De Belgische rivaal van Armani en Prada
De 29-jarige Veronique Branquinho heeft net haar eerste mannenlijn gelanceerd in Parijs. Een catwalk kwam er niet aan te pas, wel een presentatie van een week, waar meteen tal van internationale boetieks op af kwamen. Profiel van een modeontwerpster die verder kijkt dan Antwerpen.Parijs (Frankrijk).
Parijs (Frankrijk).
“Neen, ik organiseer geen show, wel een gewone presentatie,” had Veronique Branquinho (29) aan de telefoon gezegd. Zodra ik haar showroom in de Parijse Marais-buurt binnenloop, zie ik waarom. Links een lange rij kleren die geregeld van het rek gehaald worden en minutieus worden bekeken, achterin een rits foto’s waarop duidelijk wordt hoe Branquinho haar mannen wil: discreet, wat gewoontjes zelfs, ver weg van de glamour maar toch voorzien van een flinke portie persoonlijkheid. Denk Jacques Dutronc met donkere zonnebril en trenchcoat.
“Eigenlijk is de vraag naar een mannenlijn gekomen van de klanten zelf,” zegt Branquinho. “In mijn damescollectie gebruik ik vrij veel mannelijk ogende stoffen, dus was het voor velen een logisch vervolg. Toen ik hoorde dat tal van mannen zelfs mijn vrouwenbroeken kochten, vond ik dat een al te rare gedachte. Ik wou zelf ook wel een mannenlijn en bovendien waren we er als bedrijf klaar voor.”
Vrienden helpen bestelbonnen invullen
Vijf jaar geleden startte Veronique Branquinho de NV James. Dat deed ze kort na haar eerste presentatie in Parijs. Aan de muur hingen zwartwitbeelden van meisjes die door het bos liepen. De sfeer was die van de cultfilm ‘Picknick at hanging rock’. En wit overheerste de galerie die toen als showroom dienst deed.
Branquinho had de beste winkels uitgenodigd om naar haar eerste dameslijn te komen kijken, en ze kwamen. Uiteindelijk hielpen ook de vrienden met bestelbonnen invullen. De trein was vertrokken. Branquinho ging in zee met Marc Gysemans, de fabrikant uit Rotselaar die wel voor meerdere Belgische labels produceert. Niet veel later belde ze Raïssa Verhaeghe op, een jeugdvriendin uit Vilvoorde, die na het behalen van haar rechtendiploma aan de KU Leuven assistente was geworden. “Ik had nooit de ambitie om iets in de mode doen, maar toen Veronique om assistentie vroeg bij haar eerste defilé, wilde ik haar niet teleurstellen,” aldus Verhaeghe. “We kennen elkaar al twintig jaar, en we vullen elkaar perfect aan. Ik kijk nuchter tegen dit wereldje aan. En ik zit niet in wat heet the scene. Veronique eigenlijk evenmin.”
Tien damescollecties hebben van de NV James een gezond bedrijf gemaakt dat per seizoen zo’n 10.000 stuks levert (de mannenlijn nog niet meegerekend). Het label Veronique Branquinho is een gevestigde waarde in de betere modeboetieks van New York, Tokio, Parijs en Los Angeles.
Sinds het begin al wordt Branquinho omarmd door de pers. Vooral de Amerikaanse Vogue droeg haar op handen. Ze werd in haar prille beginjaar gebombardeerd tot VH1 designer of the year in de afdeling nieuwkomers, wat haar een podiumplek bezorgde in Madison Square Gardens in New York. En niet veel later zat ze aan tafel naast andere ‘hotshot’ designers, in het huis van Anna Wintour nog wel, de befaamde hoofdredactrice van de Amerikaanse Vogue. Wintour wilde namelijk alle beloftevolle designers op één foto. Wat ook gebeurde.
BTW-controleurs zijn er vlug bij
“Ik denk nog vaak aan die eerste seizoenen terug,” zegt Veronique Branquinho. “Het is ook niet eens zo lang geleden. ( lacht) De meeste ontwerpers hebben ontzettende cashflowproblemen omdat ze de eerste twee tot drie seizoenen moeten zien te overbruggen. Het geld komt zeer laat binnen. Zelf heb ik bij het schrijven van mijn eerste bestelbonnen aan elke klant vijftig procent voorschot gevraagd. Na twee seizoenen zou dat niet meer lukken, omdat je betalingsvoorwaarden eigenlijk een vorm van service naar de klant zijn. Als beginner kon ik toen niet anders, en iedereen heeft zo’n voorschot aanvaard. Dat is mijn geluk geweest. Het heeft mijn bedrijf op gang getrokken. Nadien zijn we eigenlijk nooit verlieslatend geweest. Ik heb zeer snel mensen aangenomen. We waren voor het tweede seizoen al met zijn drieën, en vandaag werken we met twaalf. De grootste kost is en blijft inderdaad personeel. De stap, vorig jaar, van acht naar twaalf mensen hebben we betaald met reserves aangelegd uit de vorige boekjaren.”
“Wat ik me van die beginperiode herinner,” vult Raïssa Verhaeghe aan, “is dat we meteen een BTW-controle kregen. We exporteerden alleen maar, rekenden geen extra BTW aan, maar recupereerden er wel veel, en dat begrepen ze niet goed bij de BTW. Maar goed, we hebben die controle overleefd.” Branquinho: “In het begin hadden we ook maar één telefoon. Vroeg men het financieel departement of de afdeling creatie, dan gaven we de telefoon gewoon door. Nu zijn onze kantoren iets groter, maar we houden aan een heel persoonlijk contact tussen de verschillende mensen. Ik neem wel beslissingen, maar altijd in overleg. Ik heb ook geleerd te delegeren, en dat gaat al iets beter dan vroeger. Het team is intussen ingewerkt. Al heb ik moeten leren dat wat een ander doet misschien wel anders is dan hoe ik het had gedaan, maar daarom niet slechter.”
Kleine David tussen Armani en Prada
Het label Veronique Branquinho wordt vrij exclusief gehouden. Dat betekent dat het zich in de hoogste regionen van de mode bevindt, naast Armani, Prada of Vuitton. Veel van die labels behoren toe aan mastodonten van bedrijven. De NV James is in dat verband de spreekwoordelijke David versus Goliath.
“Elk seizoen gaan we erg diep om de collectie in productie te krijgen,” zegt Veronique Branquinho. “Het geld is in omloop. Het rolt, dankzij de bank. Hoe meer je verkoopt, hoe dieper je moet gaan. Je moet immers stoffen kopen, stalen maken, de collectie showen en produceren, zelfs leveren, vooraleer er één euro terugkomt. Bovendien heb je dan al opnieuw stoffen gekocht, voor alweer een nieuw seizoen. Maar stilzitten is stagneren. En dat willen we niet. We willen continu blijven groeien. Alles zit in België, bij verschillende fabrikanten trouwens, en de samenwerking verloopt prima. Maar je neemt voortdurend risico’s, al is dat nu eenmaal de drive waarin ik wil meegaan. We hebben ook al wat tassen in de aanbieding, en misschien doe ik ooit wel eens een parfum of open ik een eigen winkel. Kan allemaal.”
Dat de NV James een herenlijn lanceert, nu de luxesector harde klappen krijgt, is veelbetekenend. “Momenteel wordt het herenbeeld vooral bepaald door Dior Homme en Raf Simons,” zegt Branquinho. “Maar beide labels zijn erg fashion, en niet elke man voelt zich daartoe aangetrokken. Ben je niet klassiek maar wil je ook niet hypermodieus, dan ligt hier misschien een alternatief klaar. Ik heb gekozen voor een uitgesproken mannelijke lijn. De collectie is trouwens gecreëerd vanuit een projectie: hoe zie ik mijn ideale man? En wat vind ik mooi voor die man? De collectie moest werken in mijn nabije omgeving. Waarmee ik bedoel: terwijl ik stoffen koos, dacht ik aan vrienden. Bepaalde stoffen gingen eruit, omdat bepaalde vrienden ze niet zouden zien zitten.”
Raïssa Verhaeghe: “We wilden ook puur businesswise met die herenlijn beginnen. We stellen ons als bedrijf voortdurend de vraag: waar liggen nieuwe markten? En wat herenmode betreft, troffen we nog een leemte aan die Veronique kon invullen.”
De grootste afzetmarkt voor Veronique Branquinho ligt in Japan. Daarna komt Europa, en daarna pas de Verenigde Staten. Dat de lancering van de mannenlijn een omzetstijging in de hand kan werken, is duidelijk. Het tweetal gokt op veertig procent, nog dit jaar. Branquinho: “We hebben de voorbije week aan 34 winkels verkocht. Belgische en buitenlandse boetieks. Klanten die de dameslijn al in huis hadden, maar ook nieuwe klanten. Het doet deugd dat trouwe klanten als Barneys (New York), Maria Luisa (Parijs), Louis (Antwerpen) en United Arrows (Tokio) meteen toehapten. Uiteraard moeten de bestellingen nog bevestigd worden, maar we zijn ontzettend tevreden.( kijkt naar Raïssa) Ik denk dat we structureel zullen moeten meegroeien. Misschien nog meer mensen. Misschien toch een nieuwe ruimte voor de creatie. Want het kantoor in de Nationalestraat barst alweer uit zijn voegen. Maar, we zullen niet vooruitlopen op de feiten.”
Veerle Windels [{ssquf}]
“Elk seizoen gaan we erg diep om de collectie in productie te krijgen. Het geld is in omloop. Het rolt, dankzij de bank.”
“Hoe meer je verkoopt, hoe dieper je moet gaan. Je moet stoffen kopen, stalen maken, de collectie showen en produceren, zelfs leveren, vooraleer er één euro terugkomt.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier