De architect van de Führer
De Berlijnse architect Albert Speer won het vertrouwen van Hitler, dreef de nazi-wapenindustrie fel op, maar ontsnapte aan de doodstraf op het Nürnberg-tribunaal. Een nieuwe biografie ontmaskert hem helemaal.
Zelf heeft Albert Speer (1905-1981) altijd laten uitschijnen dat hij als apolitieke, hard werkende architect de aandacht van Adolf Hitler had getrokken en op die manier tot vlakbij diens troon kon doordringen. Het toeval en de gemeenschappelijke fascinatie voor een bombastische architectuur speelden daarin de doorslaggevende rol, niet de perverse ideologie. Alles wat ook maar naar politiek of ideologie zweemde, werd door Speer als vulgair gebanvloekt. Met politiek liet hij zich niet in. Althans, zo portretteerde hij zichzelf achteraf.
Maar hij hield zich wel overeind temidden van de moordende intriges aan het hof van de dictator, groeide uit tot de machtige minister van Economie, maakte de wapenindustrie veel efficiënter en overleefde finaal ook als één van de zeer zeldzame nazi-kopstukken het oorlogstribunaal van Nürnberg.
Met zo’n levensloop ben je al snel geneigd de vraag te stellen: “Wat klopt er niet?” De Berlijnse historicus en journalist Joachim Fest (1926) zocht verwoed naar het antwoord en ontvouwt het in zijn biografie over de lievelingsarchitect van de Führer. In 1973 verwierf Fest al wereldfaam met een biografie over Hitler zelf. Van 1973 tot 1993 was hij uitgever van de kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine Zeitung. Nu, temidden van een hernieuwde en hardnekkig aanhoudende belangstelling over het nazi-tijdperk, pakt hij uit met alweer een heldere levensbeschrijving – tenminste, voor zover de raadsels rond Speer überhaupt opgelost kúnnen worden.
Duitse struisvogels.
Over Speer bestaan wel meer autobiografieën. Met spectaculaire onthullingen kon Fest dan ook nog moeilijk boven water komen. Dat zijn portret alsnog boven drijft, dankt hij aan de no-nonsense-uiteenzetting en de wijde blik waarmee hij het raadsel Speer heeft benaderd. Hij liet zich niet verleiden tot pure psychologische speculatie met een kille opvoeding als pijler voor een latere emotieloze technocratische houding. Wel spit hij diep in het sociologische deeg waaruit de Duitsers gaandeweg het nazi-brood hebben gebakken of op zijn minst laten rijzen. (Of ze het gretig gebakken hebben of alleen maar passief laten rijzen, laten we in dit bestek nu maar even in het midden.)
Speer stamde uit een rijk architectenmilieu in Mannheim. De succesvolle vader en de koele moeder hadden voldoende dienstpersoneel om zich niet te veel te hoeven bekommeren om hun kroost. In dat milieu werd praten over politiek even vulgair geacht als gniffelen over seks. De burgerij en zelfs de studenten keerden zich massaal af van politiek. Op die manier sloten ze zich af van de rauwe realiteit – van de wankele Weimar-politiek, van de vernietigende inflatie en van de vernederingen na de Eerste Wereldoorlog. Door die maatschappelijke struisvogelmentaliteit gaven ze vrije baan aan de ontsporing van de politiek.
Jaloerse Himmler.
Als docent aan de Berlijnse architectuurhogeschool liet Speer zich eind 1930 door studenten overhalen om naar een toespraak te gaan luisteren van Hitler. Voor het eerst raakte hij begeesterd door een politiek betoog. Enkele maanden later wordt hij lid van de NSDAP. Al gauw wordt dat beloond met opdrachten voor het ontwerp van onder meer decors voor meivieringen van de nazi-partij. Dat doet Speer met zoveel perfectionistische toewijding, dat een ontmoeting met Hitler niet meer kan uitblijven. De twee mannen blijken de voorliefde voor de kolossale, naar neoclassicisme verwijzende architectuur te delen en er ontstaat zowaar een vriendschap.
Aanvankelijk stijgt alleen de architecturale ster van Speer volop, maar allengs schuift hij ook op naar de top van de politieke Hitler-entourage. In volle oorlogstijd, na de (verdachte) dood van de met Hitler in onmin geraakte Fritz Todt, schopt hij het zelfs tot minister van Economie. Vanaf dan stort Speer zich op de nog radicalere inzet van de wapenindustrie, waardoor hij de oorlog allicht heeft kunnen rekken. Ondertussen kreeg hij af te rekenen met afgunst van andere Hitler-toplakeien. Himmler stuurde zelfs een peloton SS’ers, die officieel Speer moesten bewaken, maar er eigenlijk voor zorgden dat hij een tijdlang uit Berlijn geweerd werd.
Holocaust.
Speer heeft altijd een geniale overlevingsdrang gehad. Door schuld te bekennen, maar tegelijkertijd vol te houden dat hij niets afwist van de holocaust, ontsnapte hij op het Nürnberg-tribunaal na de Tweede Wereldoorlog zelfs aan de doodstraf. Fest toont evenwel aan dat Speer wel degelijk op de hoogte geweest moet zijn van de jodenvervolging en de concentratiekampen.
De auteur had overigens nog een rekening openstaan met de nazi-minister. Na de vrijlating van Speer in 1966, redigeerde Fest diens memoires. Daarin hield de gewezen nazi de bewijzen dat hij afwist van de Endlösung achter, wat Fest nu heeft kunnen rechtzetten.
Joachim Fest, Speer – Een biografie. Manteau/Bezige Bij, 408 blz., 1095 fr.
luc de decker
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier