De bendes blijven buiten schot
De KB Lux-affaire, de Gemeentekrediet-erfenisrechten… Begint de overheid werk te maken van de strijd tegen de fiscale fraude? “Neen,” zegt gewezen officier van de gerechtelijke politie Frank Staelens: “De zware criminelen kunnen nog steeds hun gangetje gaan. En dat terwijl de administratie de circuits en spilfiguren kent.”
De tollenaars morren. Op verschillende plaatsen in het land voeren de fiscale ambtenaren stiptheidsacties om het nijpende personeelstekort aan te klagen. Volgens de vakbonden zijn Antwerpen en Brussel, wegens gebrek aan controles, zelfs uitgegroeid tot echte fiscale paradijzen.
“De overheid heeft witteboordencriminaliteit altijd al stiefmoederlijk behandeld,” zegt Frank Staelens, manager Fraud & Integrity Risk Services bij de internationale auditfirma Arthur Andersen. En hij vindt ook niet dat het tij nu begint te keren. Want hoewel de Belgische fiscus in – bijvoorbeeld – het KB Lux-onderzoek al voor 2,44 miljard frank aan vorderingen verstuurde naar particulieren, blijven de misdaadorganisaties de dans ontspringen. De reden? Het gerecht en de fiscus beschikken niet over voldoende wettelijke middelen en mensen om de internationale fraude aan te pakken. “Dat is pervers,” zegt Staelens. “De administratie kent nochtans de circuits. In totaal gaat het om enkele tientallen spilfiguren.”
Als reactie op het KB Lux-dossier pakte de Commissie voor het Bank- en Financiewezen (CBF) eind jaren negentig uit met richtlijnen om de zogenaamde bijzondere mechanismen te verkomen. Staelens: “Maar deze circulaire legt de nadruk op mogelijke belastingontduikingen door burgers, zelfstandigen en bedrijven. Het resultaat is dat de financiële instellingen de neiging hebben om de georganiseerde fraudecircuits uit het oog te verliezen. Nochtans liggen de risico’s daar substantieel hoger.” Volgens het Internationaal Monetair Fonds (IMF) zet de georganiseerde misdaad jaarlijks zo’n 1500 miljard euro om.
Een ander probleem is dat advocaten die optreden als financieel of fiscaal adviseur nog steeds worden beschermd door het beroepsgeheim. Staelens: “Dat komt omdat de wetgever de onderwerping van de dienstverlenende sector aan de witwaswetgeving heeft beperkt tot één beroepscategorie: de advocaten. Deze maatregel speelt opnieuw in het voordeel van criminele organisaties, die zich een bataljon dure specialisten kunnen veroorloven om zich te laten verdedigen. Het beroepsgeheim werd nochtans alleen maar ingevoerd om de rechten van de verdediging te beschermen.”
Al tien jaar lang vecht de voormalige officier van de gerechtelijke politie tegen fiscale misdrijven. Hij ergert zich dood aan het lakse en ongelijke beleid van de regering. Want terwijl de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) jacht maakt op de al dan niet malafide rekeninghouders van KB Lux of het Gemeentekrediet, blijven de bendes grotendeels buiten schot. Nochtans gaat, hoewel fraude laakbaar is op beide niveaus, van deze laatste een veel groter destabiliserend economisch effect uit wegens concurrentievervalsing. Het gevolg daarvan is dat van origine bonafide handelaars die actief zijn in fraudegevoelige sectoren vroeg of laat voor de keuze worden geplaatst: failliet gaan ofwel betrokken raken bij fraudecircuits.
Sinds het Charter van de Belastingplichtige (1986) mogen fiscale ambtenaren niet langer deelnemen aan huiszoekingen of verhoren. En het is al evenzeer taboe om door Justitie inbeslaggenomen documenten te analyseren. Volgens het hof van beroep in Gent (16 december 1999) moet hun getuigenrol zelfs strikt worden beperkt. Staelens pleit daarom voor de oprichting van een Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (Fiod) naar Nederlands model. Vooral ook omdat de detachering van fiscale ambtenaren naar de Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Financiële en Economische Delinquentie (CDGEFID) en naar de parketten onvoldoende resultaten oplevert. Staelens: “Hoewel de respectieve wetten al dateren van 30 maart 1994 en 10 juni 1997, zijn in de praktijk nog maar zes belastingcontroleurs overgeheveld naar het gerecht. Dat is slechts een druppel op een hete plaat.”
De hoedanigheid
van officier van de gerechtelijke politie geven aan een geselecteerde ploeg van fiscale ambtenaren – minstens een team van honderd specialisten – biedt volgens het ex-hoofd fraudebestrijding van KBC Bank de enige kans op succes. Staelens: “Enerzijds beschikken de administratieve controlediensten niet over de noodzakelijke dwangmiddelen – zoals huiszoekingen en telefoontap – om georganiseerde fraudeurs aan te pakken. Anderzijds zijn er maar weinig politiemensen die genoeg ervaring hebben om de band tussen stromannen en fraudeurs aan te tonen. De schaarse specialisten zijn dan ook chronisch overbelast. Bovendien leidt de huidige achterstand in de gerechtelijke onderzoeken tot straffeloosheid en algemene frustratie.”
Als gevolg daarvan sluit de administratie almaar meer minnelijke schikkingen af. Om nog maar te zwijgen van het aantal dossiers dat gewoon wordt geseponeerd wegens gebrek aan mankracht. Staelens: “Hier kan de privé-sector helpen via gerechtelijke expertises, inclusief gebruik van nieuwe technieken en software.”
De manager Fraud & Integrity Risk Services van Arthur Andersen breekt ook een lans voor een verplichte BTW-aangifte per maand. Staelens: “Met de afschaffing van het materiële toezicht op de goederentransacties heeft de Europese Unie de controle verlegd naar geschreven data. Een grondig onderzoek vergt echter minstens zes tot acht maanden omdat met de huidige aangiftetermijnen de eerste signalen pas worden ontvangen na drie à vier maanden. Intussen hebben de zwendelaars al lang hun biezen gepakt en nieuwe strofirma’s opgericht in andere lidstaten, waar ze hun lucratieve handeltje opnieuw starten. Zo derft de EU jaarlijks naar schatting 2000 miljard frank als gevolg van BTW-carrousels.”
Op dit ogenblik is de kans op gerechtelijke vervolgingen en eventuele straffen voor fiscale misdaadorganisaties nagenoeg nihil. Door de aanslepende discussies over het bankgeheim en de invoering van een éénvormige Europese roerende voorheffing vloeit ook steeds meer geld naar duistere offshorecentra. Zo deelt Dominica – één van de Britse Maagdeneilanden – paspoorten uit onder een naam naar keuze voor iedereen die daar een rekening opent en het economic citizenship aanvraagt. Spek voor de bek van Russische maffiosi. Daarom pleit Staelens voor internationale sancties voor belastingsparadijzen en internetbanken die weigeren antiwitwascontroles te implementeren.
Ook het inschakelen
van privé-hulp bij het opsporen van fraudecircuits zou nuttig kunnen zijn. Nu duurt het maanden vooraleer een rogatoire commissie effectief aan de slag kan. Met de hulp van de privé-sector zou de overheid op enkele dagen tijd over alle nodige inlichtingen uit de openbare bestanden van alle landen kunnen beschikken. Nu al bestaan in de Angelsaksische landen commerciële fraudedatabases. Behalve informatie over de financiële toestand en de bestuurders van bedrijven, bevatten deze bestanden ook een overzicht van antecedenten op basis van persarchieven en vonnissen. Volgens sommigen zou dat indruisen tegen de privacywetgeving. Maar, zo reageert Staelens: “Waarom zou je in godsnaam geen bestand mogen bijhouden over oplichters? Dat is toch niets meer dan wettelijke zelfverdediging?”
eric pompen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier