De Belgische wetgeving volgens Kafka
Nog maar zelden heb ik me een beeld kunnen vormen van kafkaiaanse toestanden en daar ben ik blij om. Maar onlangs werd ik ermee geconfronteerd. Het ging om de omzetting van een Europese richtlijn in België. Nu weet ik wel dat zoiets geen eenvoudige klus is, maar het was nooit tot me doorgedrongen dat je het zo ingewikkeld kon maken.
Zoek de verschillen. De omzetting van de richtlijn over de terugnameplicht van afgedankte voertuigen wordt door de drie regio’s afgehandeld. Er is overleg tussen de kabinetten van de ministers van Milieu en ik neem aan ook tussen de administraties. Het zal wel de bedoeling zijn geweest om de teksten op elkaar af te stemmen, maar als je de uiteindelijke versies vergelijkt, zie je toch nog verschillen in definities, data van toepassing of te behalen recyclagedoelstellingen. De ene afwijking kan al wat grotere gevolgen hebben dan de andere, maar het betekent wel dat je als bedrijf drie regelingen in gedachten moet houden en dat je zelfs een opdeling zou moeten maken tussen wagens verkocht (of is het ‘laatst ingeschreven’?) in het Brussels, Vlaams of Waals Gewest om ze te kunnen naleven. Als de regio’s de regeling ook nog in verschillende kalenderjaren goedkeuren, dan heeft dit tevens gevolgen voor de boekhouding en de belastingaangifte.
Ik beweer niet dat de administraties en kabinetten hun werk niet goed doen, maar als je met drie regio’s aan de omzetting van een richtlijn werkt, is de kans dat de uiteindelijke versies wat uiteenlopen gewoon groter. Dat kan te maken hebben met lobbywerk van de industrie of andere rechtstreeks en onrechtstreeks betrokkenen, specifieke interesse of desinteresse van de regio of een simpele vergetelheid. Bij de Europese Commissie en het Europees Parlement is het al een nachtmerrie om een basistekst, die bijvoorbeeld in het Engels is opgesteld, correct in alle andere talen om te zetten. Het is daarom extra moeilijk om teksten waaraan in drie gewesten wordt gewerkt, gelijk te houden. Nu kun je terecht stellen dat gewesten in een aantal zaken andere accenten moeten kunnen leggen, maar heeft het in dit geval zin? Willen de gewesten echt met elkaar in concurrentie over afgedankte voertuigen? Ik neem aan van niet.
Duitse procedure. Er is nog wel ruimte voor verbetering, maar ik geef toch de voorkeur aan de Duitse procedure, waar de omzetting op federaal vlak gebeurt. Als de wet een invloed heeft op de financiën van de regio’s, kunnen zij die trachten bij te sturen door amendementen te formuleren. Alleen de amendementen die door de regio’s als geheel worden goedgekeurd en het ook halen op federaal niveau, desnoods na een conciliatieprocedure tussen het federale en regionale niveau, worden van toepassing, maar dan ook onverkort in alle Länder. Dat lijkt me een betere procedure. Tenslotte is het federale niveau ook verantwoordelijk ten aanzien van Europa. Als je dat bij ons om redenen van staatsstructuur en bevoegdheidsverdeling niet kunt, dan moet je een systeem hebben om hetzelfde resultaat te verzekeren. Zoniet wordt het wel erg moeilijk voor ondernemingen. Je moet niet alleen de regelingen opvolgen en naleven in alle lidstaten, maar ook nog eens in de regio’s. En dat alles voor iets waarbij de verantwoordelijkheid (terugnameplicht) bij de constructeurs wordt gelegd, die uit de aard van de industrie de gevolgen op Europees en zelfs mondiaal vlak moeten verwerken. Het is een goede zaak dat je als startend bedrijf voor alles kan aankloppen bij één loket ( one-stop shopping), maar het helpt niet veel als je later verstrikt raakt in een wettelijk kluwen. Tenslotte blijven niet alle ondernemingen onder hun kerktoren zitten.
Een rol voor de Senaat? Het risico van (ongewilde) verschillen in regionale of federale wetgeving doet zich niet alleen voor bij de omzetting van sommige Europese richtlijnen, maar ook op Belgisch vlak. Neem nu de aanpak van onze energiebevoorrading en de daaraan verbonden milieumaatregelen. Ze leiden tot een hogere energiefactuur en worden niet gecompenseerd door bijvoorbeeld lagere sociale lasten, maar daar zou je nog politieke en maatschappelijke argumenten voor kunnen aandragen. Maar wat als je een paar bedrijven in Vlaanderen hebt waarvan het ene stroom neemt van een lijn van 150 kilovolt en een ander van een lijn van 70 kilovolt? Voor wat betreft hernieuwbare energie val je in het ene geval onder de federale regels uitgevaardigd door staatssecretaris Olivier Deleuze (Ecolo) en in het andere moet je rekening houden met de voorstellen van Vlaams minister Steve Stevaert (SP.A). Je komt in een gelijkaardige toestand terecht als je kijkt naar de voorstellen voor warmtekrachtkoppeling. Het zou dus kunnen dat in hetzelfde gewest verschillende regelingen gelden, maar op basis van welke relevante criteria?
Even dacht ik dat de hervormde Senaat een rol zou kunnen vervullen om het allemaal beter af te stemmen, maar dat was verkeerd gedacht. En dan verklaarde nog iemand in het tv-programma De Zevende Dag dat de Senaat nog blijft bestaan om die later makkelijker te kunnen afschaffen. Dat moet ik even laten bezinken.
Huib Crauwels [{ssquf}]
De auteur is sinds 1990 European Affairs Officer bij een multinational en was voordien actief in de pers- en de financiële wereld.
Als drie regio’s samen aan de omzetting van een richtlijn werken, is de kans dat de uiteindelijke versies uiteenlopen gewoon groter.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier