De beste adresjes in Londen

Londen is niet alleen een van de belangrijkste financiële knooppunten van Europa, maar ook een trendsetter op het gebied van shopping, kunst en gastronomie. We vroegen aan drie ervaren Londen-connaisseurs – Jan Verheyen, Wim Dejonghe en David Van Riel – naar hun favoriete adresjes.

D avid Van Riel, organisator van exclusieve evenementen, is een geboren en getogen Londenaar. Toch woont de man al geruime tijd in Antwerpen. Vorig jaar wist hij in de metropool zelfs nog de zeilbotenvloot van de Cutty Sark Tall Ships’ Race te vergaren. Wim Dejonghe, topman bij het advocatenkantoor Allen & Overy, vliegt dan weer bijna wekelijks heen en weer tussen Antwerpen en Londen. En filmregisseur en televisiepresentator Jan Verheyen werkte er drie jaar lang op de filmafdeling van het intussen uit de markt gekochte Polygram. Dagelijks keek hij vanuit zijn kantoor in Oxford Street uit op de shoppende massa die de stad elke dag overspoelt.

De drie heren zijn dan ook uiterst geschikt om als stadsgids te fungeren. Voor huiverachtige reizigers zoals Trends-redacteuren roept het hectische Londen immers meer vragen dan antwoorden op. Vragen zoals: waar vind ik het beste hotel? Waar loods ik mijn zakenrelaties best heen als ik dat lijpe contractje wil binnenhalen? Hoe breng ik een vrije middag op een cultureel correcte manier door? Of: welke buurt moet ik mijden om niet na een uurtje in een reisdepressie te vervallen? Van Riel, Dejonghe en Verheyen weten raad.

1. Hotels

Overnachten in Londen biedt minstens evenveel mogelijkheden als problemen. Een keuze maken uit een van de honderden hotels is niet makkelijk, zeker als u gebonden bent aan een strak reisbudget. Londen is immers peperduur. Zowel voor een overnachting in een duf businesshotel als in het meest royale designerhotel betaalt u al gauw een potig bedrag.

Advocaat Wim Dejonghe kan ons alvast het Sanderson Hotel aanbevelen, tenminste als de aandelenkoers van onze uitgever, Roularta Media Group, gunstig evolueert. Een nachtje in dit wondermooie hotel – dat deel uitmaakt van de Ian Schrager-groep – kost immers minimaal 195 pond. Nog een geluk dat het hotel uiterst fraai is ingericht en beschikt over de meest luxueuze accommodatie. Achter de kantoorgevel op Berners Street schuilt een gestileerd en minimalistisch interieur. De kamers zijn uitgerust met Louis XV-sofa’s en rustieke olieverfschilderijen.

Voor wie iets zuiniger te werk wil gaan, lijkt de suggestie van Jan Verheyen een zinnig alternatief. “Ik besef dat het een saai en duf hotel is, maar de beste prijs-kwaliteitverhouding vind ik bij de Holiday Inn in Mayfair. Bovendien is het hotel gelegen op wandelafstand van Piccadilly Circus. Ideaal dus voor zakenreizen en privé-bezoekjes.” Reserveren doet u echter best ruim op het voorhand, want het populaire hotel telt amper 186 bedden.

Over een slaapplaats hoeft David Van Riel dan weer niet te tobben. Van Riel is al jaren lid van de Royal Anglo-Belgian Club in Knightsbridge, een Brits-Belgische sociëteit waar hij meermaals per jaar vertoeft. De Anglo-Belgian beschikt over een conferentieruimte, een bibliotheek, een restaurant én een Belgische bar. Geen wonder dat de club fungeert als dé ontmoetingsplaats voor Belgische zakenlui die tijdelijk in Londen verblijven. Lid worden kan al vanaf 150 pond, waarna u tegen ledentarief in één van de 24 cabins kunt overnachten. Alleen kan dat louter op voorspraak van een erkend lid. Best eerst even bellen dus naar de Belgische ambassade.

2. Restaurants

Lekker eten kunt u in Londen zowat overal. En dat niet alleen in de befaamde maar helaas ook peperdure restaurants. Ook in de onverwachte straatjes valt er heel wat smakelijks te ontdekken. Londen is een voorloper op culinair gebied, een exotische smeltkroes die de traditionele Britse keuken lardeert met de beste gerechten van over de hele wereld. Zo telt Londen werkelijk tientallen Italiaanse restaurants, Chinese, Japanse, Belgische en ga zo maar door. U vindt er kortom een gevarieerd en avontuurlijk aanbod dat u in uw ijdele leven nooit opgesoupeerd krijgt.

