De balans: concurrentiekracht krijgt te weinig aandacht
De oplopende loonkosten veroorzaken zenuwachtigheid bij de Belgische exportbedrijven. De Wetstraat heeft weinig oor naar de zorgen van de ondernemingen en verkiest het status quo. Ondanks de waarschuwingen van de werkgeversorganisaties, die vrezen voor verlies aan marktaandeel van onze bedrijven.
Even bijna tien jaar terug in de tijd. In de herfst van 2012 wordt de sluiting van het auto-assemblagebedrijf Ford Genk aangekondigd. Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) zoekt de oorzaak bij de oplopende loon- en energiekosten en wijst met een beschuldigende vinger naar de federale regering-Di Rupo. Die zou te weinig doen voor de concurrentiekracht van de bedrijven. Het leidt tot spanningen tussen de beleidsniveaus. Zo wordt de top van Ford apart ontvangen door Di Rupo en Peeters.
Uiteindelijk komt het thema op de tafel van de federale regering. De concurrentiekracht herstellen, betekent dat ingrepen in de automatische loonindexering nodig zijn. Dat zien de socialisten niet zitten, maar premier Elio Di Rupo (PS) is bereid de discussie te voeren. Maar alles blijft bij het oude. Uiteindelijk gaat minister van Financiën Steven Vanackere (CD&V), die de linkerzijde van zijn partij vertegenwoordigt, op de rem staan.
Expertengroep
Anno 2022 zitten we in een vergelijkbare situatie. De hoge inflatie en de automatische loonindexering laten zich voelen in de Belgische bedrijven. De loonkosten nemen toe, waardoor 33 procent van de ondernemingen de groeiplannen neerwaarts bijstelt, leert een enquête van de Vlaamse werkgeversorganisatie Voka. Verontrustend is dat 25 procent van de bedrijven minder aanwervingen plant en 15 procent minder investeringen. Begin deze week maakte de Nationale Bank haar lentevooruitzichten en publiceerde de OESO haar België-rapport. Beide instellingen waarschuwen voor de oplopende loonkosten, die in België sneller toenemen dan in de buurlanden. In de periode 2022-2024 nemen de Belgische lonen met bijna 5 procentpunt sneller toe dan in de buurlanden, verwacht de Nationale Bank. Dat is geen goed nieuws voor de Belgische exportbedrijven die marktaandeel verliezen.
Maar de Wetstraat maakt zich net als tien jaar geleden blijkbaar geen zorgen. Premier Alexander De Croo (Open Vld) kan zich verschuilen achter het standpunt van de OESO, dat stelt de automatische loonindexering geen probleem is als daarnaast de loonnormwet wordt toegepast die vermijdt dat de Belgische loonkosten niet te veel uit de pas lopen met die van de buurlanden. In het verleden had de OESO vaak kritiek op de automatische loonindexering.
Daarnaast hebben de andere federale regeringspartijen, de socialisten voorop, weinig aandacht voor de concurrentiekracht die onder druk staat. De focus ligt op het behoud van de koopkracht van de gezinnen. Dat blijkt ook uit de voorstellen van de expertengroep om de impact van de inflatie te beperken. Maatregelen om de concurrentiekracht van de ondernemingen te versterken, worden amper voorgesteld.
Flexibel met de index
Er is enkel sprake van herziening van het systeem van de automatische loonindexering, maar dat gaat dan eerder in de richting van het gelijkstellen van de periodes of momenten waarop de lonen worden aangepast. In bepaalde sectoren is dat nu één keer per jaar, in andere verschillende keren in een jaar.
Deze week vroeg Voka toch een sterk signaal van de beleidsmakers. De werkgeversorganisatie bepleit een indexsprong van 3 procent, gecompenseerd door een nettopremie van 500 euro. De kans dat die er komt, is nihil. Net als variaties op het thema zoals een netto-indexering of een indexaanpassing beperkt tot de laagste lonen.
De bedrijven zullen al blij mogen zijn als de komende jaren de loonnormwet strikt wordt toegepast, zodat de loonhandicap ten opzichte van de buurlanden bij het interprofessioneel loonoverleg gecorrigeerd wordt. Aangezien we door de indexering in België dit en volgend jaar een loonhandicap opbouwen van 6 procent, zal er in 2023-2024 geen ruimte zijn voor reële loonstijgingen bovenop de index. Dat strikte loonbeleid zou wel eens tot 2028 kunnen aanhouden indien men de loonwet naar de letter wil volgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier