De Amerikanen van Balta

Balta produceert in Cherokee Country. De indianen van het zuidwesten inspireren de collectie. De Amerikaanse dochter van Balta heeft een nieuwe, Vlaamse president.

Adairsville (Georgia, VS).

Oker en geel en bruin, vierkanten en balken : de kleuren en de vormen van de woestijn, de rotsen en de vegetatie sieren de tapijten in de rekken. De indianen van het zuidwesten inspireren Princeton Inc., de Amerikaanse dochter van Balta. Op de vakbeurs Atlanta Market, deze maand, worden ze in de kijker geplaatst.

Adairsville is het zuiden uit de boeken van William Faulkner. De dorpelingen presideren in schommelstoelen op de veranda over autowrakken, kippen en honden. De methodistenkerk opent op een winkelrij, twee derden van de panden staat leeg.

Freddy Vanhaelst, president en CEO van Princeton Inc. in Adairsville, arriveerde in de winter van ’96, zijn voorganger was een Amerikaan : “De uitwisseling van ervaring tussen België en Adairsville moest verstevigd worden. Anderzijds produceren we bewuster dan ooit voor de Amerikaanse smaak.”

De drie grote tapijten-belgen in de VS zijn Beaulieu, Balta en Orian (Santens). Oriental Weavers gaf de Amerikaanse markt recentelijk een stimulans met meer stijl en kleur in de goedkopere tapijten. Oriental Weavers van de Egyptenaar Farid Mohammed bezit eveneens een fabriek in Moeskroen. De plant in Georgia wordt gerund door een ex van Beaulieu, Paul Duyvetter. Adairsville (Georgia), zestig mijlen ten noorden van Atlanta, opent de voordeur van Dalton, het internationale Mekka van de tapijtenindustrie, met de Amerikaanse reuzen Shaw en Mohawk plus Beaulieu of America Inc. (zie Trends van 20 juni ’96). Balta groepsomzet 14 miljard frank is het tweede Vlaamse tapijtenconcern na de GroepBeaulieu (meer precies een cluster en geen groep in de vennootschappelijke betekenis). Pol Balcaen stichtte Balta in 1964, vandaag staat de tweede generatie, Filip Balcaen, aan het hoofd. Balta omarmt Balta Industries in Sint-Baafs-Vijve, ITC (Imperial Tufting Company) een overname van 1991 in Tielt , Ideco (textielbehang), eveneens in Tielt, Balta Far East, een verkoopkantoor in Hongkong, en Princeton Incorporated.

Balta Industries heeft een omzet van 260 miljoen dollar, telt 1500 medewerkers, fabriceert polypropyleentapijten, wollen tapijten, heatset-tapijten en getuft tapijt en exporteert ruim 90 procent. Tot voor kort was de productie geconcentreerd in Sint-Baafs-Vijve. Een nieuwe fabriek voor wol en heatset-tapijten draait in Avelgem. ITC maakt vast tapijt in Tielt (omzet 153 miljoen dollar, 480 medewerkers, 25 miljoen vierkante meter, exportpercentage 97 procent), Ideco produceert vynil en textiele muurbekledingen (omzet 20 miljoen dollar, 120 medewerkers). Princeton begon in 1986 met polypropyleen en haalt 32 miljoen dollar omzet met 210 medewerkers. Het bedrijf is verticaal geïntegreerd vanaf de chemische korrels over de polypropyleen-draden naar garenveredeling, weven, afwerken, stockeren en verkopen. Dit jaar wordt 6 miljoen dollar geïnvesteerd om de tapijten op te waarderen naar een mengeling van polypropyleen en heatset. Deze techniek geeft een betere draadsoort voor bijvoorbeeld losse tapijten. “We investeren hier volop en denken dat een massale aanwezigheid belangrijk is. Balta is de trendsetter met geweven tapijt in Europa, dat willen we ook hier worden,” stelt Freddy Vanhaelst. De tapijtengetouwen evolueren snel van vijf- en zes- naar achtkleurenmachines, wat door slim mengen kan oplopen tot 13 kleuren. Freddy Vanhaelst noemt beter garen, meer kleuren en meer computersturing de belangrijkste trends in Amerika. Princeton installeert per maand 1 nieuwe machine van de Vlaamse marktleider Van de Wiele. De overige producenten in de VS doorlopen een analoge ontwikkeling. “In vast tapijt is er een crisis door de structurele overcapaciteit. In het losse en het geweven tapijt was er vorig jaar nog een groei van 10 tot 15 procent,” zegt Freddy Vanhaelst. De catalogus van Princeton omvat onafgezien van de formaten 140 verschillende kleuren en designs. In de collectie groeien de lokale klemtonen door de ontwikkeling van de Southwest Style Indiaanse kleuren en motieven en het inschakelen van vier typische Amerikaanse kleuren : Williamsburg Blue, Hunter Green, Navy Blue en Burgundy Red.

Vóór 1963 was 65 % van het Vlaamse tapijt bestemd voor de VS. John F. Kennedy brak deze import met hoge heffingen en Dalton, Carpet Capital of the World, kon ontstaan. De consolidatie is groot, de Amerikaanse tapijtenindustrie evolueert van 250 naar 50 producenten. Dalton draait voornamelijk volume aan 3 dollar per square yard.

De Amerikaanse tapijten distributie is versleten. Shaw opent een eigen keten van 300 winkels, omdat de distributeurs hun taak niet aankunnen, aldus de fabrikant. Beaulieu of America liet per advertentie weten de klassieke verdelers te schoren. Freddy Vanhaelst : “Je moet naar de mainstream van je markt gaan. Slechts één à twee procent van de klanten houdt van exotisme. Advertising is crucial. De mensen stappen een tapijtenzaak binnen met de advertentiepagina van een krant.” De klanten van Princeton zijn tweeërlei : de grote nationale ketens als K-Mart (2000 winkels) en Home Depot, maar ook regionale winkelketens met 10 à 20 verkooppunten. Freddy Vanhaelst : “De markt is moeilijk, maar geen catastrofe. Bij de eindconsument maken wij geen reklame, dus onze naam hoeft niet op de tapijten. Wel tonen we de slogan Crafted with Pride in the USA.”

F. Cr.

FREDDY VANHAELST (PRINCETON INC.) Miljoenen dollars voor nieuwe, snellere meerkleurenmachines.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content