Vooral de Londense visrestaurants blijken wereldfaam te genieten. Zo verwijst Van Riel ons graag door naar Bentley’s Bar, tenminste als we het restaurant van zijn Anglo-Belgian Club voor een avondje willen overslaan. Bentley’s Bar is vooral gerenommeerd voor zijn exquise garnaal- en krabsalades die vakkundig worden bereid door Charlie Rushton, ex-chef van de Mirabelle. Voor een schotel betaalt u minstens 50 pond, voor een fles wijn 19,50 pond. Even binnenloeren in de beroemde oesterbar op de kelderverdieping is daarentegen volstrekt gratis.

Voor een korte businesslunch suggereert Van Riel een bezoekje aan de foodfloor van Harrods. Het wereldvermaarde warenhuis – met talloze exclusieve boetieks en een Egyptische eigenaar – herbergt immers een aantal handige bistro’s. Zo vindt u er, afhankelijk van de etage, restaurants die als specialiteit sushi, sandwiches, pasta of het typische bacon and eggs op het menu hebben staan. “Wel de spits vermijden,” waarschuwt Van Riel. “Harrods is als eetgelegenheid namelijk erg geliefd de jongste tijd. En daar zijn goede redenen voor. De prijzen vallen goed mee en het is er heel lekker. Voor de beste pastramisandwich hoeft u heus niet naar New York.”

Jan Verheyen zoekt zijn culinaire heil vooral in de trendy aangelegenheden. Dat hoeft echter niet te betekenen dat de kwaliteit er minder is. Wel integendeel. Zo blijkt Verheyen vooral verlekkerd op de visgerechten van signor Zilli. Deze Italiaan heeft een flink aantal restaurants in Soho, een van de populairste uitgaansbuurten van Londen. Vooral het naar hemzelf genoemde Zilli Fish, gelegen in de gezellige Brewer Street, geniet een stevige reputatie. De bediening is er snel, de sfeer druk op zijn Italiaans en de prijzen naar Londense normen erg redelijk. Voor een gulzige 40 pond wordt u door Zilli getrakteerd op een perfect bereide zwaardvis in spek of de beroemde pasta met kreeft. Op het menu staan bovendien enkele vlees- en vegetarische suggesties.

Daarnaast gaat Verheyen ook graag tafelen bij Wagamama in Soho, een hip Japans kelderrestaurant – onderdeel van een internationale keten – dat vooral door studenten en zakenlui wordt bezocht. “U kunt er echter niet reserveren en u moet gewoon bijschuiven op lange eetbanken,” vertelt Verheyen terwijl hij de lekkere noedelsoep – de specialiteit van het huis – nog lijkt te proeven in de mond. “Vooral de jongste jaren is Wagamama enorm populair. Ook hier bent u er best bij kort voor de middag of om halfzes ‘s avonds. Anders zult u een tijdje moeten aanschuiven.” De kans dat snoodaards een plaatsje inpikken, is echter nihil. De Londenaars – verknocht aan traditie – houden hun queue-ethiek immers nog steeds in ere.

3. Musea

Mocht uw drukke werkschema het enigszins toelaten, dan lijkt een bezoek aan een van de talloze musea een absolute must. Zo blijft het British Museum een verplicht nummer. Zeven miljoen bezoekers per jaar can’t be wrong. Het British herbergt de grootste verzameling Egyptische, Griekse en Romeinse kunst ter wereld. Toch is de kans reëel dat u niet voldoende tijd hebt om u aan de oorlogsbuit van het Britse Imperium te vergapen. Om alle zalen te doorlopen, moet u immers al gauw op een volledige dag rekenen. Om de gigantische collectie rustig te bekijken, neemt u best een hele week vrij.

“Als u maar enkele uren kunt vrijmaken in uw agenda, moet u zeker een bezoekje brengen aan de New Tate,” adviseert Wim Dejonghe. “Zelfs al bent u niet echt een fanatiek liefhebber van moderne kunst. Het gebouw en de locatie zijn op zich al de moeite waard. Bovendien zijn er geregeld tijdelijke tentoonstellingen die altijd spraakmakend zijn. Kortom, als u wilt meepraten over Londen moet u erheen.”

Dejonghes enthousiasmerende woorden over de Tate Modern worden door Van Riel en Verheyen gretig bijgetreden. Het jonge broertje van het Tate Britain is het swingendste museum van de stad, een artistieke pleisterplaats waar de duffe vooroordelen over moderne kunst met breekijzers en vooral met veel licht en ruimte worden beslecht. Zo is het museum gehuisvest in de gerenoveerde energiecentrale van Bankside. Het pareltje van moderne architectuur, ontworpen door de Zwitsers Herzog en De Meuron, biedt dan ook een schitterend uitzicht op de Theems. De vaste collectie bevat, naast installaties en videosculpturen, tal van invloedrijke werken van Picasso, Matisse, Dali en Warhol. Ook de kruim van de hedendaagse art scene komt er geregeld over de strak gedesignde vloer. De New Tate is niet alleen een must-see voor kunstliefhebbers, maar evengoed een aangename ontmoetingsplaats voor zakenlui met een goede smaak.

4. Shoppen

Wie in zijn vrije uurtjes daarentegen liever rondkuiert door de stad, moet volgens Dejonghe een ommetje wagen langs Notting Hill. Naast een keur aan exclusieve restaurants op Portobello Road kunt u er gezellig shoppen op de dagelijkse markt. Misschien doet u er wel een gouden zaakje in één van de tientallen kraampjes met antiek, curiosa en trendy mode. Tenminste, als u bereid bent wat dieper in uw geldbeugel te tasten. Notting Hill is als verzamelplaats voor de Londense beau monde immers niet bepaald goedkoop, al geldt dat evengoed voor eender welke buurt in de binnenstad.

“Dan slenter ik toch liever door de straten van Camden Town,” stelt Verheyen. “Ook hier is er een markt waar u zowat alles terugvindt – van satijnen hippiehemden tot zeventiende-eeuws meubilair. Het is de grootste en populairste markt van Londen, waar vroeger een artistiek sfeertje heerste, ook al vinden toeristen er steeds makkelijker hun weg.” De markthallen, tegenwoordig ondergebracht in rustieke paardenstallen, zijn overigens op zich al een bezoekje waard.

Voor een authentieke Londenaar als David Van Riel betekent shoppen in eerste instantie een bezoek aan Harrods. Hier vindt u alles wat de deftige gentleman beoogt, ook al lijkt het aristocratische imago van het warenhuis stilaan kraaienpootjes te vertonen. Als literatuurliefhebber snuffelt Van Riel bovendien graag door de imposante collectie van Foyles, naar eigen zeggen de grootste bookshop ter wereld. De notoire boekhandel in Charing Cross Road is alvast makkelijk te herkennen aan de grote, gele vlag die u tegemoet wuift. Om de afstand tussen Harrods en Foyles stijlvol te overbruggen, zijn een paar elegante schoenen geen overbodige luxe. Die koopt Van Riel bij het chique en klassiek-Britse Church’s in Regent Street.

5. Te mijden

Wie zich op zijn ontdekkingstocht door de stad ontgoochelingen wil besparen, mijdt volgens onze adviseurs het best enkele buurten. Zo gruwelt Verheyen bij de idee ‘s avonds te moeten rondwandelen door de theaterwijk West End. Daar blazen miljoenen musicalliefhebbers verzamelen voor tuttige en onbehoorlijk prijzige zang- en dansspektakels, veelal ontsproten aan het brein van Sir Andrew Lloyd Webber. “Die theaters zijn minstens vier miljoen jaar oud en u belandt er sowieso naast een vadsige toerist die geen woord Engels praat,” zegt Verheyen, duidelijk nog steeds kampend met hevige flashbacks.

Dejonghe loopt op zijn beurt graag in een brede boog rond Trafalgar Square – “een afschuwelijk lelijk plein, bezet door horden toeristen”. “En de Londense metro kunt u ook maar beter mijden,” drukt Van Riel ons op het hart. “Het is er steeds duwen en trekken voor een plaatsje en anderhalf pond voor een enkel ticket tikt aardig aan.”

Volgens onze kenners is er maar één geldige manier om zich door Londen te verplaatsen: een rit met de oubollige taxi. De auto’s mogen dan getuige zijn van vele wereldoorlogen, de Londense taxichauffeur geniet duidelijk een onberispelijke reputatie. En die lijkt niet alleen gestoeld op zijn stuurcapaciteiten. “Het cliché klopt gewoon,” stelt Van Riel. “De Londense taxichauffeurs zijn buitengewoon voorkomend en hebben bovendien ook steeds een boeiend verhaal klaar. Zij vormen als geen ander de ziel van de stad.”

Het moge duidelijk zijn: met een taxi rondtoeren van Harrods naar het restaurant van signor Zilli, van de markt van Notting Hill naar de Tate Modern en uw verblijf in Londen kan bijna niet meer stuk. “Tenminste, als u genoeg ponden in uw zakken hebt,” luidt het unisono. Wie zijn zakenrelaties wil imponeren met exclusieve uitjes en dineetjes weze bij deze zowel geïnformeerd als gewaarschuwd. Zonder dank.

Dave Mestdach [{ssquf}]

De Royal Anglo-Belgian Club in Knightsbridge is dé ontmoetingsplaats voor Belgische zakenlui die tijdelijk in Londen verblijven.

Het wereldvermaarde warenhuis Harrods herbergt ook een aantal handige bistro’s.

De markt van Camden Town is de grootste en populairste van Londen. U vindt er alles: van satijnen hippiehemden tot zeventiende-eeuws meubilair.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content