat maakt de sector zeer complex voor beleggers. Het is essentieel om biotechbedrijven waarvan de onderzoeken op niets uitdraaien te mijden. Bij de samenstelling van onze portefeuille zorgen we er altijd voor dat we niet te vroeg beleggen in een bedrijf. In de eerste onderzoeksfases zijn de risico’s zeer groot. Maar we mogen ook niet te lang wachten, want anders zien we het grootste deel van de stijging van het aandeel aan onze neus voorbijgaan. Doorgaans wachten we tot de onderzoeken in de fase II zijn aanbeland. Zodra het bedrijf over de resultaten beschikt, onderwerpen we alle gegevens aan een gedetailleerde analyse.

“Vaak houden we in dat stadium van het selectieproces nog geen rekening met de waardering van het aandeel. We stellen vooral klinische vragen. We meten de risico’s en bepalen het groeipotentieel. Dat is een cruciale afweging. Op basis van de uitkomst van die oefening kiezen we de bedrijven uit. Pas wanneer een product bijna op de markt wordt gebracht, focussen we op het financiële potentieel van het bedrijf en meten we hoeveel daarvan al in de aandelenkoers is verrekend.”

Verkoopt u een aandeel systematisch, zodra de onderzoeken van een bedrijf zijn afgerond en de aandelenkoers in de hoogte is gegaan?

VAN DEN EYNDE. “De aandelen van grote biotechnologiebedrijven die beschikken over een goed gevulde pijplijn — zoals Amgen of Biogen — verkopen haast nooit. We weten dat die aandelen stabiel evolueren en dat ze niet te volatiel zijn. Als kleine of middelgrote ondernemingen hun koersdoel hebben gehaald, nemen we winst of verkopen we zelfs onze positie als we denken dat ze hun volle potentieel hebben bereikt.”

Wat zou u doen met een aandeel als ThromboGenics?

VAN DEN EYNDE. “Het vergaat bio-techaandelen vaak op dezelfde manier. Zolang het bedrijf in de onderzoeksfase zit, blijven de beleggers afzijdig, maar zodra een product vorm begint te krijgen, koopt iedereen plots het aandeel, wat de koersen sterk de hoogte injaagt. Maar de sector heeft met de jaren aan maturiteit gewonnen. Biotechaandelen zijn vandaag minder gevoelig voor positief of negatief nieuws tijdens de diverse onderzoeksfasen.

“ThromboGenics heeft een mooi parcours afgelegd. Zijn product is nu te koop in de Verenigde Staten en Europa. De Verenigde Staten zijn een cruciale markt voor ThromboGenics, omdat het zijn product daar rechtstreeks — zonder partnerschap — commercialiseert. De vraag is hoe het product wordt onthaald door de gezondheidssector. Stellen ze het alleen voor aan een klein deel van hun patiënten, of aan een ruimer publiek? In het tweede geval is het groeipotentieel van het aandeel nog groot. Andere vragen zijn of de gezondheidssector tevreden is over het product, en of die nieuwe bestellingen plaatst? We moeten de eerste verkoopcijfers en andere gegevens goed analyseren om daar een idee van te krijgen.”

Wat denkt u over de andere Belgische biotechbedrijven?

VAN DEN EYNDE. “We hebben nog andere mooie bedrijven in België zoals Galápagos of Ablynx, maar hun onderzoeken zijn nog niet zo vergevorderd. Dat maakt dat veel vragen onbeantwoord blijven. Op dit moment is er bijvoorbeeld nog niets bekend over de eventuele bijwerkingen van hun kandidaat-producten. Voor 2014 krijgen we geen antwoord op onze vragen. Maar als hun onderzoeken goed aflopen, is hun potentieel gigantisch. Meestal nemen we slechts kleine posities in bij dat soort ondernemingen.”

Dexia Equities L Biotechnology C

ISIN-code: LU0108459040

KARINE HUET

“Biotechaandelen zijn vandaag minder gevoelig voor positief of negatief nieuws tijdens de diverse onderzoeksfasen”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content