De bank vooruit
VDK Spaarbank opent dit jaar een eerste kantoor in Antwerpen. De plannen van de Gentse bank van de christelijke arbeidersbeweging om buiten Oost- en West-Vlaanderen te treden, werden tijdens de financiële crisis opgeborgen. “Nu kiezen we voor een gezonde groei van drie tot vier nieuwe kantoren per jaar”, zegt directievoorzitter Leen Van den Neste.
Op mijn bureau staat een spaarpot en iedere medewerker die VDK nog ‘een kleine, lokale spaarbank’ noemt, moet daar een euro insteken”, lacht Leen Van den Neste. Van een gemiste entree gesproken. De eerste vraag was of er op de Belgische markt plaats is voor een kleine, lokale spaarbank zoals VDK. “We noemen onszelf liever een regionale, middelgrote speler.”
De toon is gezet. Het balanstotaal van VDK Spaarbank mag dan amper 3 miljard euro bedragen – een peulschil in vergelijking met grootbanken als KBC of Belfius – de bank is aardig door de crisis gekomen en kon de voorbije jaren een mooie groei neerzetten. Terwijl iedereen de mond vol heeft van een terugkeer naar de lokale markt en het eenvoudig en transparant bankieren, heeft VDK nooit iets anders gedaan. De Gentse bank met roots in de christelijke arbeidersbeweging weigerde zich door Bacob of Dexia te laten opslorpen.
“Wij bedienen de klant dicht bij huis, wij kennen zijn behoeftes en verwachtingen. We bieden de mogelijkheid van internetbankieren, maar als de klant dat wil kan hij geld ophalen of overschrijvingen doen aan het loket. Gratis. De klant kan kiezen en weet dat te appreciëren. Gedurende de financiële crisis is hij ons trouw gebleven. En een bankier die zijn klant goed kent, kan een gezonde kredietportefeuille opbouwen. Voor zo’n bank is er zeker een plaats op de markt.”
Van een toegenomen concurrentie zegt Van den Neste niet veel te merken. “Grootbanken zeggen wel dat ze de lokale klant beter willen bedienen, maar tegelijk krimpen ze hun kantorennet in. Ik kan die twee zaken niet goed rijmen. In onze thuismarkt Gent – één op de vier Gentse gezinnen is klant bij VDK – merken wij dat de grootbanken zich uit bepaalde wijken terugtrekken en dat VDK er vaak als enige speler blijft.”
Herenakkoord met Bacob
VDK Spaarbank telt 128.000 klanten en dat aantal neemt jaarlijks toe. “We blijven voor een groeiverhaal gaan. In 2008, bij het uitbreken van de financiële crisis, hebben we ons plan voor geografische expansie in de koelkast gestoken. Stilaan nemen we dit verhaal weer op. Maar het moet een gezonde groei zijn. Verwacht van ons geen twintig nieuwe kantoren in een jaar. We willen terugkeren naar het groeiritme van de periode 2002-’08, de opening van drie tot vier kantoren per jaar. Dat is een ritme dat we met een ploeg van 100 medewerkers op het hoofdkantoor aankunnen.”
Tot tien jaar geleden bestond er een herenakkoord met Bacob (de toenmalige ‘nationale’ bank van de christelijke arbeidersbeweging) dat het werkgebied van VDK beperkte tot het arrondissement Gent-Eeklo. Maar toen Bacob opging in Dexia, verviel dat akkoord en begon VDK kantoren te openen in andere delen van Oost- en West-Vlaanderen. Momenteel staat VDK met meer dan 75 van zijn 90 vestigingen vooral sterk in Oost-Vlaanderen. In West-Vlaanderen zijn er kantoren in de voornaamste commerciële centra en in Vlaams-Brabant is er een agentschap in Halle.
“In Oost-Vlaanderen willen we enkele blinde vlekken invullen in de Vlaamse Ardennen en in het Waasland en de Denderstreek. Aan de kust openen we nog deze maand een tweede vestiging, in Westende. Maar de grote stap die we dit jaar doen, is de opening van een kantoor in de stad Antwerpen. Op die manier willen we de stap doen naar de rest van Vlaanderen.”
Productmatig wil VDK vooral groeien in kredietverlening en dat lukte de voorbije jaren goed. Zo was 2011 een recordjaar voor de productie van woonkredieten. Er werden 1629 dossiers gerealiseerd voor 235 miljoen euro, een toename met 40 procent in vergelijking met 2010. Het uitstaand saldo aan woonkredieten steeg met 34 procent tot 722 miljoen euro.
“De rentemarge op woonkredieten zit goed”, stelt Van den Neste vast, die toegeeft dat de uiterst lage rente een uitdaging is. “VDK voelt voorlopig niet de behoefte om de rente op het spaarboekje te verlagen. Het is van groot belang dat banken een gezonde rentemarge realiseren. Alleen in die omstandigheden kunnen ze hun functie van transformatie van spaargeld in kredieten blijven vervullen. Ik hoop dat de samenleving daar begrip voor opbrengt en inziet dat ze baat heeft bij een gezonde bankensector.”
Eenvoudige producten
Als spaarbank belegde VDK in het verleden de spaarmiddelen van haar klanten vooral in effecten. Naarmate de kredietverstrekking groeit, bouwt VDK zijn effectenportefeuille af. Die portefeuille was vorig jaar nog 1,76 miljard euro groot (-9 %) en bestond vooral uit obligatieleningen aan bedrijven (673,5 miljoen euro), beleggingen in kredietinstellingen (479,5 miljoen euro) en leningen aan overheidsinstellingen (410 miljoen euro).
“We willen de dynamiek van kredietverlening voortzetten en tegelijk ons imago van transparante bankier met vrij eenvoudige producten bestendigen. We hebben het voorbije jaar gemerkt dat ons aanbod ook meer institutionele klanten (overheden, ziekenhuizen,…) aantrekt. We willen voort die weg opgaan.”
VDK Spaarbank realiseerde in het boekjaar 2011 een nettowinst van 11,9 miljoen euro, tegen 14,5 miljoen euro een jaar eerder. Aan de inkomstenkant was er een lichte stijging van het renteresultaat tot 54,8 miljoen euro. De commissie-inkomsten stegen met 12 procent tot 7 miljoen euro, vooral dankzij de forse groei (+56 %) van de verkoop van beleggingsproducten buiten balans (onder andere staatsbons en tak21-spaarverzekeringen). Door het barre klimaat op de financiële markten daalden de beleggingsopbrengsten uit de effectenportefeuille van 5,2 tot 1,5 miljoen euro.
De kosten namen met een respectabele 6 procent toe tot 42,2 miljoen euro, maar die stijging is volgens Van den Neste bijna integraal te wijten aan de verhoging van de bijdrage aan het depositogarantiestelsel. “Ik trap waarschijnlijk een open deur in als ik zeg dat VDK dit een bijzonder onrechtvaardig systeem vindt. We spreken over een verveelvoudiging van het bedrag dat we voorheen betaalden. Ons model heeft nochtans zijn duurzaamheid bewezen tijdens de crisis en toch worden we door deze regeling extra gepenaliseerd.”
Het ergste is achter de rug
Van den Neste vindt dat de taks op de spaardeposito’s te zwaar weegt, terwijl de systeemcrash veroorzaakt is door financiële instellingen die voor hun financiering te sterk aangewezen waren op de interbankenmarkt. “VDK heeft daar nooit een beroep op gedaan. Wij hopen dat de depositogarantieregeling alsnog aan-gepast wordt. Wie een gezonde balansstructuur met veel spaardeposito’s heeft, zou net minder moeten bijdragen. De banken zijn een uitgelezen slachtoffer om de begrotingstekorten bij te passen, maar die toestand kan niet blijven duren. Als dit land een gezonde banksector wil, moet het de banken toelaten het eigen vermogen voldoende te versterken door reservering van de winst.”
De nettowinst van VDK werd ook gedrukt door 7,7 miljoen euro aan voorzieningen en waardeverminderingen die de spaarbank in 2011 moest nemen, staat in het jaarverslag. Onder meer op Griekenland en op een eeuwigdurende lening van de Dexia-groep werden afschrijvingen gedaan, en op de aandelenportefeuille werd een waardecorrectie van 3 miljoen doorgevoerd.
Daarmee is volgens Van den Neste, in deze marktomstandigheden, het ergste achter de rug. “Behoudens de afgewaardeerde positie op Griekenland hadden we geen overheidsobligaties uit PIIGS-landen in portefeuille. Naar mijn aanvoelen zijn alle voorzieningen die nodig waren eind 2011 genomen. Bovendien bevat het intern zekerheidsfonds, dat dient als reserve voor eventuele toekomstige risico’s op de effectenportefeuille, 7 miljoen euro.”
Maar Van den Neste waarschuwt ook voor de wispelturigheid van de markten. “Vandaag is de situatie allerminst genormaliseerd. We moeten heel alert blijven. De omstandigheden blijven moeilijk. Er zijn de problemen in Spanje, maar nu komen ook Nederland en Frankrijk in het vizier. Ik hoop dat ik ongelijk heb, maar ik vrees dat deze crisis nog een paar jaar kan aanslepen. De ommekeer komt maar als iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt.”
Een ander punt van bezorgdheid voor Van den Neste is de vele regelgeving die op de banken af komt: “Het regulatoire kader wordt er niet eenvoudiger op. In België is er het twin peaks-model met twee regelgevers. Ik sta achter dat model, maar we moeten opletten dat beide organen, NBB en FSMA, niet gaan denken dat het hun opdracht is heel veel nieuwe regels op te leggen. Net zoals bij de depositogarantieregeling zitten we daar als spaarbank eerder in de slachtofferrol. Om een eenvoudige kasbon te slijten, moet er vaak een hele Mifid-regeling ingevuld worden. Daar hangt een kostprijs aan. De tijd dat een commercieel net daarin steekt, is verloren voor het echte commerciële werk.”
PATRICK CLAERHOUT, FOTOGRAFIE JELLE VERMEERSCH
“De banken zijn een uitgelezen slachtoffer om de begrotings-tekorten bij te passen, maar die toestand kan niet blijven duren”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier