De angst voor de transferunie
Gaarkeukens in Athene. Een luchthaven bij Valencia waar geen vliegtuig meer landt. Spookwijken in Ierland. 20.000 Portugezen die naar Mozambique emigreren. Galiana vlak bij Madrid, Europa’s grootste sloppenwijk. Jerez de la Frontera, bekend van de sherry en de formule 1-races, wegens gebrek aan brandstof patrouilleert de politie er te voet. Deze scènes komen uit The Lost Continent van Gavin Hewitt, de BBC-correspondent in Brussel. Het boek brengt het verhaal van de schuldencrisis die de eurozone meermaals aan de rand van de afgrond bracht.
Het sterke punt van het boek zijn de beschrijvingen van de dagelijkse gevolgen van de grootste Europese crisis sinds de Tweede Wereldoorlog. Fundamenteel nieuwe politieke en economische inzichten krijgen we niet. Ook als het over een Europese top gaat, dan is de anekdotiek nooit ver weg. Bijvoorbeeld Nicolas Sarkozy die slechts één woord Duits kent — genau (juist, precies) — en het om de haverklap gebruikte in zijn gesprekken met Angela Merkel. De Duitse bondskanselier maakte er zich vaak vrolijk over.
Het boek toont wel aan dat er een rode draad door de crisis loopt. Van in het begin overheerste bij de Duitsers de grote angst dat de muntunie een transferunie zou worden waarbij de armere en niet-competitieve landen ten eeuwigen dage aan het Noord-Europese en vooral Duitse infuus zouden hangen. Dat wilde Merkel te allen prijze vermijden. Het eerste Griekse reddingsplan van 110 miljard euro, dat op 2 mei 2010 werd toegekend, aanvaardde ze met veel tegenzin. Maar uiteindelijk merkte de bondskanselier dat een structureel reddingsfonds onvermijdelijk was. Merkel wilde daarin alleen meegaan als Europa een echte budgettaire unie zou worden.
Een van de belangrijkste momenten in de recente Europese geschiedenis is wellicht een diner dat op 15 november 2011 in de Duitse ambassade in Brussel plaatsvond. Nikolaus Meyer-Landrut, de Europa-adviseur van Merkel, stelde toen onomwonden dat een reddingsplan alleen mogelijk was als de landen Europese medezeggenschap toelieten over hun nationale begrotingen. Wat Griekenland betreft, moesten niet alleen de regeringen daarmee akkoord gaan, maar ook de partijvoorzitters. Om te vermijden dat ze in Berlijn voor onaangename verrassingen zouden komen te staan bij een regeringswissel.
Voor Hewitt is het duidelijk: de vrees voor een transferunie zat er bij de Duitsers diep in. Ze hebben daarom hun economische macht gebruikt om in te breken in het nationale besluitvormingsproces en in het begrotingsbeleid in het bijzonder. De impact kan volgens de BBC-journalist moeilijk overschat worden. Eeuwen geleden, toen de Europese democratieën ontstonden, was de controle over de staatsfinanciën het eerste wat aan de macht van de vorsten werd onttrokken.
De conclusie die Hewitt trekt, is dezelfde als die van veel Europese waarnemers: de muntunie was een manier om het economisch machtige Duitsland in Europa te verankeren. Vandaag de dag staat Europa, en zeker de eurozone, paradoxaal genoeg onder Duitse dominantie.
Gavin Hewitt, The Lost Continent, Hodder & Stoughton, 2013, 358 blz., 25 euro
ALAIN MOUTON
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier