DE BEURS ALS PIRAMIDESPEL
Drie scenario’s
De beurs heeft zich de voorbije jaren zo extreem gedragen dat zelfs een psycholoog er met belangstelling naar kijkt. Met heel gemengde gevoelens trouwens. Vooral schuldgevoelens, omdat ik mijn privé-bezit niet fors heb uitgebreid door mee te profiteren van deze nooit geziene hausse. Maar ook nieuwsgierigheid : wat is er aan de hand ? Wat zal er gebeuren ?
Over de fundamentele oorzaken zijn alle commentatoren het roerend eens : lage inflatie, gunstige bedrijfsvooruitzichten, afbouw van de staatsschulden en vooral het unieke samenspel tussen deze drie factoren. Over de beursontwikkelingen in de (nabije) toekomst doen er drie radicaal verschillende scenario’s de ronde.
SNELLER EN INTENSER.
Het eerste scenario gaat ervan uit dat de bomen groeien tot in de hemel. Zolang de huidige krachten aan het werk zijn, zal de beurs blijven stijgen. Waarom zou ze in ‘s hemelsnaam dalen ? Lichtjes anders uitgedrukt : de beurs staat momenteel irrationeel hoog, waarom zou ze niet nog veel irrationeel hoger kunnen geraken ? Waarom zou de beurs niet nog enkele jaren versneld exponentieel kunnen stijgen ?
Wat ons in dit scenario erg aanspreekt, is de diepe overtuiging dat de wereld fundamenteel is veranderd. Alle ratio’s, trends, analyses zijn gebaseerd op een (ver) verleden en de situatie is vandaag radicaal anders. Analisten beweren dat men over een periode van 40 jaar steeds profijt haalt uit de beurs. Maar computertechnologie verdubbelt in capaciteit en halveert in prijs om de achttien maanden. Een werkweek telde vroeger 40 uren, nu werken de meeste bedrijven wereldwijd 168 uur. Stilaan begint de wereld de Amerikanen te volgen met hun obsessie voor een next quarter. Is het zo gek te beweren dat de economie gewoonweg viermaal sneller en intenser is geworden, en dat voor de beurs de heel lange termijn nu geen veertig, maar tien jaar is geworden ?
Wat is het bezwaar tegen dit eerste scenario ? Net achter onze tuin staan enkele zeer hoge bomen. Ze groeien nog wel wat, maar de hemel hebben ze nog lang niet bereikt, zelfs bij laaghangend wolkendek. Vroeg of laat stopt elke exponentiële groei. Het leuke is natuurlijk dat we niet weten wanneer.
ECONOMISCH WONDER.
Het tweede scenario is een vreemd, fasinerend scenario dat nochtans door zeer veel commentatoren wordt onderschreven. De beurs zal nog wat blijven groeien, zal hoogstens een kleine correctie ondergaan, en zal dan stabiliseren. Dit scenario veronderstelt dat een irrationeel hoog peil zal worden overgenomen door een rationeel economisch evenwicht. Alle krachten die de huidige hausse hebben gevoed, zullen tot een soort rustige bezinning komen. Dit is uiteraard fascinerend. Want dat betekent dat de kapitaalverschaffers op enkele jaren tijd hun kapitalen op stabiele wijze hebben zien stijgen met 200 à 300 %, zonder dat er een economisch evenwicht in het gedrang is gekomen. Niemand is immers de voorbije jaren echt armer geworden. De werkende bevolking heeft weliswaar niet veel loonsverhoging gezien, maar echt armer is ze niet geworden. De staat is zeker niet verarmd, want hij slaagt er aardig in zijn deficits overal ter wereld onder controle te krijgen. Zelfs de ontwikkelingslanden zijn niet langer aan het verarmen ! We hebben dus een economisch wonder gerealiseerd : op basis van een reële economische groei van zo’n 30 % het tienvoudige aan kapitaalgroei doen ontstaan, zonder partijen noemenswaardig armer te maken. Kapitaal wordt beloond voor zijn flexibiliteit. Terwijl de werknemers in de file staan, flitst het geld rond de wereld op zoek naar een nog grotere opbrengst. Krantenartikels geven dan ook terecht aan dat men met beleggen meer kan verdienen dan met werken. Hoe fundamenteel onze wereld is veranderd, toont het relaas van enkele Amerikaanse werknemers : ze bezitten aandelen van hun bedrijf, worden ontslagen, hun aandelen stijgen door de grote aantallen ontslagen, en ze zijn er door hun winsten op de beurs als werkloze beter aan toe dan als werkende. Een extreem verhaal, maar een illustratie van wat er allemaal kan gebeuren als we werken en leven in echt kapitalisme.
Het tweede scenario zou met andere woorden betekenen dat we (sinds 1989 ?) van een pre-kapitalistisch naar een vol-kapitalistisch tijdperk zijn overgestapt.
NEGATIEVE MASSAHYSTERIE.
En dan het derde scenario : what goes up, must come down. Een kleine correctie brengt ons onmiddellijk terug naar scenario één. Iedereen zal roepen dat de beurs in staat is zichzelf snel bij te sturen. Kijk maar naar de minikrach van 1987. Een iets grotere correctie brengt ons tot scenario twee. Maar scenario drie heeft het over de echte, grote correctie, om het eufemisme te gebruiken. Lage inflatie, lage staatsschuld, grote bedrijfswinsten verklaren wel de opwaartse trend, maar niet de waanzin die erachter steekt. En de huidige beurstrend is voer voor psychologen, voor specialisten van massahysterie, eerder dan voor rationele economische analyse.
Scenario drie lijkt ons dan ook het meest waarschijnlijk. De fundamentele reden waarom we persoonlijk geloven in de heel grote correctie is een associatie die we enkele weken geleden maakten. In Albanië hebben de piramidespelen tot doffe ellende geleid. Eén van de redenen van het bijna onverklaarbare gedrag der Albanezen was het feit dat ze niet vertrouwd waren met een vrije markt. Ze dachten dat het nu eenmaal wel mogelijk was dat iedereen tegelijkertijd zijn kapitaal zou vertienvoudigen. De huidige beurs doet verdacht veel denken aan een piramidespel : er worden (om de meest uiteenlopende redenen) reusachtige kapitalen aangetrokken, en de beurs gaat omhoog omdat ze… omhoog gaat. De nieuwe spelers op de beurs begrijpen nauwelijks waarover het gaat. Maar ze worden aangelokt door reusachtige winsten. Zolang er nieuwe kapitalen toevloeien, kan het piramidespel blijven duren. Als die opdrogen, zal de beurs omlaag gaan, omdat ze… omlaag gaat. Wat we dan te zien zullen krijgen, zal bijzonder onaangenaam zijn. Negatieve massahysterie is immers nog blinder dan positieve. Op dat moment zal elke redelijke belegger heel ver van de beurs wegblijven tot de rationele krachten opnieuw overnemen. Op dat ogenblik zal ook ons schuldgevoel een heel klein beetje verminderd zijn.
Marc Buelens
Prof. dr. Marc Buelens is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick School voor Management.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier