De beste adresjes in Rome

Rome is de stad van keizers en pausen, van Fellini en ‘la dolce vita’, van pasta en ‘gelato al lemone’. Geen wonder dat ‘la Bella Roma’ al eeuwenlang in alle toonaarden wordt bejubeld, bezongen en beschreven. Dit keer is het de beurt aan ex-diplomaat Hans De Belder, Chris Verhaegen, secretaris-generaal van de Europese Federatie van Pensioenfondsen, en KPN-topman Marcel Roovers. Als doorgewinterde Rome-kenners zochten zij voor u de beste adresjes uit in de Eeuwige Stad.

Om een bezoek te brengen aan Rome kunt u honderden argumenten verzinnen. U kunt er bijvoorbeeld dagenlang rondstruinen over het imposante Forum Romanum of over het Sint-Pietersplein, waar gelovigen van over de hele wereld samenstromen. Anderen vergapen zich liever aan de bloemenpracht van de Spaanse trappen of dromen weg wanneer ze de in elegante maatpakjes getogen en heftig gesticulerende belladonna’s bekijken. Kortom, in Rome valt voor iedereen wel iets te beleven, een mening waar onze drie gelegenheidsgidsen zich volmondig bij aansluiten.

Hans De Belder, adviseur op het kabinet van Vlaams minister van Buitenlands Beleid Paul Van Grembergen ( Spirit), woonde er aan het reveil van de jaren zestig, toen femme fatale Anita Ekberg en acteur Marcello Mastroianni hun vurige passie blusten in de Trevi-fontein. Sindsdien komt De Belder er nog elk jaar terug. Ook Chris Verhaegen, van opleiding romaniste, een voormalige lerares Italiaans een vandaag secretaris-generaal van de Europese Federatie van Pensioenfondsen, beschouwt Rome zo’n beetje als haar guilty pleasure. “Veel folietjes veroorloof ik me niet,” lacht ze, “maar voor mijn Rome maak ik graag een uitzondering. Met die stad heb ik echt een passionele verhouding.” Dat is overigens ook het minste wat je kan zeggen van Marcel Roovers, sales director bij KPN Belgium. Roovers vond er immers zijn ware liefde en huwde met een Romeinse. Na zijn actieve loopbaan is Roovers – die er een huis bezit – vastbesloten om van Rome zijn nieuwe thuis te maken.

1. Hotels

Al eeuwenlang biedt Rome onderdak aan pelgrims, handelaars en toeristen. Allicht heeft geen enkele Europese stad daarin zo’n grote traditie. U vindt er een uitgebreide keur aan hotels, gaande van de meest exquise vijfsterrenpaleizen versierd met fresco’s, brokaat en fluweel tot schimmige herbergen, verscholen in een van de talloze kronkelstegen in de antieke binnenstad. Spijtig genoeg hebben de Romeinse hotels – hoe divers ook – één ding gemeen: de prijzen voor een overnachting liggen meestal exorbitant hoog.

Wie zich daarover geen zorgen hoeft te maken, verwijst Chris Verhaegen graag door naar het befaamde en onlangs nog volledig restaureerde hotel Eden. Dit luxueuze hotel werd in 1889 opgetrokken aan het begin van de Via Veneto en fungeert sindsdien als dé ontmoetingsplaats voor de internationale beau monde. Vooral het excellente restaurant op het dakterras geniet wereldfaam. Bezoekers kunnen er onder het nuttigen van een heerlijke maaltijd genieten van een ongeëvenaard uitzicht op het Forum, het Collosseum, het Vaticaan én de Spaanse trappen. Alle bezienswaardigheden zijn van hieruit makkelijk te voet bereikbaar. Enig minpunt: wie er na zijn gelukzalige wandeling door la città eterna onder de satijnen dekens wil kruipen, betaalt minstens 350 euro per nacht. Zoete dromen.

Hans De Belder verblijft liefst in het rustieke hotel Raphaël. “Een tamelijk duur hotel,” weet de ex-diplomaat, “maar de ligging ervan – de gewezen Italiaanse premier Bettino Craxi had er zijn hoofdkwartier – is gewoon perfect, vlakbij het Piazza Navona. Vooral het dakterras biedt een indrukwekkend panorama. Bovendien heerst er een erg romantische sfeer. Ideaal dus als je je vrouw eens wil verrassen met een weekendje uit.” Zelfs een kijkje nemen in de vijftiende-eeuwse lobby – gelardeerd met zeldzame en peperdure antiquiteiten – is in hotel Raphaël de moeite waard. En dan hebben we het nog niet eens over het restaurant waar de Franse chef Jean-François Daridon telkens opnieuw het beste van zichzelf geeft. Voor 237 euro per nacht komt u er akelig dicht in de buurt van wat Trends-redacteuren alleen kennen onder de verafgelegen term la dolce far niente.

“Wie op zakenreis is, houdt er wel best rekening mee dat de Fiumicino-luchthaven zich op ruim dertig kilometer van de stad bevindt,” ontnuchtert Marcel Roovers ons meteen. “Voor zakenlui lijkt het Sheraton Golf Resort een goed alternatief. Het hotel biedt alle comfort en faciliteiten voor businessmeetings én ligt bovendien perfect tussen het centrum en de luchthaven.” Dit charmante hotel in countrystijl wordt omzoomd door een golfterrein van wel zeventig hectare. Ideaal dus om werk en recreatie te combineren. Een kamer huren buiten het hoogseizoen kan er al vanaf 123 euro en dat is een redelijke prijs, zeker naar Romeinse normen. Bovendien zijn er gratis én klokvaste pendelbussen tussen de luchthaven en het centrum. Een handig extraatje, zeker als we de waarschuwingen van De Belder mogen geloven: “Ga nooit mee met een taxichauffeur die je binnen in de luchthaven aanspreekt. Ze rekenen je gegarandeerd het drievoudige tarief aan. Als je een taxi wil, vraag er dan een in het hotel of bel er zelf een op. En als je door drukke straten wandelt, stop dan je portefeuille in je binnenzak.” Blijkbaar is niet iedereen in Rome even katholiek als de paus.

2. Restaurants

Al sinds de keizertijd smikkelen en smullen de Romeinen er op los. Zo bestond een goed diner in het antieke Rome uit minstens zeven gangen die telkens werden weggespoeld met heerlijke streekwijnen. Hoewel ze, in tegenstelling tot vroeger, niet meer languit op het triclinium liggen om een maaltijd te nuttigen, houden de gulzige Romeinen hun culinaire reputatie hoog. Aan uitstekende restaurants is er nog steeds geen gebrek.

“Toch is de keuken er wat op achteruitgegaan,” stelt Verhaegen met een wat melancholieke stem. “De traditionele Italiaanse keuken is een beetje het slachtoffer geworden van haar succes. Onder druk van de toeristen wordt er bijvoorbeeld veel later op de avond gegeten en worden de schotels steeds meer gesofisticeerd. Een goede, authentieke pizzeria vinden, wordt almaar moeilijker.”

Dat neemt niet weg dat Verhaegen ons nog steeds graag de gemarineerde schaaldieren van La Rosetta aanbeveelt. Het restaurant van Massimo Ricidi en zijn staf – in het historische hartje van Rome – wordt algemeen beschouwd als een van de allerbeste visrestaurants van Italië. Geen wonder dat het er doorgaans erg druk is, zodat u maar beter ruimschoots op voorhand een tafel kunt reserveren. Wie aan de Romeinse drukte wil ontsnappen en liever in een romantische sfeer tafelt, trekt volgens Verhaegen het best naar Il Convivio. Dat traditionele restaurant biedt een uitgebreide variëteit aan seizoensgebonden gerechten. Vooral de desserten zijn er erg lekker. Alleen al het proeven van woorden als crema di mandorfe of semifreddo zabaglione brengt het water in de mond.

Ideaal voor een zakenlunch is Al Regno di Re Ferdinando II, zo beweert Marcel Roovers. Hier vindt u overigens alleen het allerbeste uit de zuid-Italiaanse keuken, gaande van met olie overgoten linguini tot de echte pizza margherita. “Als je je klanten wil imponeren, dan kan ik ook de saltimbocca à la romana aanbevelen. En als afsluiter een lemoncello of wat grappa.” Een steelse blik op de spijskaart leert bovendien algauw dat u in Re Ferdinando niet eens zo diep in de geldbeugel moet tasten. Voor 100 euro krijgt u er al een deugdelijk driegangenmenu geserveerd.

Bovendien ligt het restaurant boven op de Monte Testaccio, een bruisende volkswijk die vooralsnog niet door buitenlandse yuppies is ingepalmd. Toch vinden de toeristen ook hier steeds makkelijker hun weg. Daar zijn overigens enkele goede redenen voor. Zo vindt u in Testaccio – naast een hele resem trendy bars – ook een paar heerlijk ouderwetse wijnkroegen of enotheca’s, waar de schalkse Romeinen hun wijn zoeter maken met limonade of met veel kabaal en gestes zitten te kaarten.

Bourgondiërs die zich willen laven aan de zuiderse ambiance moeten volgens De Belder beslist eens zo’n enoteca binnenstappen. “De beste wijnbar vind ik de Bottega del Vino da Anacleto Bieve, in het voormalige joodse getto. Je vindt er een enorme keuze aan Italiaanse wijnen maar ook een goede lunch is er steevast te krijgen. Voor een zeer redelijke prijs kun je er genieten van een goed glas Brunello di Montalcino en rolletjes parmaham.”

Na het versterken van de innerlijke mens gooit de echte Romein zich onvervaard in het nachtleven. Zo flaneerden ze vroeger tot aan het ochtendgloren over de Via Veneto, waar ook de paparazzi samentroepten in de hoop er een blik van Sophia Loren of Claudia Cardinale op te vangen. Tegenwoordig valt er van die nostalgische en sensuele sfeer op de Via Veneto niet veel meer te bespeuren. Wat overschiet, zijn bemiddelde en overdadig geschminkte toeristen en vervlogen herinneringen.

Wie ‘in’ wil zijn – een alom gedeelde besogne in het modebewuste Rome – steekt tegenwoordig de Tiber over tot in Trastevere. Tot een generatie geleden was dit zowat de armste wijk van Rome, waar de ‘waswijven stonken naar urine’, zoals Juvenalis ons al in de eerste eeuw voor Christus onverbloemd meegaf. Volgens de overlevering wonen hier de echte nakomelingen van de antieke Romeinen, voor wie de hele wereld ooit sidderde. Tegenwoordig beperken de Trasteverini zich echter tot verbaal geweld. Zo wordt er van op het balkon nog wel eens hevig gevloekt en geketterd. Niettemin wordt er vooral vreedzaam gelachen en feestgevierd op pleintjes en in bars in het gezelschap van massa’s uitgelaten toeristen. “Echt een geweldig spektakel,” verzekert De Belder. “Hier kun je je volledig onderdompelen in het echte Rome. Tot in de vroege uurtjes wordt er gezongen en muziek gemaakt.”

3. Musea

Wie de ochtend daarop zijn kater wil wegspoelen met een stevige portie cultuur, heeft in Rome uiteraard mogelijkheden zat. Geen stad in dit ondermaanse beschikt over zo’n indrukwekkend patrimonium. Over de Vaticaanse musea, het Sint-Pietersplein of het Collosseum – de verplichte must-sees – zijn terecht bibliotheken volgeschreven.

Toch komen ook de personen die de door miljoenen toeristen platgetreden paden even willen verlaten aan hun trekken. “Als je agenda het toelaat, ga dan eens naar de prachtige Villa Giulia,” suggereert De Belder bijvoorbeeld. “Dit is een voormalig buitenverblijf van de paus en herbergt vandaag het Etruskisch Museum.” De Villa Giulia heeft de grootste collectie Etruskische en vroeg-Italische relicten, verspreid over 34 volledig gerestaureerde zalen. “Enkele daarvan zijn zelfs gewijd aan Belgische archeologen,” voegt De Belder er in een chauvinistische opwelling aan toe. “De kans dat de Romeinen dat weten, is echter klein. Congo, Dutroux en uiteraard koningin Paola – dat is zowat het enige wat de doorsnee Romein over België weet.”

Marcel Roovers – die zowel privé als professioneel tussen Rome en Brussel pendelt – lijkt die Romeinse nonchalance te kunnen beamen. Toch neemt hij het als vurige Giallorosso – koosnaampje voor de aanhangers van volksclub AS Roma – uiteraard graag op voor zijn stadsgenoten. “Vergeet niet dat Rome echt een zuid-Europese stad is. Qua actueel kunstgebeuren of intellectuele avant-garde valt er niet zo veel te beleven. Voor mij hoeft dat ook niet, Rome is op zich al een kunststuk. Echte Romeinen leven de hele dag buiten op straat.” Een avondlijke wandeling door het Forum Romanum, de ruïnes van waaruit de keizers eeuwenlang de wereld bestierden, is als cultureel uitje ruimschoots voldoende voor Roovers.

Chris Verhaegen opteert dan weer voor een bezoekje aan het Domus Aurea, het megalomane paleis van Nero aan de zuidelijke flank van de Esquilijn (een van de zeven heuvels in Rome). Net zoals zovele Romeinse monumenten onderging het Domus Aurea een flinke opknapbeurt naar aanleiding van het pauselijke jubeljaar. Twee jaar geleden ging het opnieuw open voor het grote publiek. Tegenwoordig fungeert het als majestueus decor voor tijdelijke tentoonstellingen rond actuele kunst. “Beslist de moeite waard,” verzekert Verhaegen. “Als ik niet te moe ben van het shoppen tenminste. Want ook om te winkelen blijft Rome een echt paradijs.”

4. Shoppen

Het meest exclusieve winkelgebied van Rome bevindt zich nog steeds aan de voet van de Spaanse trappen. In de chique winkelstraten rond de Via Condotti vindt u een hele resem winkels met klinkende namen als Versace, Balestra en Fausto Sarli. Zelfs Valentino – die doorgaans de Parijse podia verkiest – heeft hier een atelier in een historisch palazzo. Tijdens de saldi in januari en september staan de nerveuze en prikkelbare Romeinse vrouwen er urenlang geduldig in de rij.

“En de mannen!” voegt Roovers er meteen aan toe. “Wees dus niet verrast als een Romein u vertelt dat hij zich nog moet opmaken. Want dat wordt hier au sérieux genomen. Voor wie zakendoet in Rome zijn een strak maatpak, een handgemaakt hemd en een blitse zonnebril een vestimentaire must. Het is echt een hele ceremonie. Hou er rekening mee dat je afspraak om die reden wel eens een kwartiertje te laat zou kunnen zijn. Geen nood echter. Een Romeinse werkdag – zoals overal in het zuiden – duurt een hele dag.”

Dave Mestdach [{ssquf}]

Wie voor zaken naar Rome moet, houdt er best rekening mee dat de Fiumicino-luchthaven zich op ruim dertig kilometer van de stad bevindt.

Ga in Rome nooit mee met een taxichauffeur die u binnen in de luchthaven aanspreekt. Ze rekenen u gegarandeerd het drievoudige tarief aan.

Het meest exclusieve winkelgebied van Rome bevindt zich nog steeds aan de voet van de Spaanse trappen. In de chique winkelstraten rond de Via Condotti vindt u klinkende namen als Versace, Balestra en Fausto Sarli.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content