De anomalie van Griekenland en België

Wat hebben Griekenland en België gemeen? Het zijn twee kleine landen, zij het dat de oppervlakte van Griekenland vele malen groter is dan die van België. Het bevolkingsaantal is ongeveer even groot. En het zijn, naar verluidt, de twee enige landen van de Europese Unie die de diensten van advocaten vrijstellen van btw.

Deze vrijstelling heeft voor- en nadelen. Het grote voordeel is dat bovenop de meestal dure erelonen van advocaten, niet nog eens btw verschuldigd is. Het nadeel is dat advocaten de btw die zij zelf betalen – bijvoorbeeld bij de oprichting van een gebouw, of bij de aankoop van computers, enzovoort – niet kunnen recupereren. Dat jaagt de kostprijs van hun diensten in elk geval omhoog.

Dit verklaart meteen waarom de meeste zakenadvocaten geen probleem hebben met een eventuele onderwerping van hun diensten aan btw. Voor zover de cliënt zelf btw-plichtig is, ondervindt die daarvan geen nadeel. De btw die hij zou moeten betalen, kan hij normaal gezien toch recupereren.

Een onderwerping aan btw neemt bovendien internationaal bekeken een concurrentienadeel weg. De meeste buitenlandse confraters zijn niet vrijgesteld van btw. Dit betekent dat zij – zoals alle gewone btw-plichtigen – recht hebben op recuperatie van de btw die zij zelf aan hun eigen leveranciers of dienstverrichters betalen. De kostprijs van hun diensten kan daardoor omlaag. Belgische en Griekse confraters hebben dit voordeel niet. Dat verzwakt hun concurrentiepositie op de internationale dienstenmarkt.

Waarom België zich dan toch nog vastklampt aan de btw-vrijstelling voor advocaten? Over de al of niet onderwerping van Belgische advocaten aan de gewone btw-regeling wordt al jaren geredetwist. Iedereen beseft dat het er vroeg of laat moet van komen. Maar niemand durft de knoop door te hakken. Officieel uit bezorgdheid voor de gewone consument. De toegang tot het gerecht zou voor hem een stuk duurder worden.

Intussen maalt de Europese molen verder. Die laat Belgische en Griekse advocaten nog altijd gerust. De beide lidstaten mogen hun advocaten nog steeds vrijstellen van btw. Maar dit betekent niet dat Belgische en Griekse advocaten op btw-gebied mogen doen of hun neus bloedt. Integendeel. Ook in het verleden waren zij in bepaalde omstandigheden reeds aan enkele btw-verplichtingen onderworpen.

Sinds begin dit jaar komt daar nog een belangrijke verplichting bij. Die heeft te maken met de Europese plaatsbepalingsregels.

In een business-to-businessomgeving worden diensten voortaan – behoudens in een aantal uitzonderingsgevallen – geacht plaats te vinden in het land van de afnemer van de dienst. Is die afnemer in een andere Europese lidstaat gevestigd, dan zal hij de plaatselijke btw zelf aan de plaatselijke schatkist moeten voldoen.

Om te controleren of hij dit effectief heeft gedaan, geldt sinds begin dit jaar voor de dienstverrichter de verplichting om deze diensten op te nemen in een ‘intracommunautaire opgave’. De gegevens daarvan worden elektronisch meegedeeld aan de lidstaat van de afnemer.

Belgische advocaten ontsnappen niet aan deze nieuwe regeling. Diensten van advocaten worden in een business-to-businessomgeving geacht plaats te vinden in het land van de afnemer. Stel dat een Belgische advocaat diensten verricht voor een onderneming die in Duitsland gevestigd is. De diensten van de Belgische advocaat zullen dan gelokaliseerd worden in Duitsland (land van de afnemer). En aangezien de diensten van advocaten in Duitsland niet vrijgesteld zijn van btw, zal op deze diensten Duitse btw verschuldigd zijn. De Duitse onderneming zal deze btw zelf moeten afdragen aan de Duitse schatkist.

Dat was in principe voorheen ook al het geval. Nieuw is, dat Belgische advocaten ook de nieuwe rapporteringsverplichting moeten nakomen. Zij zullen in de beschreven omstandigheden voortaan ook een intracommunautaire opgave moeten indienen met vermelding van de (beroepsmatige) cliënten die in andere lidstaten gevestigd zijn, en aan wie zij diensten hebben verricht die in de andere lidstaat niet vrijgesteld zijn van btw (wat voor diensten van advocaten, zoals gezegd, behoudens in Griekenland, overal in de Europese Unie het geval is).

Het indienen van deze intracommunautaire opgave vereist, dat de indiener voor btw-doeleinden geïdentificeerd is. Dit wil zeggen, dat Belgische advocaten voortaan ook in deze situatie over een btw-identificatienummer zullen moeten beschikken.

Kortom, of zij dat nu graag hebben of niet: Belgische advocaten worden door Europa hoe langer hoe meer bij de btw-inning betrokken. Hun btw-vrijstelling is nog slechts een met Griekenland gedeelde anomalie.

DE AUTEUR IS advocaat en hoofdredacteur van fiscoloog.

Jan Van Dyck

Advocaten worden door Europa hoe langer hoe meer bij de btw-inning betrokken.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content