DE BEURS, WIE WIL ZE ?
Heeft de beurs nut, schept de beurs waarde ? Is Wall Street, Nasdaq, Easdaq, de Beurs van Brussel, het Damrak, de Stock Exchange de formidabele verwerkingsmachine die spaargeld slikt en welvaart en arbeidsplaatsen uitspuwt ? Elke Vlaamse kmo’er die een beursgang aanvat, wordt de hemel ingeprezen als wegbereider van een economisch nirwana. Hij spreidt zijn ondernemersrisico over het collectief van de beleggers en heeft dus een polsstok om grote uitdagingen te bedwingen. In de voorbije weken werd de vraag over de zin van de beurs amper gesteld, in de komende weken zal zij misschien stilaan bovendrijven. Door de scherpe daling van de Aziatische beurzen en de beperktere neergang van de westerse beurzen ging de volle aandacht naar de klank- en lichteffecten die de knik veroorzaakt bij bange beleggers en bij kranten die smullen van paniekerige koppen op hun voorpagina.
Op een ogenblik dat er nog geen sprake was van herdenkingen van de minicrash van 1987 en zijn plagerige herverschijning in oktober schreef Elsevier Magazine ondeugend : de beurs is overbodig. De identificatie van beurs en bedrijfsfinanciering gaat ver, té ver. Een beurs is belangrijk voor beleggers, daarmee is nog niet bewezen dat zij belangrijk is voor bedrijven. De beurs is niet de magiër die crisissen bedwingt en de wereld redt. De relatie tussen de beurs, het gedrag van de beurs en de reële economie is zwak.
Wat is de beurs dan wel ? Een plek waar rijkdom wordt gedistribueerd onder spaarders, onder makelaars, onder beleggingsdiensten van banken en verzekeraars, onder verkopers van overheidsjuwelen ( Distrigas, ASLK), onder eigenaars die verdoken meerwaarden zien omtoveren tot miljoenen (zij cashen na één of twee generaties soberheid). Voor vader Janssens verschijnt de oude dag, hij wil zijn textielbedrijf vererven en verdeelt liever dure aandelen onder zijn nageslacht dan breimachines. Er stormt meer geld naar de beurs dan bedrijven bij de beurs ophalen door de uitgifte van nieuwe aandelen. Dit is de aloude wet van vraag en aanbod : veel vraag en weinig aanbod, dus opbollende koersen.
Waarom ignoreren de bedrijven de beurs ? De grote bedrijven financieren zichzelf voor het leeuwendeel sommige deskundigen spreken van negentig procent met ingehouden winsten. De kleine bedrijven die voordeel zouden kunnen doen met de beurs geraken er moeilijk binnen. Wereldwijd wordt verrassend weinig geld uit de kapitaalmarkt gehaald. Internationaal noch historisch is de kapitaalmarkt zo belangrijk als wordt voorgespiegeld. Aandelenbeurs en kapitaalmarkt zijn bovendien geen synoniem, een kapitaalmarkt is breder en omvat de obligatiehandel en de markt voor onderhandse leningen. Cijfers over 1995 laten zien dat de bruto-investeringen in het Amerikaanse bedrijfsleven in dat jaar 738 miljard dollar bedroegen en de aandelen-uitgiften van niet-financiële bedrijven 52 miljard dollar ; in het Duitse bedrijfsleven waren de bedragen respectievelijk 379 miljard mark en 18 miljard mark. De verhouding tussen de ene en de andere grootheid schommelt tussen 5 à 8 procent, een internationale constante. De meeste bedrijven hebben voldoende cashflow om investeringen en overnames te financieren uit eigen middelen. Sibelco, in ’50 een lokale onderneming in het Kempense kwartszand, groeide tot een wereldbedrijf in ’97 (omzet 25 miljard frank), uitsluitend op de kracht van zijn cashflow-management. Sibelco is representatief voor veel bedrijven in Vlaanderen. Voor hen hoeft de beurs- hype van de jongste jaren niet.
Waarom drummen de bedrijven dan toch voor hun plaatsje op de beurslijsten ? De verhandelbaarheid van een patrimonium hebben we al geciteerd, ook de verhoging van de motivatie van de medewerkers via aandelenopties is een reden, plus de grotere zichtbaarheid van de onderneming. Op de beurs noteren, beitelt de naam van de onderneming in de voorhoofden van het publiek, dat is interessant als imago-actie, als lokker van talent op de arbeidsmarkt, als goedkope en doorlopende lichtkrant. De beurs dus als reclamedrager.
Streelt de beurs hart en geest van de belegger ? Het onderscheid tussen de duistere tijden van de sterrenwichelaars en het hedendaagse is het groeiende meesterschap over het risico. Spelen op de beurs is een berekend risico door de bundeling van dosissen deel-risico’s. De deel-risico’s bewegen in diverse richtingen, gelijkgeoriënteerd en schots en scheef. Het opstel Portfolio Selection van Harry Markowitz‘ (Universiteit van Chicago, 1952) bracht de risicobeheersing in de beursleer. De strak mathematische tekst van Markowitz ging voorbij aan de dwaasheid van financiële receptenboeken als “Lessen van een balletdanser om zonder inspanning beursmiljonair te worden”. Op een ogenblik dat economische teksten nog verschoond bleven van het aanzicht van een handboek wiskunde droegen tien van Markowitz veertien bladzijden vergelijkingen en grafieken. Harry Markowitz was een baanbreker voor de beheersing van het risico. De wetenschappelijke studie van het risico verlost de belegger van de orakels. Samenvattend : om de economie te voeden, hoef je niet naar de beurs. De beurs bestaat voor de spelende, de bevrijde mens.
FRANS CROLS
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier