De apenstaart van de De Medici
“Een tentoonstelling moet een prentjesboek zonder tekst zijn,” zegt Ronny Gobyn. De drempelverlagende tentoonstellingen van zijn firma Tijdsbeeld oogsten ook bijval in het buitenland. In Brugge 2002 organiseert Gobyn Hanse@Medici.com, over geld en beurs.
“Ik ken de weerzin van Jan Publiek voor tentoonstellingen,” zegt Ronny Gobyn. “Meestal zijn het uitstalkasten waarbij de wetenschappers en de vormgevers elkaar miskennen. De wetenschapper leeft in de wierook van zijn eruditie, de vormgever begrijpt zelden wat de man van de kennis beoogt.” Een plan van Veurne bij een tentoonstelling over de wederopbouw van de Verwoeste Gewesten is knap voor een architect, wat moet Jan Modaal daarmee? Een tentoonstelling over een musicus met de partituren pleziert de muzikant, maar een leek blijft doofstom.
Gobyn is de baas van de nv Tijdsbeeld, een uitgever van tentoonstellingen. “De essentie van Tijdsbeeld is de kruisbestuiving tussen de wetenschap en de vorm. Omdat wij onderzoekers zijn met eerbied voor vertolking lukt dat,” getuigt Gobyn. Wat vindt hij dan van geschiedenisshows zoals de Viking-evocatie in het Engelse York, compleet met mestgeuren en dierenkreten, en In Flanders Fields in Ieper? Gobyn: “York is een pretpark. Ieper is ernstiger, hoewel de knopjes en de elektronica voor smartelijke momenten zorgen.”
Brugge 2002
Gobyn is beroepshistoricus, verwacht in 2002 1 miljoen euro omzet en boekt jaar na jaar winst. Vijftig procent van de omzet vloeit voort uit tentoonstellingen, de andere helft uit boeken, catalogi en multimediale producten. De productenwaaier gaat van eenmalig advies tot sleutel-op-de-deurbestellingen. Voor langdurige opdrachten factureert het bedrijf 45 euro per uur, voor advisering 60 tot 75 euro. Tijdsbeeld concurreert met openbare besturen, universiteiten en audiovisuele diensten van vzw’s en zucht onder een BTW-tarief van 21% dat de rivalen niet deert. “Dikwijls zijn musea en gemeenten de opdrachtgever en zij weten zo weinig van wedden en de markt dat over de kostprijs en de BTW wrijvingen ontstaan,” zegt Ronny Gobyn.
De Belgische tentoonstellingenmarkt krimpt omdat de banken hun culturele activiteiten schrappen. Maar op de ontwerptafel ligt al Het Jaar 1000 in Oudenaarde. Het toekomstige Museum aan de Stroom in Antwerpen zal in het Hessenhuis droogzwemmen met een multimediaal kadezicht uit 1913. Het cultuurbedrijf organiseert gemiddeld twee tentoonstellingen per jaar, met als oogmerk 100.000 bezoekers en bezorgt jaarlijks tien boeken of catalogi. Tijdsbeeld is ook bekend in het buitenland. In Madrid komt de tentoonstelling Goya and the Image of Modernity.
Een belangrijke bestelling (17 miljoen euro, exclusief BTW) deed Brugge 2002. Hanse@Medici.com opent in de lente als een pronkstuk van de Culturele Hoofdstad van Europa. Het past in een tentoonstelling over geld, wissel en beurs, gespreid over een aantal gebouwen. Eén daarvan is Hof Bladelin, een nonnenklooster dat ooit het Brugse filiaal van De Medici-bankiers was. Ronny Gobyn: “Brugge verbindt in 2002 de economie, de cultuur en het heden van de stad. Het huis De Medici is een schakel bij de ontsluiting van het economische kwartier aan de oude Zwin-haven. Voor de herberg van de familie Van der Beurse ontstond de waardemarkt die we vandaag wereldwijd de beurs noemen.” Op het Van Eyckplein wordt het schilderij De Craene van Van Eyck op ware grootte gereconstrueerd. De apenstaart in de tentoonstellingstitel verschijnt overigens niet nodeloos. Aan de weelde van weleer koppelt de ondernemersvereniging Torhout-Oostende-Brugge in het Provinciaal Hof de actualiteit.
“Kunstboeken zijn een vechtmarkt”
Tijdsbeeld heeft een mooi palmares. Het jonge bedrijf, gesticht in 1995, realiseerde onder meer de tentoonstellingen Leopold II, Urbanist in Oostende (1995), De Baden van Oostende – James Ensor, satiricus (1996), De Magie van Radio en Televisie in Oostende (1996), De Golden Sixties in Brussel (1999), Keizer Karel en de Verbeelding van de 19de Eeuw (een samenwerking, 2000). In het boekenvak schaart Gobyn zich bij de traditie van de Vlaamse kunstuitgevers: “Vlaanderen heeft goede drukkers, goede redacteurs en goede talenkenners.” Met Jan Martens van Mercator (en zijn privé-uitgeverij Marot) bestaat een hartelijke samenwerking. Peter Ruyfelaere van Ludion, nu van het Nederlandse Weekbladpers ( Vrij Nederland, Opzij, Algemeen Dagblad), was medestichter van Tijdsbeeld.
Voor hedendaagse kunst is er Tijdsgeest, een zus van Tijdsbeeld, met de imprint Merz. Het jonge Merz maakte de catalogi voor het Antwerpse modefeest Landed-Geland. Ronny Gobyn: “Kunstboeken zijn een vechtmarkt. De Duitse uitgevers Taschen en Könemann mismaken de markt met kraakprijzen en overaanbod.”
Cultuurhistorische multimediaproducten zijn poot nummer drie. Gobyn: “Die markt is ziek van de beunhazerij. De technische kant klopt soms, de conceptuele en creatieve kant rammelt dikwijls uitzinnig. Multimedia worden meestal benaderd als een technologische stunt waarvoor geen uitgeverskennis noodzakelijk zou zijn. De resultaten en de ontgoocheling van het publiek zijn navenant.” Tijdsbeeld maakt toepassingen bij een tentoonstelling of een museale opstelling. De firma produceerde de cd-rom Goya voor de Spaanse uitgeverij Ibercaja na bitse concurrentie met grote Spaanse uitgevers.” Een topproduct van Tijdsbeeld is The World of Rubens, technisch gerealiseerd door drukkerij De Schutter. Het is de eerste Vlaamse multimediatitel die wereldwijd wordt verkocht door de befaamde Engelse kunstuitgever Thames & Hudson.
Slobberige tentoonstelling
Ronny Gobyn werd aan de Universiteit Gent getraind door historicus Herman Balthasar, nu provinciegouverneur van Oost-Vlaanderen, en viel in een zwart gat. Wie moest geschiedkundigen in het slappe jaar 1980? Gobyn redde het als commissaris en productieleider van de tentoonstelling De industrie in België – twee eeuwen ontwikkeling van het Gemeentekrediet (1981). Professor Balthasar leidde het wetenschappelijk comité. Gobyn: “Ondanks het succes was de tentoonstelling slobberig. Maar mijn passie voor de nieuwe toonkunst is sindsdien niet meer gestopt. In 1995 richtte ik Tijdsbeeld op. België is een land van historische museums en tentoonstellingen, en de twee zijn vaak zo saai. Bij een tentoonstelling voor een breed publiek is de scenografie van groot belang. Een historische tentoonstelling is een medium met een verhaal in de ruimte of een geïllustreerd boek zonder tekst. De bezoeker moet zelfstandig de story begrijpen, zonder gids. Je kan niet lukraak 400 voorwerpen in een ruimte stallen.”
Tot einde 1998 werkte Ronny Gobyn uitsluitend met freelancers. In februari 1999 gingen de historici Petra Gunst, voor de cel redactie en productie van boeken, en Kristin Van Damme, voor de research en ontwikkeling van tentoonstellingen, aan de slag. In 1999 bedroeg de omzet 467.200 euro en de bedrijfskasstroom 60.000 euro. Begin 2000 werden de uitgeefactiviteiten ondergebracht in de bvba Tijdsgeest. In januari 2001 kwam historica Katrien Boeckx bij het trio voor de multimediale toepassingen voor musea. Volgende maand start Tijdsgeest met een redactiecel onder de leiding van een romaniste voor de coördinatie van de Franse en Spaanse publicaties.
Ronny Gobyn is consequent. Als iele orgeltonen tinkelen de stenen gangen en trappen onder zijn stappen. De bezoekers van Gobyn schuiven langs de accessoires van De Munt. Tijdsbeeld huurt ruimte in een historische salamifabriek waar de nieuwe eigenaar, decorbedrijf De Muur, toerusting maakt voor de vaderlandse podia. In het artistieke bedrijvencentrum aan de Brusselse Poort in Gent werken eveneens fotograaf Verne, modemaker La Tirette en communicatiebureau James & Co. Samen vormen ze een informeel samenwerkingsverband.
Frans Crols
“De bezoeker moet zelfstandig het verhaal begrijpen, zonder gids. Je kan niet lukraak 400 voorwerpen in een ruimte stallen.”
Ronny Gobyn, Tijdsbeeld
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier