‘De Antwerpse groei wordt afgeremd’
Mobiliteit, en nog eens mobiliteit. Dat blijft voor Bernard Van Milders de belangrijkste kopzorg in de provincie Antwerpen. Zeker in ‘t stad en in het havengebied.
Als één zaak het ondernemerschap remt, dan is het wel het mobiliteitsprobleem. Die kopzorg dook altijd weer op tijdens het vijfjarig voorzitterschap van Bernard Van Milders bij Voka Antwerpen-Waasland. Van mei 2008 tot mei 2013 hanteerde de gedelegeerd bestuurder van de luchtvaartonderneming The Flying Group de voorzittershamer. Niet meteen een gemakkelijke periode, die werd gekenmerkt door recessie. “Antwerpen met zijn haven is de belangrijkste economische regio van dit land. Maar ze wordt afgeremd door de mobiliteitsproblemen. Zowel kmo’s als grote multinationals brengen die kwestie steeds weer naar voren.”
Hoe uit dat mobiliteitsprobleem zich?
BERNARD VAN MILDERS. “De Antwerpse ring — vooral de verbinding tussen de E19 en E313, naar Hasselt en Luik — is een verschrikkelijke belasting voor de hele stad. Ook de Oosterweelverbinding is een groot probleem. Grote infrastructuurwerken blijven maar aanslepen, ze lijken echt onmogelijk. Er wordt daar ook een enorm politiek spel rond gespeeld, waarbij men bochten van 180 graden maakt, alsof dat de normaalste zaak van de wereld is. Dat kan je gewoon niet uitleggen als je deze regio wil verkopen. Dat brengt erg veel schade. Vandaag wordt beloofd dat in 2017 de eerste spade van de Oosterweelverbinding in de grond wordt gestoken. Maar alle buurtcomités, die het willen blokkeren, zeggen nu al dat ze allerlei bezwaarschriften zullen indienen.”
Maar de provincie heeft ongetwijfeld ook troeven?
VAN MILDERS. “We hebben een zeer goede haven. Die heeft zich zeer goed in stand gehouden tijdens de voorbije recessiejaren. Meer nog: de haven is blijven groeien, dankzij de noodzakelijke investeringen. Daar merk je dus duidelijk wél politieke wil, want de haven creëert nu eenmaal heel veel tewerkstelling en toegevoegde waarde. Neem nu de belangrijke investeringsbeslissingen, zoals de ontwikkeling van de haven in het Waasland, of de spoorverbinding die in de haven de linker- en de rechteroever verbindt. Die investeringen werpen hun vruchten af. De petrochemische sector blijft in onze stad geloven.”
Nochtans klaagt de petrochemie voortdurend over de veel te hoge Belgische loonlasten.
VAN MILDERS. “Nochtans wordt de petrochemie daar minder mee geconfronteerd. Ik hoorde ze veel meer klagen over het gebrek aan geschoold personeel. Petrochemie vergt niet veel handenarbeid, ze zoekt vooral ingenieurs. Waarmee ik niet wil zeggen dat België geen gigantisch loonkostenprobleem heeft. De autoassemblage, met General Motors, is al vertrokken. Onze arbeidskosten liggen gewoon veel te hoog. We kunnen dat niet langer compenseren door de extra productiviteit die onze mensen leveren. Onze lonen zijn 20 procent duurder dan de Duitse. Je kan toch niet stellen dat Duitsers minder productief zijn dan wij, noch lager geschoold? Er zijn ook grote verschillen met Frankrijk en Nederland. De troeven die we hadden, hebben we verspeeld.”
De werkloosheid in Antwerpen is naar Vlaamse normen inderdaad hoog. Toch zijn er behoorlijk wat knelpuntberoepen, ook voor laaggeschoolde werknemers.
VAN MILDERS. “Zeker. Een van de redenen voor de hoge werkloosheid is het gebrek aan werkmotivatie. De overheid motiveert mensen niet om te werken. Je verdient via uitkeringen bijna evenveel om levenslang niet te werken. Daarnaast is er een duidelijk tekort aan sturing bij de opvoeding. Jongeren worden te weinig geduwd in de richting van banen die werkzekerheid waarborgen. Technische beroepen hebben geen goed imago.”
Heeft Antwerpen goede technische scholen?
VAN MILDERS. “Er zijn zeker goede technische scholen in Antwerpen, maar er zijn te weinig gemotiveerde leerlingen die de technische richtingen willen volgen. Voor een aantal leerlingen is het weinig motiverend op de schoolbanken te zitten tot ze achttien jaar zijn. Ik verwijs graag naar het Duitse model: de combinatie van studeren en werken. In dat systeem verdienen leerlingen al wat geld. Een groot deel van het beroep leren ze op de werkvloer. Je kan dat niet blijven simuleren op school. Met Voka zijn we het systeem gaan bekijken in Duitsland. De resultaten zijn duidelijk: de Duitse jeugdwerkloosheid is zeer laag.”
Merkt u verandering met de nieuwe federale regering en het nieuwe stadsbestuur, of is het daarvoor te vroeg?
VAN MILDERS. “Er is nu al een verandering merkbaar. Er zijn inmiddels 17.000 knelpuntberoepen ingevuld in ons land. Dat is toch een duidelijke wending. Ook de controle op het sociaal misbruik wordt strenger. Mensen worden meer verplicht banen te aanvaarden, en een bepaalde verantwoordelijkheid te nemen. Het is een eerste stap. We moeten nog verder.”
Opvallend: sinds de werken aan de intunneling van de Krijgsbaan kent de luchthaven weer een opvallende dynamiek.
VAN MILDERS. “Het aantal lijnvluchten gaat van een naar elf. En dat is vooral het gevolg van de investering in de tunnel. Lijnvluchtdiensten lieten de luchthaven van Antwerpen links liggen, omdat het verdere bestaan van deze luchthaven niet was gegarandeerd. Zolang de tunnel, waar men al veertig jaar over sprak, niet werd gebouwd, was er geen vertrouwen in de luchthaven. Dit najaar wordt de tunnel officieel geopend. Die nieuwe dynamiek creëert honderden banen. Men rekent op één rechtstreekse of onrechtstreekse baan per 100 passagiers. De nieuwe luchthavenuitbater Egis heeft als doelstelling een luchthaven met 400.000 passagiers uit te bouwen. Dat zijn 300.000 extra passagiers, en dus 3000 extra werknemers. Deze regio heeft voldoende reizigers om deze lijnen rendabel te maken. Ik ben bijna zeker van het succes.”
De provincie is niet enkel de stad en de haven. Wat zijn andere centrale assen?
VAN MILDERS. “Het Albertkanaal is ontegensprekelijk een heel belangrijke verbinding. Er wordt bovendien geïnvesteerd in de verhoging van alle bruggen, zodat grotere schepen kunnen worden toegelaten. Maar pas als de laatste brug af is — in 2020 — zal die capaciteit echt bestaan. Die werken zijn belangrijk, want het creëert een alternatief voor het verzadigde wegvervoer. De autosnelweg E313 naar Limburg en Luik slibt dicht. Die zou eigenlijk tot drie rijvakken moeten worden uitgebreid. In andere landen kan dat. In Nederland bijvoorbeeld, dat zeker niet minder ecologisch of natuurgezind is dan België. De mobiliteitsproblemen worden er professioneler aangepakt. Grote mobiliteitswerken kunnen daar wél.”
Dus ook de belangrijke economische regio de Kempen kreunt onder de mobiliteitsdruk?
VAN MILDERS. “Ja, en dat is jammer voor belangrijke farmabedrijven, zoals Janssen Pharma, en voor hoogtechnologische ondernemingen. Er zijn ook goede technische scholen in de Kempen. In Geel heb je een goede hogeschool voor ingenieursstudies en biotechnologie. Ik las onlangs in Trends hoe de onderneming Tormans Engineering uit Geel een sterke groei realiseert. De onderneming is wereldwijd actief, en heeft honderden ingenieurs in dienst. Maar het aantal bedrijven langs de as Albertkanaal en E313 geraakt ook vol. Al zie je er gigantische draaischijven, zoals het distributiecentrum van Nike. Die regio heeft duidelijk veel troeven. En dat brengt ons bij het volgende probleem: een tekort aan bedrijventerreinen in onze provincie. Een industriezone van enige oppervlakte is er gewoon niet meer. Dat is echt schrijnend.”
Zijn er nog plaatsen die kunnen worden ontwikkeld?
VAN MILDERS. “Bij Wommelgem en Ranst wordt een bedrijventerrein ontwikkeld. Maar dat duurt allemaal verschrikkelijk lang. Ook op de luchthaven kunnen we een zone van 30 hectare vrijmaken. Die sluit aan op de tunnelweg. Onder die tunnel kan zelfs een tweede tunnel worden aangelegd, waardoor er een verbinding zou ontstaan tussen de E313 en de E19, volledig ondergronds. Dat zou een oplossing betekenen voor het grootste verkeersprobleem op de ring.”
Wolfgang Riepl, fotografie Karel Duerinckx
“Er zijn zeker goede technische scholen in Antwerpen, maar er zijn te weinig gemotiveerde leerlingen”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier