De beste zakengemeente van België

Laurenz Verledens vastgoedexpert bij Trends

Voor de vierde keer in vijf jaar gaat de titel van beste zakengemeente van het land naar een West-Vlaamse gemeente. Hooglede heeft het hoogste percentage winstgevende bedrijven en trekt vele starters aan.

In opdracht van Trends gaat het handelsinformatiebureau D&B ( Dun & Bradstreet) jaarlijks op zoek naar de beste zakengemeente van het land. Dit jaar kwam Hooglede als winnaar uit de datamachinerie. Een verrassing? Niet echt. Het profiel van Hooglede sluit perfect aan bij dat van de winnaars van de eerste drie edities (Izegem, Veurne en Ardooie). Om te winnen, moet je een kleine, liefst nog gedeeltelijk landelijke, maar vooral West-Vlaamse gemeente zijn, zo lijkt het wel. Alleen de laureaat van vorig jaar, Oudenaarde – Oost-Vlaams en met echte stadsallures – valt een beetje uit de toon.

De beste zakengemeente is dus niet hetzelfde als de grootste zakengemeente. “Het aantal of de grootte van de bedrijven speelt in dit onderzoek geen rol,” beklemtoont Bart Spiessens, communications leader bij D&B Benelux. “Aan de hand van de balans- en resultaatgegevens van 175.000 bedrijven gaan we vooral na in welke gemeenten de gezondste bedrijven zitten. De titel beste zakengemeente zegt dus ook niets over het bedrijfsvriendelijke karakter van de gemeente.”

Vijf criteria hanteert D&B: winst, winstgroei, betalingsgedrag, financiële gezondheid (de D&B-score) en het aantal nieuw opgerichte bedrijven (zie ook: De methode). Inzoomen op de deelrangschikkingen, leert dat Hooglede zijn koppositie vooral te danken heeft aan het hoge percentage winstgevende bedrijven op zijn grondgebied (eerste plaats) en een goede score voor het aantrekken van starters (zestiende plaats).

(Geen) Ruimte voor kelderstart-ups

Hooglede, samen met deelgemeente Gits goed voor 9820 inwoners, heeft twee gezichten. Kom je uit de richting van Kortemark of Torhout, dan rijd je tussen de akkers. De industriële activiteit is geconcentreerd aan de grens met Roeselare, in een industriezone met Deceuninck Plastics. Commentarieert Ludo Debever, corporate communications manager bij Deceuninck: “Het voordeel van een kleine gemeente als Hooglede is dat er geen bureaucratie of hië- rarchie in de weg staat. Als we een probleem of een vraag hebben, dan nemen we contact op met de burgemeester. En dan zijn we meestal snel geholpen.”

Die burgemeester is Jean Pierre Pillaert (van de partij Samen). De burgemeester steekt zijn trots over de aanwezigheid van Deceunick niet onder stoelen of banken, maar wijst ons er meteen ook op dat Hooglede nog wel meer mooie bedrijven telt. “We hebben met Sadef en Mol Cy, bijvoorbeeld, twee internationaal vermaarde metaalverwerkende bedrijven.” Sadef produceert koudgewalste profielen en telt zowat 500 personeelsleden in Hooglede. Mol Cy is een specialist in de constructie van transportmate-riaal. Het bedrijf, dat in Hooglede aan ongeveer 300 mensen werk verschaft, haalde een mooie achttiende plaats in de West-Vlaamse Gazellenrangschikking van dit jaar (zie Trends, 5 februari 2004). Ook Soenen Golfkarton wist een plaats te veroveren in die rangschikking. En dan is er nog Turbo’s Hoet, een truck- en trailerspecialist met meer dan 600 werknemers in Hooglede. Een waar succesverhaal (al werd stichter Alfred Hoet eind april aangehouden op verdenking van betrokkenheid bij een BTW-carrousel).

“Het gemeenschappelijk verhaal achter die bedrijven is dat ze allemaal klein en eenvoudig gestart zijn – in de kelder, in de garage, in een kleine hangar,” vertelt burgemeester Pillaert. “Vandaag hebben ze vestigingen in verschillende landen. Gewoon van start gegaan met een goed idee en dan door hard werken stelselmatig uitgebreid. Die mentaliteit maakt deze regio zo sterk. En wapent ons tegen delokalisatie. Want een bedrijf zal nog niet zo gauw vertrekken uit de plaats waar het zijn roots heeft. Daar zitten meestal ook de brains.”

Maar de burgemeester beseft dat er méér nodig is dan entrepreneurspirit. Kapitaal en ruimte, bijvoorbeeld. En vooral ruimte wordt schaars. De kelderstart-ups mogen dan een prima formule geweest zijn, vandaag ligt dat om milieutechnische en stedenbouwkundige redenen veel moeilijker. “Dat is onze grote frustratie. We hebben hier het bedrijfspotentieel, maar onze bedrijven krijgen geen ruimte. We behoren immers tot het buitengebied. Vergelijk dat eens met Limburg. Daar hebben ze grote bedrijventerreinen zat, maar de – vaak buitenlandse – bedrijven trekken er nu wel weg richting goedkopere productieregio’s.” Toch ziet de burgemeester nog groeikansen. Hij verwacht veel van het voltooien van de ringweg rond Roeselare.

De dynamiek van Roeselare

Hooglede is lang niet de enige gemeente uit Midwest-Vlaanderen die zo hoog scoort. In de toptien prijken ook Ledegem, Ingelmunster, Pittem, Tielt en Ichtegem. In de toptwintig vinden we Ardooie, Izegem, Moorslede en Staden. Op Lichtervelde en Zonnebeke na, zitten alle grensgemeenten van Roeselare in de toptwintig. Roeselare mag dan zelf vrij zwak scoren (op plaats 87), de sterke omgeving zegt wel iets over de dynamiek van de Rodenbachstad.

In de breedte laat West-Vlaanderen dit jaar toch een (klein) beetje van zijn veren: in 2003 haalden nog 25 gemeenten de topvijftig dit jaar zijn het er slechts zeventien. Dat neemt niet weg dat de West-Vlaamse hegemonie overeind blijft. Opvallend is wel de relatief goede score van de Antwerpse gemeenten. Bij vorige edities was Antwerpen vaak het zwakke broertje onder de Vlaamse provincies. Met Herselt, Balen en Lille heeft Antwerpen drie gemeenten in de toptwintig en op basis van de topvijftig komt Antwerpen als tweede provincie naar voren. Limburg zakt weg van de tweede naar de laatste plaats.

Voor de eerste maal doet ook Wallonië mee in de topvijftig en meteen met twee gemeenten: Comines-Warneton (Komen-Waasten) in Henegouwen en Libraimont-Chevigny in Luxemburg. Het Brussels hoofdstedelijk gewest bevestigt de zwakke prestatie van vorig jaar: de negen laatste plaatsen zijn voor Brusselse gemeenten.

Donkere wolken aan de kust

Zijn er na vijf edities opvallende tendensen? De West-Vlaamse suprematie is alvast een duidelijke constante. Maar even opvallend scoort een deel van dezelfde provincie elk jaar uitermate zwak: de kust. Een mogelijke verklaring ligt bij de horeca, een sector die traditiegetrouw een hoog aantal faillissementen kent.

Ook de grote steden doen het al van bij de eerste editie verre van schitterend. Van de provinciehoofdsteden doet Brugge het dit jaar nog het best met een 145ste plaats. Misschien een Brugge-culturele-hoofdstadeffect, de bedrijfsresultaten waarop dit onderzoek is gebaseerd, hebben immers betrekking op het boekjaar 2002.

Voor het zwakke presteren van de steden zijn al twee hypotheses naar voren geschoven. Professor Wim Vanhaverbeke ( Limburgs Universitair Centrum) wees op het ontstaan van agglomeratienadelen (files, hoge grond- en kantoorprijzen, hogere lonen) als gevolg van de voortschrijdende verstedelijking in ons land. Daardoor zouden bedrijven beter af zijn op het platteland, ook al omdat de steden toch steeds dichtbij zijn. Professor Georges Allaert ( UniversiteitGent) argumenteerde dat grote steden meer starters aantrekken. Dat zou een negatieve impact hebben op de resultaten, omdat bedrijven in hun eerste levensjaren het kwetsbaarst zijn.

De beste zakengemeenten blijken ook een goede voedingsbodem voor internationaal gerichte bedrijven. Vier van de vijf laureaten hebben, naast enkele pareltjes van KMO’s, ook een bedrijf met internationale uitstraling op hun grondgebied. Olieslager Vandemoortele is al sinds zijn oprichting thuis in Izegem, chemiegroep Sioen is de bedrijfs- trots van Ardooie en reiskofferfabrikant Samsonite heeft zijn hoofdkantoor voor Europa en Azië in Oudenaarde. Hooglede en Deceunick passen goed in dat rijtje.

Laurenz Verledens

Antwerpen klimt sterk naar de tweede stek, terwijl Limburg wegzakt naar de laatste plaats.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content